Alleen Christus kan vrede geven in Kirgizië
Het grootste probleem in Kirgizië ligt niet in de aard van de botstende bevolkingsgroepen, maar in het feit dat God niet in de harten van de mensen woont, stelt Marion Boonenberg.
In het artikel ”De Kirgies: in de greep van jaloezie” (RD van zaterdag) geeft Willem van Haaften een indruk van het gedachtegoed dat heerst in de bijna geheel Kirgizische omgeving waarin hij gewoond heeft. Zelf heb ik ook twee jaar in Kirgizië gewoond, en wel in Osj, waar de afgelopen weken de onlusten zijn geweest. Contacten met lokale mensen en buitenlanders bevestigen mijn mening dat het beeld dat in dit artikel naar voren komt niet de enige zienswijze is.
In Osj zijn er verschillende homogene wijken voor Oezbeken en Kirgiezen afzonderlijk, maar er zijn ook gemengde wijken waar beide bevolkingsgroepen al jarenlang op vreedzame wijze samenleven. Er zijn zelfs gemengde huwelijken. In de afgelopen weken zijn er tijdens de onlusten Kirgiezen geweest die hun Oezbeekse buren in huis hebben genomen om hen met gevaar voor eigen leven te beschermen. („We zijn toch elkaars buren?! We zijn toch landgenoten?!”)
„Luiheid met als gevolg armoede en corruptie: het leven van een Kirgies”, aldus het artikel zaterdag. In Osj (en in steden elders) heb ik echter ook andere voorbeelden gezien. Mijn Kirgizische studenten, die een enorme werkijver en veel doorzettingsvermogen hadden en vol hoop waren voor hun Kirgizië, dat inderdaad gebukt gaat onder corruptie en armoede. Mijn Kirgizische vriendin en zuster in Christus, die haar leven geeft om goed te doen zo veel ze kan: voor kinderen in het weeshuis, voor daklozen en oude mensen in het verzorgingstehuis. En dit rijtje is aan te vullen met andere ijverige Kirgizische vrienden
De maanden dat ik bij een Oezbeeks gezin heb gewoond, in een Oezbeekse wijk, lieten zien dat ook in Oezbeekse wijken niet iedereen even ijverig en succesvol is als de algemene beschrijving van Oezbeken suggereert.
Het verschil in volkskarakter mag er zijn, maar mijns inziens is dat niet hét probleem van de opstand in Osj. Het probleem is dat God niet in het hart van deze mensen woont. Satan strooit angst, haat, wantrouwen, verdeeldheid, onvrede in het hart, en als hij mensen opzweept, voeren zij zijn boze plannen uit (Ef. 2:2), of het nu gaat om een Kirgies die „primair is in zijn reacties” of om een beschaafde Nederlander.
Alleen Jezus Christus, de Vredevorst, kan vrede en liefde geven. Geen buitenlandse hulp kan dit land veranderen, God alleen kan dit doen, al dan niet door middel van buitenlandse hulp. Geen betere banen, maar het Licht alleen doet de duisternis verdrijven.
Wat Kirgizië nodig heeft is God en Zijn Woord. Lokale en buitenlandse christenen mogen de bediening der verzoening (2 Kor. 5) daar uitwerken met woord en daad. Wij kunnen hier vanuit Nederland helpen met gebed en gift. Opdat Zijn Koninkrijk kome!
De auteur woonde en werkte van 2006-2008 als leerkracht in Kirgizië. Haar naam is om privacyredenen gefingeerd.