Onderzekerheid rond plus en min
Is elektrisch rijden de toekomst? Of blijkt het een utopie, ondanks alle inspanningen van autofabrikanten? Een testrit in de volledig elektrische Renault Fluence biedt hoop, een gesprek met een deskundige de nodige mitsen en maren.
De elektrische auto lijkt wellicht nieuw, maar dat is technisch gezien onzin. Al rond 1835, inderdaad áchttienhonderdvijfendertig, reden er elektrische auto’s rond in Schotland. En rond 1900 werd 28 procent van de auto’s in de VS elektrisch aangedreven. Helaas voor het milieu daalde de prijs van olie drastisch, waarna de T-Ford met benzinemotor zijn succesvolle intrede deed.
Al meer dan honderd jaar lang vormen prestaties en actieradius de grote problemen voor elektrische auto’s. Inmiddels is de accutechniek zo ver doorontwikkeld dat een reikwijdte van ruim 160 kilometer en topsnelheden boven de 140 kilometer per uur mogelijk zijn.
Frank van Meel, hoofd ontwikkeling elektrische auto’s bij Audi, weet uit onderzoek wat de verwachtingen en wensen van de klant zijn. „Zo’n 22 procent van de automobilisten is bereid een elektro-auto te kopen. Maar die auto moet dan niet of nauwelijks duurder zijn dan een huidig model op benzine of diesel, moet zonder bij te laden 350 kilometer kunnen rijden, een korte oplaadtijd hebben en het comfort en de bagagemogelijkheden bieden van een normale auto.”
Dat lijken nogal hoge eisen. Maar Van Meel denkt daar wat genuanceerder over. „Twintig jaar geleden vroeg iedereen zich af waarvoor een mobiele telefoon nodig was. Nu zegt menigeen de vaste telefoonlijn op.”
Renault is samen met Nissan en accuproducent NEC al heel ver in de ontwikkeling van elektrische voertuigen. Voor het einde van het jaar verschijnt in Nederland de volledig elektrische Nissan Leaf, een goed voorbeeld van een middenklasse vijfdeurs hatchback. Renault komt in de slipstream daarvan met de Fluence, een vierdeurs sedan, en de Kangoo Expres ZE (Zero Emission). En voor een jaar later staan een model in het Cliosegment en een tweepersoonsstadsauto gepland.
Eerst maar eens rijden met de Fluence. Contact aan, wachten tot de boordcomputer akkoord geeft, D-stand inschakelen, gas geven en daar gaat-ie. Bij gas loslaten, is een licht remmend gevoel merkbaar. Op dat moment wint het systeem energie terug, omdat de remmen dan functioneren als dynamo’s. Ideaal voor stadsverkeer dus, deze Fluence.
Rijden gaat prima, maar wat als de accu’s leeg zijn? Hoe komen ze snel weer vol energie? Wie volgend jaar een Renault Fluence koopt, krijgt iemand van de energiemaatschappij op bezoek die het stroomnet thuis of op het werk controleert. Als dat is goedgekeurd, kan door middel van een speciaal kastje een volledig lege accuset (lithium-ion) in vier uur worden opgeladen. Op familiebezoek via het normale lichtnet duurt dit maximaal acht uur, terwijl er ook snelladers bestaan die er twintig minuten over doen. Dit soort oplaadpunten zal gaan verschijnen bij bedrijven, maar bijvoorbeeld ook op parkeerterreinen van grote winkelcentra.
Snelladen heeft wel een negatief effect op de levensduur van de accu’s. Als een accuset altijd normaal wordt geladen, gaat deze volgens Renault 20.000 ladingen mee. Eén keer per dag laden betekent per set een leversduur van 54 jaar. Geen enkel probleem dus. Altijd snelladen verlaagt de levensverwachting met de helft.
Er is nog een andere mogelijkheid in de maak: het zogeheten wisselstation. Renault ontwikkelt samen met de Israëlische overheid het Quick Dropsysteem om bij bijvoorbeeld tankstations in drie minuten tijd van accupakket te wisselen. Het proces werkt volledig geautomatiseerd. Onder de grond staat een opgeladen accuset klaar. Bij de Fluence zitten de accu’s direct achter de achterbank. Het pakket wordt aan de onderkant verwijderd en een nieuwe set wordt geplaatst. De lege accuset krijgt een schoonmaakbeurt, wordt opgeladen en klaargemaakt voor de volgende Quick Drop.
Het is een mogelijke oplossing voor automobilisten die langere afstanden met hun elektrische auto willen rijden. Met een actieradius van 160 kilometer is een retourtje Amsterdam vanuit de Achterhoek niet mogelijk zonder bijladen. Toch zit de toekomst vooral in het beter plannen van de vervoersbehoefte. Wie normaal gesproken veel kilometers maakt op snelwegen blijft een benzine of diesel rijden, al dan niet in hybride-vorm. Maar het is bekend dat 87 procent van de automobilisten per dag nooit meer dan 60 kilometer rijdt en in zo’n geval is de elektrische auto voor velen een prima alternatief.
Vraagtekens bij kostenplaatje
Wat kost elektrisch rijden ten opzichte van rijden op benzine of diesel? Een belangrijke vraag die, helaas, niet zo eenvoudig te beantwoorden is. Er zijn nogal wat factoren die een rol spelen, zoals de prijs van benzine of diesel, de prijs van stroom, maar met name ook stimulerende maatregelen van overheden.
Een kilometerkostprijs is pas echt te bepalen als de eerste elektrische voertuigen de weg op gaan. Alle betrokken partijen streven ernaar een kilometerkostprijs te bewerkstelligen die op het niveau ligt van een normale auto. En dan is er ook nog de vraag wat de restwaarde gaat doen. Kortom, bij het kostenplaatje staan nog tal van vraagtekens.