Commentaar: Vertrek Wellink had cultuurverandering bespoedigd
Fouten toegeven valt Nout Wellink zwaar. Zo veel valt wel te concluderen voor eenieder die aanschouwd heeft hoe de president van De Nederlandsche Bank (DNB) zich deze week tegenover de Tweede Kamer verantwoordde, na de bikkelharde conclusies van de commissie-Scheltema over de rol van de toezichthouder bij de ondergang van DSB Bank.
Pas nadat het vuur Wellink door Kamerleden na aan de schenen werd gelegd, bood hij namens zijn organisatie verontschuldigingen aan en schaarde hij zich achter Scheltema’s bevindingen dat DNB in 2005 geen vergunning had mogen geven aan DSB en in de jaren erna geen toezicht hield zoals het een toezichthouder betaamt.
Het was niet de eerste keer dat Wellink moeite had om door het stof te gaan. Onder meer tegenover de commissie-De Wit zocht hij de afgelopen maanden vaker de aanval dan dat hij zich schaarde achter de belangrijkste conclusie van die commissie dat de rol van DNB rond de verkoop van ABN AMRO en het faillissement van Icesave onvoldoende was geweest.
Wie de optelsom maakt, kan haast niet anders dan concluderen dat DNB, en Wellink in het bijzonder, ernstig beschadigd zijn geraakt. Toezicht houden lijkt bij DNB in de afgelopen jaren net wat te vaak te zijn verward met toekijken. Daadkracht en assertiviteit ontbraken. Terecht eist minister De Jager daarom een cultuurverandering bij de organisatie om daarmee het vertrouwen te herwinnen dat voor een financiële waakhond zo broodnodig is. Wellink krijgt een maand om hiervoor een plan van aanpak op te tuigen.
Grote vraag is echter of Wellink wel de man is om DNB in dit transitieproces te leiden. Ook al is hij er, aldus insiders, innerlijk diep van overtuigd dat de mondiale financiële wereld verandering behoeft en zet hij zich daar tot op het hoogste internationale niveau voor in: het is hem tot nog toe onvoldoende gelukt die verandering te realiseren. Het is ook de vraag hoeveel correctie je kunt verwachten van iemand die tot op zekere blijft ontkennen dat er veel is misgegaan.
Nu gaat het uiteraard niet aan om alle DNB-misère van de afgelopen jaren in Wellinks schoenen te schuiven. Probleem is echter wel dat hij als het boegbeeld van DNB de publiek verantwoordelijke is voor alle missers. In 2006 ruimden de ministers Donner van Justitie en Dekker van VROM het veld na de Schipholbrand, die zij uiteraard ook niet zelf hadden aangestoken. Maar ze waren wel de politiek verantwoordelijken voor dit drama. En in dat opzicht was hun vertrek een vorm van maatschappelijke genoegdoening.
Omdat de bankwet de Kamer nauwelijks mogelijkheden biedt om Wellink de laan uit te sturen, ware het, om diezelfde reden, beter geweest wanneer Wellink de eer aan zichzelf had gehouden. Een fris gezicht zou de noodzakelijke cultuurverandering binnen DNB ook hebben vergemakkelijkt.
Wellink zelf peinst hier klaarblijkelijk niet over. Hij meent juist dé man te zijn om DNB door de cultuuromslag te loodsen. Hij lijkt zichzelf daarmee te zien als ”too big to fail”. Net zoals Fortis en ING destijds –in tegenstelling tot DSB– too big to fail waren; te belangrijk voor het systeem om verloren te kunnen gaan. Waarna ze met staatssteun moesten worden gered.