Levenslang bang voor vader
Zorg voor de wezen. Een Bijbelsere en mooiere opdracht is bijna ondenkbaar. Maar juist daardoor ontaardt hij snel in het tegendeel. En krijgt een leven van liefdevolle zorg ongemerkt een binnenkant van macht en misbruik. De kerk van Sri Lanka weet er inmiddels alles van. Zorgzame mannen met veel gezag moeten er extra oppassen.
„Whisky, whisky”, klinkt het fluisterend aan boord van de Boeing die op het punt staat te vertrekken van de luchthaven van Doha, in Qatar. Het toestel heeft de Sri Lankaanse hoofdstad Colombo als bestemming en lijkt deze avond te zijn ingezet voor een volksverhuizing van Sri Lankanen. Dat er 1 miljoen als gastarbeider werken in het Midden-Oosten is uit de statistieken bekend, maar dat dit er zo veel zijn merk je pas zodra een deel van hen met jou in hetzelfde vliegtuig zit.
Uitgedroogd zijn ze, deze repatrianten, want alcohol mag dan van oorsprong een Arabisch woord zijn, de profeet Mohammed heeft er een verboden drank van gemaakt. En of je nu moslim bent, boeddhist of hindoe, burger of slechts gastarbeider, iedereen in Qatar heeft zich daaraan te houden.
Maar in de passagierscabine van een vliegtuig gelden andere regels, en daarom laten de Sri Lankanen zich daar optimaal verwennen met alcoholische drankjes – alsof het een weldadige regenbui na grote droogte betreft. Gulzig gaan de blikken naar het gangpad, waar het karretje met rammelende flesjes en blikjes langzaam nadert. Als kleine kinderen in een snoepwinkel hoor je ze fluisteren: Wat ga jij als eerste nemen?
Enkele uren later is de sfeer aan boord een stuk grimmiger en zijn passagiers veranderd in rare wezens die wilde kreten slaken, om zich heen slaan en medepassagiers met een schele blik en brede grijns aanstaren. Direct na de landing in Colombo wordt er zelfs een geboeid afgevoerd, omdat hij met zijn buren op de vuist was gegaan.
Tamil Tijgers
Het massale verblijf van Sri Lankanen in het Midden-Oosten heeft nog een ander ontwrichtend effect, dat veel ingrijpender en langduriger is en vooral de levens van thuisblijvers raakt. De afwezigheid van vaders en –vooral– moeders leidt tot gezinssituaties die gemakkelijk misstanden veroorzaken. Zo staan nogal wat mannen bij de verzorging van kinderen er alleen voor en sommigen van hen vergrijpen zich na verloop van tijd seksueel aan hun dochters. Zijn deze vaders ook nog eens aan alcohol verslaafd, dan maken deze meisjes de afschuwelijkste dingen mee.
Als het gaat om misbruik van kinderen in Sri Lanka wordt doorgaans gewezen op de inzet van kindsoldaten door de Tamil Tijgers, een guerrillabeweging van Tamils die vanuit het noorden en oosten van het land dertig jaar lang vocht tegen het regeringsleger van de Singalese meerderheid. Vorig jaar kwam er een einde aan deze bloedige burgeroorlog doordat het leger de Tijgers definitief wist te verslaan. Verder was seksueel misbruik in Sri Lanka lange tijd iets waaraan buitenlandse toeristen zich schuldig maakten.
Misbruik van kinderen in gezinnen mag dan minder in het oog lopen, het is in Sri Lanka zeker niet minder ernstig. Tony Senewiratne, directeur van Habitat for Humanity, een christelijke organisatie die zich richt op huisvesting voor de armen en behoeftigen, heeft het voorkomen van seksueel misbruik zelfs tot speerpunt van zijn bouwbeleid gemaakt. Kinderen horen thuis een eigen kamertje te hebben, is zijn devies. De eenkamerhuisjes van een doorsnee Sri Lankaans gezin, waar ouders en kinderen gezamenlijk verblijven, ziet hij als broedplekken van onzedelijk gedrag.
Dat de meeste Sri Lankanen zich geen groter huis kunnen permitteren, ontkent Senewiratne. „Sri Lanka kent een van de succesvolste geboortebeperkingsprogramma ter wereld: de meeste gezinnen tellen hier slechts twee kinderen, dus zo groot hoeven de huizen niet te worden.” Verder is het volgens hem niet nodig om in één keer zo’n huis neer te zetten, gezinnen kunnen er in fasen aan bouwen (en voor sparen).
