Het spoor van heroïne
De deur gaat slechts langzaam open. Kolonel Pavlenko, een hoge beambte van de Tadzjiekse drugsbestrijdingsdienst, moet zijn volle gewicht gebruiken om de zware metalen deur open te duwen. Hierachter ligt de opslagkamer met in beslaggenomen drugs. Een alarm begint zo hard te rinkelen dat het op alle verdiepingen van het kantoor te horen moet zijn. Pavlenko zet het snel uit: „Dat moet voorkomen dat iemand zonder toestemming naar binnen gaat”, grijnst hij.
Zo kunnen medewerkers van de dienst niet snel in de verleiding komen drugs te ontvreemden. Binnen ligt de vangst van slechts een paar weken. Opium en heroïne zijn opgeslagen in aparte ruimtes in tientallen dozen en zakken, keurig gelabeld in de schappen alsof het pakketjes in een postkamer zijn. Maar de walm is onmiskenbaar. De opium wee en zoet, de heroïne met een zure, duidelijk chemische component.
Vijf verdiepingen hoger is Lidya Krivchikova testen aan het doen op grijzig poeder. De smokkelaars bedenken steeds nieuwe manieren om langs controles te komen. Ze haalt een zak amandelen tevoorschijn. „Raad maar welke de echte zijn.” De velletjes van geweekte amandelen zijn volgestopt met heroïne, gedroogd en vermengd met echte amandelen. Het verschil is nauwelijks te zien; de velletjes van de echte amandelen zijn ruw geribbeld, de huid van de gevulde is glad.
De grote handelaars verspillen hun tijd niet met dit soort pietepeuterig werk. Ze investeren in corruptie en kopen slecht betaalde overheidsdienaren om die vervolgens de andere kant opkijken als drugs met tientallen tot honderden kilo’s tegelijk getransporteerd worden. Of ze pakken het nog slimmer aan.
Die ochtend is Asayev (24) aangehouden op Dushanbe Airport op weg naar Jekaterinenburg in Rusland met 34 capsules heroïne in zijn buik, zo’n halve kilo. Het zweet parelt op zijn voorhoofd en zijn huid is gelig, wasachtig. Asayev zit kromgebogen aan tafel. Hij heeft pijn in zijn maag en hij is bang, want hij heeft net gehoord dat het heel riskant is om drugs in je lichaam te vervoeren. Er zwerven nog steeds dertien bolletjes heroïne door zijn ingewanden, 21 bolletjes zijn er al uit gekomen in het cellencomplex van de Tadzjiekse drugsbestrijdingsdienst.
Asayev zou 200 dollar per 100 gram gesmokkelde heroïne krijgen. Hij woont met zijn vrouw bij zijn ouders, broers en zussen, maar alleen Asayevs vader heeft betaald werk als taxichauffeur. Tien maanden geleden werd het eerste kind van Asayev geboren, een meisje. Sindsdien is de geldnood nog acuter. De student aan de sportacademie leende 700 dollar om een handeltje in schoenen te beginnen. „Maar toen kwam de crisis en niemand kocht iets.”
De narcotica-agenten kijken wat meewarig naar de verslagen jongeman. Asayev is maar een onbeduidende pion in een schaakspel dat hij niet begrijpt. Zij hebben hem aangehouden nadat ze getipt waren. Kleine koeriers worden door de grote handelaren verraden om politie en justitie bezig te houden. Zo hoef je niet eens iemand om te kopen. Je leidt simpelweg de aandacht af van de grote transporten.
In de zomer van 2009 bestond de Tadzjiekse drugsbestrijdingsdienst tien jaar. In beslag genomen drugs werden feestelijk in brand gestoken en er werd beleefd geklapt door de buitenlandse gasten. Vertegenwoordigers van opsporingsdiensten uit de buurlanden, maar ook Russen, Canadezen, Amerikanen en Duitsers waren aanwezig. Na het applaus werd de harde realiteit besproken tijdens een conferentie over de gevolgen van de enorme toename van Afghaanse drugs. Die gaan vanuit Afghanistan óf via Pakistan en Iran richting Golfstaten, Turkije en de Balkan, West-Europa, de Verenigde Staten en Afrika óf ze worden vervoerd via Centraal-Azië.
Er is nu zo veel aanbod van drugs in Centraal-Azië dat drugsgerelateerde problemen exponentieel toenemen. Er zijn al honderdduizenden gebruikers. Het aantal besmettingen met hiv in Centraal-Azië vervijfvoudigde tussen 2000 en 2007 naar meer dan 25.000, maar dat zijn nog slechts de geregistreerde gevallen.
Ook Rusland wordt door drugs overspoeld. President Medvedev klaagde begin dit jaar dat door het falen van de NAVO de productie van opium in Afghanistan veertig keer zo hoog is als onder de taliban. Het grootste verbruik per land is nu in Rusland, waar volgens de Russische autoriteiten 2 miljoen injecterende gebruikers zijn. Ieder jaar sterven 30.000 Russen door een overdosis. „Dat zijn er meer”, zo schrijft het VN-bureau voor de bestrijding van georganiseerde misdaad en drugs, UNODC, in een rapport van 2009, „dan alle dode soldaten bij elkaar opgeteld in de acht jaar durende Sovjet-Afghaanse oorlog.”
