Onderwijs & opvoeding

Steun voor bredere taak school

VOORBURG – Twee derde van de protestants-christelijke schoolleiders is positief over de verbreding van de maatschappelijk opdracht van het onderwijs. De meesten menen wel dat dit soms ten koste gaat van de reguliere taken van een school. Over de maatschappelijke stage is een grote meerderheid goed te spreken.

23 June 2010 12:21Gewijzigd op 14 November 2020 10:59
Foto ANP
Foto ANP

Dat blijkt uit onderzoek van de Besturenraad voor het protestants-christelijk onderwijs waarvan de resultaten woensdag zijn gepresenteerd. De raad bevroeg 104 schoolleiders in het voortgezet onderwijs. Zij ervaren dat de school min of meer gedwongen wordt om aan de beantwoording van allerlei samenlevingsvraagstukken bij te dragen, maar de meesten zien dat niet als negatief.

Burgerschapsvorming, maatschappelijke stage, het tegengaan van segregatie en radicalisering, het zijn taken die op het bordje van de school worden gelegd door „een seculiere, liberale, geïndividualiseerde samenleving, die –vaak bezorgd en angstig– op zoek is naar wat de burgers nu eigenlijk nog bindt”, schrijft onderzoeker P. Boersma.

Die extra taken ontmoeten onder docenten wel weerstand. „Toch is de vermaatschappelijking van het onderwijs als zodanig nagenoeg algemeen geaccepteerd. Vermaatschappelijking is niet alleen een thema van socialisten. Vooral ook christendemocraten dragen eraan bij.” De Besturenraad vindt het van belang dat scholen de ruimte krijgen om een eigen maatschappelijke opdracht te formuleren.

In 2008 bleek dat schoolbesturen de scholen meer en meer als maatschappelijke ondernemingen zien. Protestantse besturen bleven daarbij wat achter. Daarom heeft de Besturenraad nu de gevoelens onder de schoolleiders verkend. Zij blijken minder terughoudend dan de onderzoeker veronderstelde, en ook minder terughoudend dan de besturen.

Schoolleiders menen dat scholen vooral op het terrein van de opvoeding overvraagd worden en dat ouders te veel afwezig zijn. Nagenoeg alle schoolleiders willen ouders meer aanspreken op hun verantwoordelijkheid.

Hoewel zeven op de tien schoolleiders het eens zijn met de stelling dat de samenleving maatschappelijke problemen en tekorten niet zomaar mag afschuiven op de scholen, zegt een ruime meerderheid dat hun school er zelf voor kiest een breed aanbod te creëren als antwoord op vragen en problemen uit de samenleving. Schoolleiders van orthodoxe scholen zijn hierin nauwelijks terughoudender dan die van andere scholen.

Het is zoeken naar evenwicht. Een grens trekt men vooral als de maatschappelijke taken strijdig zijn met de eigen doelen en als de taak fysiek en mentaal te veel van docenten vergt.

De helft van de directeuren zegt selectief om te gaan met wat hun school wel of niet aan extra taken op zich neemt. Zeven op de tien schoolleiders stimuleren het docententeam om meer inhoud te geven aan de maatschappelijke taken van de school. Een op de acht remt leraren juist af. Een derde houdt daarbij de politiek graag op afstand. Een grote minderheid verklaart de roep om verantwoording af te leggen mede vanuit het wantrouwen dat de samenleving kenmerkt.

Boersma noemt het een belangrijke bevinding van zijn onderzoek dat de schoolleiders in grote meerderheid positief staan tegenover de maatschappelijke stage. Vooral de vormende waarde ervan voor de leerling –meer dan het nut voor de samenleving– is voor hen een winstpunt. De stage is een succes, constateert de onderzoeker.

Alle scholen besteden intensief aandacht aan de school als sociale samenleving, het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, opvang van zorg- en probleemleerlingen, morele vorming van leerlingen en burgerschapsvorming. Schoolleiders willen vooral meer oog hebben voor de problemen van hoogbegaafde leerlingen en ook meer aandacht schenken aan sociale cohesie en achterstandbestrijding.

Overheidsdwang

Scholen besteden in ruime mate ook aandacht aan veiligheid, pestgedrag, gezond gedrag, seksuele educatie en milieuvraagstukken. Ook is er naar het oordeel van de schoolleiders voldoende oog voor nationale thema’s en mondiale vraagstukken. Wel wil een op de vier schoolleiders aan deze onderwerpen meer aandacht geven.

Het christelijk onderwijs is verdeeld over mogelijke overheidsdwang om praktiserend homoseksuele leraren toe te laten. Een deel van de schoolleiders verzet zich tegen die eis, omdat zij sowieso afwijzen dat de overheid scholen tot iets inzake de aanstelling van leraren wil dwingen. De helft meent dat de overheid in dezen wel een directief mag doen uitgaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer