Door de aswolk van de vulkaan half april was het Europese luchtruim bijna een week gesloten. De luchtvaartmaatschappijen leden daardoor enorm omzetverlies.

Demissionair minister Eurlings had Brussel eerder gevraagd of de bedrijven een beroep konden doen op EU-fondsen voor natuurrampen. Dat blijkt door de voorwaarden niet te kunnen, stelde de EU-commissaris. „Maar dat wil niet zeggen dat het verhaal daarmee ophoudt. En dat is van belang”, zei Eurlings tevreden. „De commissaris heeft gezegd dat het niet zo kan zijn dat de sector structureel verzwakt raakt door dit soort situaties. Hij maakt zich grote zorgen en wil daarom kijken of de concurrentiekracht van de sector kan worden versterkt door de lasten te verlichten.”

Op aandringen van de ministers gaat de Europese Commissie ook kijken naar de rechten die gestrande passagiers nu hebben. „Dat speelt, maar niet zozeer als compensatie van de crisis”, zei Eurlings. Veel ministers vinden de huidige limiet van drie uur vertraging waarna passagiers recht hebben op compensatie „nogal stevig. De vraag is ook wat ‘redelijke kosten’ zijn die vergoed moeten worden. Ik vind dat er duidelijkheid moet komen. Ik trek zelf nog geen conclusies.”

Eurlings merkte ook dat bij de sluiting van het luchtruim de EU-landen nogal verschillend omgingen met de passagiersrechten. „De inspecties in sommige landen deden helemaal niets voor passagiers die hun rechten niet kregen, andere zijn heel streng. Dan heb je dus dat de consument in het ene land in een heel andere positie is dan in de andere. En het leidt tot oneerlijke concurrentie”, aldus Eurlings.

Hij stelde dat Nederland stevig controleert op de rechten van gestrande passagiers. „We lopen redelijk voorop. Andere landen moeten dat ook doen.”