Volgens UNODC vormt grootschalige opium- en heroïnehandel in toenemende mate een grensoverschrijdende bedreiging. Zelfs hele naties dreigen te destabiliseren door de corrumperende handel. „De zijderoute is veranderd in een heroïneroute die een weg baant van dood en geweld door een van ’s werelds meest strategische, maar ook meest explosieve regio’s. Een storm van drugs, misdaad en opstand die al jaren langs de Pakistaans-Afghaanse grens woedt, stevent nu af op Centraal-Azië”, schrijft UNODC.
De voormalige Sovjetsatellietstaten in Centraal-Azië hebben twintig jaar na de ineenstorting van het communistische rijk nog steeds autoritaire heersers aan de macht. Zij ontzeggen hun burgers de meest basale mensenrechten en plunderen de staatskassen. Onder de bevolking is de armoede groot en etnische conflicten liggen dicht aan de oppervlakte.
Kirgizië, met slechts een paar procent analfabetisme, werd tot deze maand nog als redelijk hoopgevend in Centraal-Azië gezien. De recente onrust voorspelt weinig goeds voor de rest van de ex-Sovjetrepublieken. Ook daar zijn, net als in Kirgizië, etnische spanningen. Militante groeperingen zoals het aan al-Qaida en de taliban gerelateerde IMU (Islamic Movement for Uzbekistan) gedijen op een voedingsbodem van armoede en frustratie. Ze preken de revolutie en geven daarmee de rigide regimes weer een excuus om hard op te treden, niet alleen tegen islamieten, maar ook tegen andere tegenstanders.
Net als de militante groeperingen –en vaak ook in samenwerking met– profiteren smokkelbendes van voortdurende chaos. In Centraal-Azië lopen de belangrijkste noordelijke transportroutes van de heroïne via Osh, precies daar waar bloedige onlusten tussen Kirgiziërs en etnische Oezbeken eerder deze maand vele honderden levens eisten en een veelvoud aan gewonden. Honderdduizenden Oezbeken sloegen op de vlucht. Aanhangers van de afgezette president Bakijev zouden de interim-regering willen destabiliseren en de smeulende etnische spanningen hebben opgestookt om zelf weer aan de macht te kunnen komen. In het land waar lucratieve baantjes worden uitgedeeld aan familie- en clanleden van degenen die aan de macht zijn, zouden ze dan ook weer greep krijgen op politie- en veiligheidsdiensten. Die diensten zijn volgens zowel het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken als Russische analisten nauw betrokken bij de heroïnekartels.
De gevangenissen in Kirgizië zitten inmiddels vol met verslaafden; 30 tot 40 procent gebruikt drugs en velen zijn hiv-positief. In Gevangenis Nr. 47 in het kantoor van Damira Akmatova, directeur van het Narcoticacentrum –de gevangenis in Bisjkek–, schuifelen Vitaly en Sergey naar binnen. Ze hebben overal pijn en willen methadon hebben. Akmatova zucht: „Er zijn afgelopen drie dagen al twaalf gevangenen komen bedelen. We hebben gehoord dat twee grote heroïnehandelaren ruzie hebben en dat daarom de toevoer is gestaakt.”
Vitaly en Sergey moeten eerst aantonen dat ze gebruikers zijn en worden naar het lab gestuurd om urine in te leveren. In Gevangenis Nr. 47 komen verslaafden uit alle andere justitiële inrichtingen om af te kicken met behulp van methadon of om in een programma te worden opgenomen waarin schone naalden worden geleverd. Het is onderdeel van „schadebeperkend” beleid dat door de Nederlandse Aids Foundation East West (AFEW) is opgezet. AFEW werkt in verschillende landen, waaronder Oekraïne, Rusland en Kirgizië.
Aanvankelijk was er veel verzet. „Mijn meerderen waren eerst fel tegen en dreigden met ontslag”, zegt Akmatova. „Het uitdelen van naalden beschouwen ze als toegeven dat er drugs verhandeld worden in de gevangenis.” Uiteindelijk kreeg ze toch toestemming om een proefproject te draaien.
Het effect is overduidelijk, zegt Akmatova. „De gevangenen kunnen zich vrijwillig laten testen. Sinds begin dit jaar hebben 135 gevangenen dat gedaan, slechts één bleek hiv-positief.”
Sergey is een halfuur later terug met een briefje in zijn hand. Uit de laboratoriumuitslag blijkt dat hij heroïne gebruikt. Akmatova pakt een pen en vult formulieren in. Daarmee kan Sergey straks een dosis methadon halen.
Opiumhandel
De jaarlijkse wereldhandel in opiaten bedraagt meer dan 50 miljard euro.
Dat resulteert in 100.000 aan heroïne gerelateerde doden volgens de VN.
Zo’n 93 procent van de wereldproductie komt uit Afghanistan.
Sinds 2001 steeg de productie van 185 ton in het laatste jaar van het talibanregime naar 6900 ton in 2009.
Als vandaag de productie helemaal wordt gestaakt, ligt er nog een voorraad van 12.000 ton opium; genoeg voor alle verslaafden ter wereld voor tweeënhalf jaar.
Dit is het eerste deel in een serie van drie verhalen over de impact van Afghaanse heroïne in Centraal-Azië, de Balkan en West-Europa.
Antoinette de Jong en Robert Knoth documenteren de gevolgen van Afghaanse heroïne langs de belangrijkste smokkelroutes. Hun project wordt gesteund door de Stichting Democratie & Media, het Fonds BKVB, het NCDO en het Sem Presserfonds voor Documentaire Fotografie. Een boek en tentoonstelling zijn gepland voor 2012.