Dat maakte het openbaar ministerie zondag bekend. Vijf vennootschappen van Van V. betalen een boete van 5 miljoen euro aan het OM.

De transacties staan los van de lopende strafzaak tegen Van V. persoonlijk. Die zal onverminderd doorgaan. Woensdag begint de regiezitting voor dit proces bij de rechtbank Haarlem.

Van V. berust erin dat hij degene is die schadeloos moet stellen, reageert zijn advocaat Willem Koops.

„Als het om het geld gaat, is het simpel. De Nederlandse gemeenten, de banken en de gepensioneerden van Philips, maar ook de fiscus, moeten gewoon dat geld krijgen. Ze moeten geen partij zijn in de strafzaak.”

„Het is goed dat in een vroeg stadium een aanzienlijk deel van het geld terugkomt”, zegt een woordvoerder van de Rabo Vastgoedgroep.

Het OM zal Van V. straks geen geld meer ontnemen, omdat hij al heeft betaald. „Het geld komt zo sneller terug waar het hoort”, meent justitie.

In het zogenoemde onderzoek Klimop verdenkt justitie een groot aantal mensen van betrokkenheid bij fraude in de vastgoedwereld. Een deel van hen moet voor de strafrechter verschijnen, maar het OM kiest er ook voor om in dit grote onderzoek de zaken van een aantal verdachten buiten de rechter af te doen.

Zo keren makelaar Michiel Floris en verbonden vennootschappen aan het OM, Philips Pensioenfonds en Rabo Vastgoedgroep 2 miljoen uit.

Verder betalen elf verdachten in deze megafraudezaak ongeveer 2,2 miljoen aan justitie 
en gaan ze taakstraffen verrichten. In ruil daarvoor hoeven ze niet voor de rechter te verschijnen.

Justitie heeft in deze vastgoedfraudeaffaire in totaal ongeveer 125 verdachten op de korrel, die samen meer dan 200 miljoen euro zouden hebben ontvangen voor het gunnen en de afwikkeling van grote bouwprojecten. Mede gezien de omvang heeft het OM besloten met een aantal verdachten te schikken.

In december legde de rechtbank celstraffen van zestien maanden op aan de eerste verdachten in de zaak die moesten voorkomen, de projectontwikkelaars Maarten M. en Rob W. Zij werden veroordeeld voor onder meer witwassen en valsheid in geschrifte. Beiden gingen in hoger beroep.