werktuigen
Wat zijn er toch belachelijk veel gereedschappen, constateerde ik onlangs.
Voor de keuken alleen al heb je dit: mes, vork, lepel, schuimspaan, garde, staafmixer, aardappelschilmesje, dunschiller, thee-ei, knoflookpers, blikopener, kurkentrekker, pollepel, pizzasnijder, champignonborsteltje, uienkam, spaghettimaatnemer, eisnijder, spatel, stamper, aardappelvorkje, appelboor, deegsnijder, grapefruitlepel, aspergeschiller, horizontale cakesnijder, ice crusher, kaasschaaf, rijstkoker, kersenontpitter, kreeftentang, meloenboor, olijfontpitter, tomatenontkroner, visontschubber, vleesklopper, citroentrekker, quenelleknijper, parmezaanbreker, sambaltrekker, kiwischiller, gemberrasp, pureeknijper, pastatang, roerzeef, koksmes, broodmes, kaasmes, oestermes, uitbeenmes, slasnijder, avocadosnijder, eierknipper, haringkaakmesje, draadspaan, krokettenpers, marinade-injector, ontsapper, plakjessnijder, theewaterthermometer, vleesvermalser, pastalepel, flessenlikker (alleen in Holland), rijstkoker, timbaaltje, zesteur, trommelzeef, aanzetstaal, blender, appelverdeler.
En dan ben ik de bolzeef en de doseertrechter nog vergeten – en natuurlijk het truffelschaafje en de vetscheider.
Gereedschap is nuttig. Het helpt mensen handelingen uit te voeren waarvoor hun lichaam ontoereikend is. Met blote handen een spijker in de muur slaan is alleen weggelegd voor de zeer sterken, en zelfs die hebben na afloop putjes in hun handpalmen. Dat moet je niet willen.
Gereedschappen zijn enorm belangrijk in het dagelijks leven, en dat zijn ze al eeuwen. De steentijd dankt zijn naam zelfs aan zijn werktuigen. Maar in de steentijd konden ze niet tippen aan het megalomane arsenaal aan hulpen dat vandaag de huishoudens bevolkt.
De vraag is of hier sprake is van vooruitgang of van ”forward to the past”. Wat moet een mens nu met een parmezaanbreker of een horizontale cakesnijder? Hij wordt er niet slimmer van, en waarschijnlijk zelfs ongelukkiger. Zie hem zitten, naast zijn keukenla vol snijders en schillers. Zijn ongebreidelde creatieve en motorische vermogens weten amper meer van hun bestaan.
De sensatie van het snipperen van een ui uit de losse pols. De wonderschone kunst van het schillen met een mesje. De blijdschap die de mens ten deel valt die de tere appelhuid in één dunne krul van de vrucht kan scheiden. Wie heeft nog weet van dergelijk diep geluk?
Gelukkig is het vakantie en gelukkig bestaat er voor totaal vergereedschapten de camping. Kunnen ze fijn hun koffie opgieten met de hand en kipfilet in blokjes snijden met een broodmes en uit het vuistje eten in de ondergaande zon.