De bloedtest is volgens hen geschikt voor alle vrouwen, eenvoudig uit te voeren, goedkoop en zonder gevaar, terwijl de vlokkentest en de vruchtwaterpunctie altijd een klein risico op spontane abortus geven.

Klinisch geneticus Suzanna Frints heeft de resultaten van de ontwikkeling van de bloedtest tot nu toe gisteren gepresenteerd op een congres voor embryologen in Rome. De Maastrichtse wetenschappers hebben al bewezen dat de bloedtest afwijkingen bij ongeboren jongetjes aantoont en verwachten hetzelfde resultaat voor het opsporen van het syndroom van Down. De bloedtest kan volgens de onderzoekers een routineonderdeel van de gebruikelijke zwangerschapscontrole worden.

Vrouwen die risico lopen om een kind met aangeboren afwijkingen te krijgen, of die ouder zijn dan 35 jaar, kunnen nu kiezen voor een vruchtwaterpunctie, waarbij vocht uit de baarmoeder wordt opgezogen, of voor een vlokkentest, waarbij cellen uit de moederkoek worden gehaald. Het aanprikken van de baarmoeder kan een spontane abortus veroorzaken.

In vocht of cellen zit erfelijk materiaal op grond waarvan een aantal afwijkingen is vast te stellen. Soms krijgen aanstaande moeders vervolgens het advies de zwangerschap af te breken of kiezen zij daar zelf voor.

Voor het vaststellen van afwijkingen gebruiken genetici een bepaalde methode, die nu ook blijkt te werken met vroeg in de zwangerschap afgenomen bloed van de moeder.

Bloed prikken levert uiteraard geen enkel gevaar op voor de zwangerschap, aldus onderzoeker Frints. Volgens haar is de betrouwbaarheid van de bloedtest nu 80 procent, maar zij verwacht dat de succesfactor nog omhooggaat.