Commentaar: Ontdopen
Het aantal Vlamingen dat de Rooms-Katholieke Kerk de rug toekeert, neemt sinds enkele maanden sterk toe. De bisdommen kunnen de aanvragen voor het zogenaamde ontdopen bijna niet aan, omdat ze de wijzigingen in het doopregister met een fotokopie moeten bevestigen aan de persoon die zich uit laat schrijven.
Op het eerste gezicht komt de aanduiding ontdopen haast lachwekkend over. Het klinkt als een onmogelijkheid, als een fantasiespel om de geschiedenis ongedaan te maken, zoals een kind wel eens wenst dat het uit rijke ouders geboren was.
Toch is er weinig reden tot humor. Dat er nu in verschillende Vlaamse bisdommen in twee maanden tijd twee keer zo veel aanvragen komen als in het hele vorige jaar, is vooral het gevolg van het ontslag van de Brugse bisschop Vangheluwe. Eind april werd bekend dat hij een minderjarige jongen seksueel had misbruikt.
Het ontdopen is als trend overgewaaid uit Engeland en de Verenigde Staten, waar humanistische en seculiere organisaties zelfs complete rituelen hebben bedacht om de doop ongedaan te maken, inclusief het föhnen van het voorhoofd. De ontdopeling krijgt er een heus certificaat plus een aanbod van T–shirts en bumperstickers om te laten zien dat hij ontdaan is van de doop. De organisaties slaan zo ver door, dat ze ook aandringen op het ontdopen van overledenen en ongedoopten en zelfs van moslims en joden. Dat geeft helder aan wat hun diepste drijfveer is: haat tegen religie.
Als daartoe aanleiding is gegeven, zoals bij het seksueel misbruik in België, Ierland, de VS en Australië, dan is er inderdaad reden om eerst de hand in eigen boezem te steken. Dat zelfonderzoek hoeft niet beperkt te blijven tot rooms-katholieken, want ook in protestantse kerken is er helaas sprake van grote groepen jongeren en ouderen die de kerken verlaten.
Ten diepste is het probleem dat de ontdopers en kerkverlaters de werkelijke betekenis van de doop niet begrijpen. Dat blijkt wel bij het lezen van hun motieven. Waarom zou iemand die voortaan nadrukkelijk als ongelovige te boek wil staan, zo veel moeite doen om zijn doop ongedaan te maken? Het oorspronkelijke reformatorische formulier dat bij de doop werd gebruikt, zegt dat de kinderen door God tot Zijn verbond geroepen zijn en daarom niet van de doop uitgesloten mogen worden. Maar wie niet gelooft dat God bestaat, handelt eigenlijk in strijd met eigen overtuiging door Zijn genade ongedaan te willen maken.
Fundamenteler is dat ontdopen ook onmogelijk is. Dat blijkt wel uit het feit dat wie spijt krijgt van zijn ontdoping, niet opnieuw gedoopt hoeft te worden. Iemand kan afscheid nemen van de kerk, zijn kerkelijk lidmaatschap thuis laten bezorgen, de dienst van God bestrijden waar dat maar mogelijk is, maar het teken aan het voorhoofd valt niet af te wissen.
„God in Christus buigt Zich in onbegrijpelijke goedheid voor ons neer en bidt, als de vader in de gelijkenis van de verloren zoon, ons terug te keren. Niets snijdt ons af dan onze eigen vijandschap”, schreef ooit de hervormde predikant G. Boer over de betekenis van de doop voor mensen die zich ervan afkeren. God gedenkt aan Zijn verbond tot in duizend geslachten.