Formeren is valkuilen vermijden
Veel valkuilen kenmerken de weg naar een succesvolle kabinetsformatie. „Deze periode is geen verlengstuk van de verkiezingscampagne.”
De complexe verkiezingsuitslag op 9 juni heeft de informateurs Rosenthal en Wallage in een lastig parket gebracht. „Er zijn alleen maar coalities mogelijk waar een van de deelnemende partijen eigenlijk geen zin in heeft”, analyseert dr. P. van der Heiden van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen.
De VVD wil bijvoorbeeld liever niet met de PvdA in zee, maar zit er nu toch mee om de onderhandelingstafel. Oud-informateur prof. dr. F. Leijnse, die in 2003 een mislukte poging ondernam om een kabinet te smeden van CDA en PvdA, bespeurt „grote onzekerheid” bij de liberalen. „Ze moeten nog leren dat de grootste partij als eerste concessies moet doen om het formatieproces op gang te brengen. Deze periode is geen verlengstuk van de verkiezingscampagne. Rutte moet de verkiezingsslogans achter zich laten en over de brug komen. Anders zullen de andere partijen dat ook niet doen.”
Volgens Van der Heiden zag het er al voor de verkiezingen naar uit dat VVD en PvdA samen zullen moeten gaan regeren. „Het heeft alleen wat tijd nodig om de liberale kiezers te laten wennen aan het idee dat de VVD nu toch met die door hen verafschuwde socialisten in zee gaat.” Dat hoeft niet negatief uit te pakken. „Met een verdedigbaar regeerakkoord kun je daar zelfs winst uit halen.” Na paars I, toen de VVD na lange tijd weer met de PvdA regeerde, wonnen beide partijen.
Een felle campagne tussen twee partijen maakt samenwerking na de verkiezingen wel moeilijk, maar niet noodzakelijkerwijs onmogelijk. In 2003 streden CDA en PvdA beide om het premierschap. Het wantrouwen tussen beide clubs was groot. Aan CDA’er Donner en PvdA’er Leijnse destijds de taak om die twee partijen samen een regeerakkoord te laten schrijven.
„Wij hebben toen geprobeerd het onderlinge vertrouwen geleidelijk te laten groeien”, herinnert Leijnse zich. „We hebben eerst zaken geagendeerd waarover men het makkelijk eens kon worden. Als monniken bouwden we dat stapje voor stapje uit. Maar toen we aan de laatste 10 procent toe waren, zei het CDA: „Wij willen het eigenlijk niet.””
Vier jaar later, in 2007, lukt het informateur Wijffels wel om de kemphanen Balkenende (CDA) en Bos (PvdA) samen met de ChristenUnie tot samenwerking te bewegen. Wijfels koos bewust voor een „empathische, psychologische aanpak”, stelt oud-CDA-Kamerlid S. Faber. Hij volgde de ChristenUnieonderhandelaars Rouvoet en Slob destijds wekenlang op de voet en mocht achter de schermen van de formatie meekijken.
Wijffels had oog voor detail, aldus Faber. „Steeds zaten de onderhandelaars om dezelfde tafel. En 24 uur per dag verbleven ze onder één dak. Hij begon niet met de moeilijke dossiers; er moest eerst een missie komen voor het kabinet. Wat wilden de drie partijen met Nederland? Zo groeide het vertrouwen.”
Veelbesproken is de keuze van Wijffels om buiten het Binnenhof te vergaderen. „In Beetsterzwaag waren geen spindoctors. De Rijksvoorlichtingsdienst bediende de pers. Die stille formatie is destijds functioneel gebleken.”
Leijnse heeft aan het vorige kabinet „niet kunnen merken dat het uitwijken naar Beetsterzwaag wonderen heeft uitgewerkt.” De PvdA-senator vindt dat de formatie, zoals nu gebeurt, op het Binnenhof hoort te worden geregeld, in de ministerskamer van de Eerste Kamer. „Het klimaat is daar heel ongezond. Mensen die daar twee dagen hebben gezeten, komen er vaal uit. Je wilt graag naar buiten als je daar bent. Dat kan helpen de totstandkoming van een kabinet te bespoedigen”, grapt hij.
Politicoloog Van der Heiden denkt dat de locatie niet zo veel uitmaakt. „Journalisten hadden Beetsterzwaag destijds ook vlot gevonden. Het gaat meer om de discipline bij de deelnemers.”
Deelnemers zijn er dit keer nogal veel. PvdA-leider Cohen heeft een team van zeven mensen om zich heen. De leiders van VVD, GroenLinks en D66 hebben elk twee vaste compagnons. Allen raadplegen regelmatig ook de fractiespecialisten.
„De les van de formatie van 2003 was: neem niet iedere keer andere onderhandelaars mee”, zei ChristenUnie-Kamerlid Slob onlangs. „Les vergeten?” De grote groep betrokkenen stelt ook Faber niet gerust. „Dat komt de gesprekken niet ten goede. Een formatie die start met zo veel mensen wordt een in de knop gebroken bloem.”
Bij een formatie is het overigens gangbaar dat de onderhandelaars zich laten informeren door deskundige Kamerleden. Leijnse meent dat het grote aantal betrokkenen niet storend hoeft te werken. „Mits de partijleiders op een gegeven moment maar zeggen: „Nu weet ik het wel, we gaan het zo doen.””
De PvdA-senator vindt het goed dat informateur Tjeenk Willink onlangs heeft aanbevolen te kiezen voor een kort regeerakkoord op hoofdlijnen en te werken aan een sterke ministersploeg. „Een proces waarbij je als werkmieren gaat proberen programmatische eenheid te bewerkstelligen, heeft nu –anders dan in 2003– niet veel kans. De VVD straalt uit dat ze in zo’n aanpak weinig vertrouwen heeft.”