Senewiratne maakt zich geen illusies als het gaat om de vraag op welke schaal seksueel misbruik van kinderen in zijn land voorkomt, maar hamert er tegelijkertijd op dat wereldwijd kinderen niet veilig zijn voor grijpgrage mannen. Hij noemt ze de „schijnveilige plekken” voor kinderen, waar misbruik het meest plaatsvindt: in hun eigen huis, in hun buurt, op school en in de kerk. Stuk voor stuk locaties waar volwassenen macht hebben over kinderen, en daarom zijn ze volgens hem per definitie verdacht.
Zondagsschoolmeester
Dat hij de kerk in dit onveilige rijtje noemt, is geen toeval. De kerk heeft „de meeste macht over kinderen” en is dus bij uitstek een onveilige plek. „In tijdschriften wordt pedofielen geadviseerd naar de kerk te gaan omdat ze daar het gemakkelijkst toegang hebben tot kinderen. Het enige wat ze hoeven te doen is zich te presenteren als goede teamleiders, als bekwame zondagsschoolmeester, en ze krijgen zo een groep kinderen toegewezen.” De Habitatdirecteur wijst erop dat degenen die zich seksueel vergrijpen aan kinderen geen „monsters zijn die je in het donker opwachten”, maar juist „aardige jongens” die hun vriendelijkheid en gulheid inzetten om van kinderen seksuele handelingen gedaan te krijgen.
Ook Ajith Fernando, directeur van Youth for Christ in Sri Lanka en in Nederland bekend als auteur van diverse populair-theologische boeken, noemt seksueel misbruik van kinderen „een nationale plaag” die aan de kerk niet is voorbijgegaan.
In Colombo laat een predikant, die zijn naam om veiligheidsredenen niet in de krant wil hebben, het opvanghuis voor misbruikte meisjes zien dat hij naast de pastorie heeft neergezet. De 25 meisjes die er verblijven zijn thuis jarenlang door hun vaders misbruikt en daardoor psychisch volledig verknipt. „Ik ga daar nooit alleen naar binnen”, vertelt de predikant, „maar altijd onder begeleiding van twee vrouwen; van een man die in zijn eentje op hen afstapt krijgen deze meisjes de schrik van hun leven.”
Hij legt uit dat hij de meisjes tijdens hun verblijf in het tehuis een andere identiteit probeert te geven. „Hun vrouw-zijn is de enige waarde die ze zichzelf toekennen, dat is hun van kinds af geleerd. Ik wil dat ze zich weer als mens leren zien, met een eigen identiteit en een eigen levensperspectief.” De predikant ziet ze om die reden liever niet te snel verkering krijgen, omdat ze dan weer snel in die oude rol van seksueel subject terugvallen.
Niet iedereen is even gelukkig met de opvang van misbruikte meisjes door de kerk, omdat juist zulke opvanghuizen, maar ook weeshuizen broedplaatsen van seksueel misbruik zijn, vindt ook Senewiratne. Vooral na de verwoestende tsunami op 26 december 2004, waarbij in Sri Lanka zeker 40.000 doden vielen en tal van gezinnen uiteen werden gerukt, steeg het aantal weeshuizen enorm. Kerken en christelijke organisaties uit het buitenland stonden vooraan om zich over kinderen te ontfermen die hun ouders hadden verloren.
Bekeringsdrang
Een methodistenpredikante uit de noordoostelijke havenstad Trincomalee –ook zij blijft liever anoniem– wijst op de negatieve reactie van de Sri Lankaanse overheid op die christelijke ijver voor wezen. „De regering vermoedt te veel bekeringsdrang achter al die zorg, en wil het aantal tehuizen daarom aan banden leggen.” Het weeshuis dat zij runt mag om die reden geen nieuwe bewoners meer opnemen en is inmiddels in aantal kinderen gehalveerd, van ruim 50 naar 25.
