Bij een van de drie wegenbouwlocaties heeft de Arbeidsinspectie vastgesteld dat het personeel onvoldoende werd beschermd. Op 21 locaties werd het werk zelfs stilgelegd wegens een „onaanvaardbaar hoog” risico op een ongeluk. De bescherming is volgens een woordvoerster wel verbeterd ten opzichte van eerdere controles in 2007, maar is „nog steeds onder de maat”.

Volgens wegenbouwbedrijven vinden veel opdrachtgevers, veelal provincies en gemeenten, het belangrijker dat het verkeer weinig hinder ondervindt van de werkzaamheden dan dat de werkplek zo veilig mogelijk is. De inspecties werden vorig jaar ook juist gehouden bij werkzaamheden aan provinciale en gemeentelijke wegen, omdat daar het aanrijdgevaar groter is dan op rijkswegen.

In de periode van de controles (juni - november 2009) vonden twee dodelijke ongevallen plaats. Eén slachtoffer werd aangereden door een passerende auto en de andere door een voertuig op een afgezet stuk weg.

Volgens de Arbeidsinspectie moeten wegenbouwbedrijven ook zelf meer verantwoordelijkheid nemen bij het aannemen van een opdracht. „Als het werk niet veilig kan worden gedaan, moeten ze het niet accepteren”, aldus de inspectiedienst. De bedrijven zouden met vakbonden en opdrachtgevers gaan overleggen hoe projecten zo ontworpen kunnen worden dat wegwerkers ze veilig kunnen uitvoeren.

De Arbeidsinspectie waarschuwt ook voor gevaarlijke stoffen die vrijkomen bij wegwerkzaamheden. Asfalt bevat kankerverwekkende stoffen, zoals kwarts en als de weg meer dan 20 jaar oud is, teer. De bescherming hiertegen is meestal goed, maar vorig jaar werd hierom eenmaal het werk stilgelegd. Ook wordt verontreinigde grond als risico gezien, maar hiernaar heeft de inspectiedienst nog geen uitgebreid onderzoek gedaan.