Van der Heiden noemt een open regeerakkoord juist „heel link.” Als de VVD straks voor niet-geregelde zaken vaak een rechtse Kamermeerderheid zoekt, zullen de drie linkse partijen daar genoeg van krijgen.
Ondanks hun inhoudelijke verschillen wisten VVD en PvdA het in 1994 en 1998 uiteindelijk met elkaar eens te worden. „Programmatische verschillen zijn altijd te overbruggen”, meent Leijnse. „Mits je er mensen op zet die niet erg vastzitten aan hun partijprogramma. Bij paars is dat gedaan en dat hielp.”
Van der Heiden gaat er nog niet van uit dat de formatiepoging ook succesvol zal blijken. „De formatie kan ook nog stuklopen als later in het proces ineens miljarden extra bezuinigd zouden moeten worden. Ook de verdeling van ministersposten en de personen die worden aangezocht, kunnen struikelblokken blijken.”
Verschillen, maar ook overeenkomsten
Gerard Vroegindeweij
De standpunten van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks lopen op veel onderwerpen erg uiteen; met name op het gebied van de economie in brede zin. Als het gaat over ethische en principieel gevoelige thema’s, is er juist overeenstemming.
VERSCHILLEN
Bezuinigingen
Het grootste meningverschil betreft de hoogte en het tempo van de bezuinigingen. De VVD heeft tijdens de campagne kiezers naar zich toegetrokken met een verkiezingsprogramma waarin staat dat er tot 2015 23,5 miljard moet worden omgebogen. GroenLinks zette in op ‘een schamele’ 6,5 miljard. PvdA en D66 zitten daar tussenin met respectievelijk 10,5 en 16,5 miljard.
Woningmarkt
Op het terrein van de hypotheekrenteaftrek staan de visies haaks op elkaar. De inzet van de VVD is om dit belastingvoordeel voor huizenbezitters niet aan te tasten. VVD-lijsttrekker Rutte noemde het nog net geen breekpunt, maar hij benadrukte een- en andermaal dat de aftrek bij de VVD „in veilige handen is.” D66 heeft in reactie daarop laten weten dat úítblijven van hervormingen op de woningmarkt voor de partij juist een breekpunt is. GroenLinks wil de aftrekbaarheid helemaal afschaffen.
Arbeidsmarkt
De partijen denken uiteenlopend over de vraag hoe de verhoging van de AOW-leeftijd gestalte moet krijgen. De een wil in stapjes (D66), andere in stappen (VVD en PvdA) en een vierde wil het pensioen in laten gaan na 45 arbeidsjaren (GroenLinks).
Bij de verkorting van de WW-duur staat de PvdA alleen. Die wil niet morrelen aan bestaande rechten, terwijl de overige onderhandelaars wel aanpassingen in hoogte en/of duur van de uitkering wenselijk achten. Ook bij de versoepeling van het ontslagrecht staat de PvdA tegenover de anderen. De sociaaldemocraten willen het liefst geen aanpassingen, de andere wel.
Mobiliteit
De VVD is een uitgesproken tegenstander van de kilometerheffing en profileerde zich met de slogan ”kilometerheffing no way”. PvdA, D66 en GroenLinks vinden juist wel dat er een heffing moet komen. Deze moet variabel zijn naar plaats, tijd en mogelijk naar soort auto.
Gezondheidszorg
Wat betreft de langdurige, onverzekerbare zorg (AWBZ) bestaan er forse verschillen van inzicht. De VVD en GroenLinks willen deze opheffen en onderbrengen in de basisverzekering. De andere zijn daar fel tegen, maar willen wel bezuinigen op deze vorm van zorg.
De PvdA is tegen meer marktwerking in de zorg terwijl de andere daartegen zijn.
Wat betreft de eigen bijdragen in de basisverzekering. Ieder wil dat die omhooggaan, maar ze kijken verschillend aan tegen de manier waarop dat moet gebeuren. PvdA en GroenLinks willen de hoogte afhankelijk maken van het inkomen en de VVD juist niet. D66 wil iedereen tot een bepaald inkomensmaximum 10 procent van alle rekeningen laten betalen.
OVEREENKOMSTEN
Onderwijs
PvdA, VVD, D66 en GroenLinks zijn het er roerend over eens dat christelijke scholen van ouders en leerlingen niet langer onderschrijving van de grondslag mogen vragen, maar alleen respectering. Het gevolg daarvan is dat scholen ouders en kinderen die openlijk in zonde leven, niet meer kunnen weigeren. Ook leerkrachten die een homoseksuele relatie onderhouden, mogen niet worden geweigerd. De uitzonderingsbepaling in de Algemene wet gelijke behandeling moet dan ook van de baan.
Studenten moeten er rekening mee houden dat de basisbeurs in zijn huidige vorm verdwijnt. Alle partijen willen deze gift omzetten in een lening.
Emancipatie
De algemene heffingskorting voor niet werkende partners zal zeer waarschijnlijk verdwijnen omdat alle partijen vinden dat zij vrouwen weerhoudt een baan buitenshuis te zoeken.
Omvang overheid
De partijen vinden dat het aantal departementen naar beneden moet, evenals het aantal ambtenaren. Verder zou er een kernkabinet moeten komen met nog geen tien ministers. Donderdag lekte uit dat de partijen hierover overeenstemming zouden hebben.
Medische ethiek
Zelfbeschikking is de leidraad voor de partijen. Op zijn minst zal er een debat worden gevoerd over de vraag of ouderen die het leven moe zijn, hulp kunnen krijgen bij zelfdoding.