Verval niet bestrijden met groepsdenken
URK – Het verval in de kerk gaat maar door en niemand lijkt iets te doen, verzucht dr. G. Bos, hervormd emeritus predikant in Urk. De strijd van de negentiende-eeuwse theoloog Ph. J. Hoedemaker voor kerkherstel wordt almaar actueler. „De kerk is een verdeeld huis geworden. Als ons eigen zaakje maar goed loopt, denken de meesten.”
Dr. Bos was geruime tijd hoofdbestuurslid van de Confessionele Vereniging. In die hoedanigheid zette hij zich in voor het confessionele gehalte van de kerk. Dientengevolge heeft hij affiniteit met Hoedemaker.
De Hervormde Kerk kende ten tijde van Hoedemaker twee groepen: de vrijzinnigen (destijds de ”modernen” geheten) en de orthodoxen, die onder anderen in Kuyper, de grote opponent van Hoedemaker, hun leider vonden. Terwijl Hoedemaker vasthield aan de Hervormde Kerk, leidde Kuypers Doleantie tot een uittocht van orthodoxe gereformeerden uit deze kerk. „Hoedemaker wanhoopte aan de zichtbare kerk en aan de toekomst van de Hervormde Kerk. Maar hoe erg het met de kerk ook gesteld was, het verbond en de belijdenis waren er gebleven. Je moet naar de kerk kijken zoals God ernaar kijkt, niet vanuit het perspectief van mensen.”
Het belang van Hoedemaker is voor dr. Bos dat hij streefde naar een kerk waar de Heere God regeert en alle partijzucht verdwenen is. „Christus moet het Hoofd van het lichaam van de kerk zijn. Al kunnen de tijden veranderd zijn, Hij verandert niet. Dat heeft mij altijd in Hoedemaker aangesproken.”
De strijd tegen de vrijzinnigen is in de Hervormde Kerk tot op de dag vandaag gebleven. Dr. Bos was voor zijn emeritaat predikant in het Zeeuwse Serooskerke. In de classis Zierikzee waartoe Serooskerke behoort, is ook ds. Klaas Hendrikse werkzaam die als „atheïstisch” predikant veel ophef veroorzaakte met zijn publicatie ”Geloven in een God die niet bestaat”.
Dr. Bos heeft gemengde gevoelens bij de plotselinge roep om tucht tegen ds. Hendrikse. „Hij werkte al zo’n 25 jaar in deze classis en niet één predikant of kerkenraadslid heeft ooit een klacht ingediend. De tucht is in de Hervormde Kerk nooit uitgeoefend, dat is het probleem. Ds. Hendrikse is niet de enige vrijzinnige dominee, de kerk krioelt van de hele of halve vrijzinnigen.”
Hoedemaker wilde het verval in de kerk tegengaan door actie van kerkenraden – niet door organisatie van gelijkgezinden, zeker niet door actiegroepen. Dr. Bos ziet hierin een les voor het heden. „God heeft geduld met mensen. Dat betekent niet dat we als kerk maar wat kunnen aanrommelen. Maar God heeft niets aan ons, het is door Zijn Geest dat Zijn werk plaatsheeft. Laat God het doen, als wij maar bereid zijn om te luisteren.”
Dr. Bos ziet de actualiteit van Hoedemaker in het belijden van een ongedeelde kerk, die nauw verbonden is met de Nederlandse geschiedenis. Hoedemaker staat bekend vanwege zijn leus ”Heel de kerk, heel het volk”. „Die uitdrukking is misschien gedateerd, maar blijvend is dat de kerk in historisch opzicht alles te maken heeft met ons volk. Het is verschrikkelijk dom geweest om de naam hervormd op te geven. Dat zouden Shell en Philips toch ook niet gedaan hebben? De leus van Hoedemaker betekent dat we het houden bij Jan Rap en zijn maat, zoals Kuyper verachtelijk over de Hervormde Kerk sprak. Eruit stappen doe je niet. Als hervormde word je er misschien uitgegooid, maar dan is het vroeg genoeg. Hoedemaker zou op zo’n moment zeggen: Ik maak een afdakje op de stoep en ik wacht net zo lang totdat ik weer in het gebouw mag komen. Maar je loopt niet weg, want dan onttrek je je ook aan de schuld van de kerk.”
Dit is het slotdeel van een drieluik over de hervormde theoloog dr. Ph. J. Hoedemaker, die een eeuw geleden overleed.