Bert Wiersema: La Sagrada Familia (II)
„Gaan we nog naar boven?” willen de jongens weten. „Ik weet het niet. Twee uur in de rij staan daar voel ik niet zo veel voor. Eerst de kerk maar eens bekijken.”
We stappen de kathedraal binnen. Horen en zien vergaat je. Er wordt letterlijk met man en macht aan de kerk gewerkt. De tempel van Salomo verrees in stilte, de Sagrada Familia niet bepaald. Alles staat in de steigers, maar je kunt toch al goed zien hoe het gaat worden.
Wat opvalt is de duizelingwekkende hoogte, maar vooral de zuilen. Ze lijken op bomen en zijn onwaarschijnlijk dun. Je verbaast je er steeds over dat het hele zaakje niet spontaan in elkaar zakt. Pas als je bedenkt dat de zuilen van zwaar gewapend beton zijn begin je het te begrijpen.
De glas in loodramen hebben schitterende kleuren. In het koor zijn ze met de vloer bezig. Rond de voeten van de zuilen zijn bouwvakkers met enorme marmerplaten aan het puzzelen. Met het hoofd in de nek dwalen we langzaam de kerk door tot we er duizelig van worden. Zelfs Willem, die vindt dat alle katholieke kerken als twee druppels water op elkaar lijken, is onder de indruk.
Hij verbaast zich er niet over dat de boel niet instort. Hij doet een opleiding werktuigbouw en heeft in het kader daarvan constructieleer gehad. Hij zegt diep respect te hebben voor Gaudí, die duidelijk de grenzen heeft opgezocht van wat menselijkerwijs nog mogelijk is.
Dan valt mijn oog op een lift die in een van de torens aan de andere kant van de kerk op en neer gaat. Zou dat een bouwlift zijn, of is het een personenlift? Ik besluit snel even te gaan kijken.
Ik maak me los uit de rij en zoek de voet van de toren. Daar is inderdaad een ingang. Je komt er in een halletje waar een personenlift mensen naar boven brengt. Yes! Er staat nauwelijks een rij voor. Snel haal ik de anderen. Wat een geluk.
Als je ooit de Sagrada Familia bezoekt ga dan niet in de rij staan aan de zuidkant, maar ga eerst de kerk door en zoek de lift aan de noordkant. Omdat die veel minder opvalt zijn daar nauwelijks bezoekers. Binnen tien minuten zijn we aan de beurt. Maar voor je naar binnen stapt waarschuwt een bord: Boven zijn nauwe gangen en smalle trapjes. Mensen met claustrofobie of hoogtevrees wordt met klem afgeraden om naar boven te gaan. Slik. Ik ben bijna twee meter lang en meer dan 100 kilo breed. Ik voel er niet veel voor om daar boven ergens klem te komen zitten. Durf ik dit wel?