Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft dat gisteren bepaald in een kort geding dat was aangespannen door een melkgeitenhouder uit Bennekom (Gelderland).

De geitenhouder ziet juist in vaccinatie gevaren voor zijn veestapel. De komst van een veearts op het bedrijf vormt volgens hem een risico op besmetting. Bovendien denkt de veehouder dat de Q-koortsbacterie door vaccinatie in de melk van zijn geiten terechtkomt en zijn bedrijf zo besmet kan worden verklaard. Ook voerde hij aan dat vaccineren niet effectief is.

De rechter wees alle bezwaren echter af. „De vaccinatieplicht is door het ministerie voldoende onderbouwd”, aldus de rechter.

De Voedsel en Waren Autoriteit gaat ervan uit dat de geitenhouder uit Bennekom zijn dieren binnenkort laat inenten. Ondanks eerdere weerstand zijn verder alle ruim 400 bedrijven die verplicht waren, inmiddels gevaccineerd.

Gisteren meldden de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) en het Centraal Veterinair Instituut (CVI) dat het inenten van geiten tegen Q-koorts het risico op een abortus voorkomt of verkleint, terwijl het er ook voor zorgt dat de Q-koortsbacterie minder vrijkomt.

De GD en het CVI maken deel uit van een beraad dat moet adviseren of het eind december ingestelde fok- en vervoersverbod kan worden versoepeld. Het kabinet wilde dat per 1 juni doen, maar toen bleken nog niet alle dieren op de melkgeiten en -schapenbedrijven gevaccineerd.