Volgens haar zijn ook de regels voor het besturen van weeshuizen verscherpt en dat houdt verband met seksueel misbruik dat met enige regelmaat opduikt. Zo dienen tehuizen voor meisjes een vrouwelijke leidinggevende te hebben. Overigens heeft ze de indruk dat de overheid misstanden in christelijke tehuizen aandikt en rondbazuint om maar een kwaad gerucht van de kerk te verspreiden en haar aantrekkingskracht te verzwakken. Ze constateert verder dat ook in het buitenland de interesse voor weeshuizen tanende is – buitenlandse fondsen voor haar tehuis zijn in ieder geval fiks geslonken.
Onder het motto ”de gelegenheid maakt de dief” adviseert Habitatvoorman Senewiratne kerken om preventief te werk te gaan bij de inrichting van hun gebouwen. „Ik zeg altijd: alle zalen dienen een glazen deur te hebben, en een toilet mag geen afgesloten ruimte zijn, maar moet altijd zo gebouwd zijn dat is te zien of één persoon of meerderen hem bezetten.”
Senewiratne maakt in dit verband onderscheid tussen pedofielen en misbruikers van kinderen. „De laatste groep wordt door een specifieke situatie tot misbruik verleid. Bijvoorbeeld doordat een man –predikant of niet– aangesteld wordt als hoofd van een weeshuis en ook nog eens alle macht over de kinderen heeft zonder controle van buiten. Dan kun je er bijna zeker van zijn dat hij ontspoort.” De Habitatdirecteur maakt graag de vergelijking met geld „dat ergens op een tafel ligt en waarvan ik als enige afweet. Dat gaat toch ook een keer mijn broekzak in?”
Volgens Senewiratne onderscheidt de kerk zich nauwelijks op het punt van misbruik, maar wordt het geloof juist vaak als dekmantel gebruikt om zonden verborgen te houden.
Ajith Fernando wijst op een dieper liggend trekje van de Sri Lankaanse mentaliteit, waarmee ook christenen te worstelen hebben. „We zijn een nogal pragmatisch volkje dat lak heeft aan wetten en regels. Zodra mensen tot geloof komen kost het hun bijvoorbeeld grote moeite te aanvaarden dat liegen zonde is en dat christenen volgens Bijbelse normen leven. Alleen zwakkelingen houden zich aan regels, is de gedachte.”
Schaamte
Er is sowieso weinig besef van zonde onder Sri Lankanen, weet Fernando. „Zonde brengt schande over jezelf en je familie, dus dat druk je weg. En dat doe je al helemaal als een hoger geplaatste –je vader of een predikant– iets fouts heeft gedaan.” De kerk is geroepen om op dit punt de Bijbelse boodschap een specifieke pasvorm te geven, zodat die ook bij Sri Lankanen binnenkomt. „Zo ontdekte ik dat de Bijbel ook veel teksten kent die met schande en schaamte te maken hebben. Dat het offer van Jezus Christus niet alleen onze schuld, maar ook onze schande heeft weggenomen, is voluit Bijbels. Wat we landgenoten duidelijk willen maken is dat het juist een schande is om zonden te bedekken, en dat degene die van genade leeft niet bang is om opening van zaken te geven.”
Breuk met ds. Jeyanesan
„Tot onze grote spijt moeten we bekendmaken dat we onze relatie moesten verbreken met ds. Jeyanesan en de CACM-kerk op Sri Lanka.” Met deze woorden maakten Herman van der Weerd en Laurens van der Tang, beiden de drijvende kracht achter Ceylon Christian Care (CCC), begin vorige maand hun breuk met Jeyanesan bekend.
Ceylon Christian Care is in de rechterflank van de gereformeerde gezindte een bekende hulporganisatie die actief is in Sri Lanka. Behalve een bestuurlijk geschil met de Church of the American Ceylon Mission (CACM), waartoe Jeyanesan behoort, was de reden voor de breuk een aanklacht tegen de predikant wegens onzedelijk gedrag met meisjes uit het meisjeshuis in de stad Batticaloa. Hij werd daarvoor gearresteerd en in hechtenis genomen. Momenteel is hij op borgtocht vrij, maar er loopt tegen hem een gerechtelijk onderzoek.
Vooral vanwege dit zedelijk schandaal kwam het bericht over de breuk tussen hem en CCC hard aan bij de achterban. Buitengewoon wrang is verder de mededeling van CCC dat de kerk in Batticaloa is begonnen met „het wegsturen” van de kinderen uit de tehuizen.