Jong geroepen tot de kansel
Hij werd geboren in een arm gezin in Sri Lanka, belandde als adoptiebaby in Nederland, kampte met leerproblemen, onderging drie ingrijpende hartoperaties en was zwaar depressief. Toch heeft de 26-jarige Josh van Haeften uit Woudenberg een vast doel: hij wil predikant worden. „De Heere heeft die roeping al meerdere keren bevestigd.”
Ze hebben van oorsprong wonderlijke namen. Josh heet eigenlijk Jayasingha, de strijdvaardige, en Naut, zijn tweelingbroer, Gunasingha: de hulpvaardige. „Ik heb inderdaad heel wat strijd moeten voeren. Maar mijn dooptekst, Jeremia 31:3, heeft mijn leven gestempeld.” De Bijbel –„in Statenvertaling, want die spreekt mij het meest aan”– ligt naast Van Haeften, maar hij zegt de tekst uit zijn hoofd op: „De Heere is mij verschenen van verre tijden. Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid.”
Van Haeften woont nog thuis, is bijna klaar met zijn opleiding godsdienst pastoraal werk. Zijn broer Naut is het huis uit en werkt in de autobranche. „Mijn vader zegt altijd gekscherend: Ik heb twee Hollandse zonen: een koopman en een dominee.”
Nakomertjes
Dat laatste wil Van Haeften graag worden: gemeentepredikant. Het ziet er niet naar uit dat hij daarvoor in de wieg is gelegd als hij in 1984 wordt geboren in Sri Lanka. „Mijn broer en ik waren nakomertjes en mijn biologische ouders hadden geen geld om voor ons te zorgen. Toen we acht weken waren, zijn we geadopteerd. Onze adoptieouders zagen ons voor het eerst in een sinaasappelkistje, ondervoed. We hadden allebei een doek over ons heen.”
Van Haeften is nooit meer terug geweest in Sri Lanka. „Ik voel wel een groeiende behoefte om me in mijn wortels te verdiepen, maar ik weet niet of mijn biologische ouders nog leven. Dat wil ik eerst uitzoeken. Terugkijkend ben ik verwonderd dat het met mij zo anders is gelopen in vergelijking met mijn Sri Lankaanse landgenoten. Waarom ben ik in Nederland in weelde opgegroeid? Waarom zit ik niet net als leeftijdsgenoten in Sri Lanka op de vuilnishoop? Waarom leef ik nog, terwijl zo veel andere kinderen die tegelijk met mij geboren zijn het niet gered hebben?”
Aandoenlijk
Tot z’n zesde bezoekt Van Haeften de Willem van Oranjeschool in Woudenberg. Hij kampt met leerproblemen. „In die tijd was het de gewoonte vrij snel door te verwijzen naar het speciaal onderwijs. Zo kwam ik in Amersfoort op de Werf, een lom/mlk-school. Ik voelde me heel eenzaam. Toch heb ik altijd de aanwezigheid van de Heere ervaren. Ik wist al heel jong dat ik de kansel op moest. Als ik daar iets over zei, vonden mensen dat aandoenlijk, maar voor mij was het een serieuze zaak.”
Ook aan het vmbo, dat Van Haeften volgt op de Guido de Brèsscholengemeenschap in Amersfoort, denkt hij met gemengde gevoelens terug. „Ik zat in de sector verzorging, werd veel geplaagd. Iedereen zei dat ik verpleegkundige moest worden, maar ik vond dat verschrikkelijk.” Hij relativeert: „Ach, nu leer ik voor zielsverpleegkundige.”
De problemen worden verergerd doordat Van Haeften in een klas zit met „nogal wat gedragsgestoorde leerlingen. Sommigen zijn in de goot beland, heb ik later gehoord.” Toch is er één moment in zijn Guidotijd dat Van Haeften nooit zal vergeten. „Er was een herdenkingsbijeenkomst op school naar aanleiding van twee sterfgevallen in één week. Mij werd gevraagd of ik namens de leerlingen iets wilde zeggen. Dat heb ik gedaan. Uit Psalm 43. Ik heb opgeroepen tot bekering. Het werd muisstil in de zaal. Op dat moment voelde ik me een krijgsgevangene van Christus. Ook in die tijd bevestigde de Heere mijn roeping, hoewel anderen zeiden: Jij dominee worden? Dat is echt niet realistisch.”
Geen opstand
Meer tegenspoed blijft Van Haeften niet bespaard. „In mijn Guidotijd werd ik depressief. Uit onderzoek bleek een posttraumatische stressstoornis. Ik werd behandeld bij Eleos, kreeg medicijnen en heb anderhalf jaar thuisgezeten. Ik kon helemaal niets meer, alleen Bijbellezen. Psalm 130 en Psalm 88 heb ik ingedronken. Daar vond ik mijn leven in terug. Wonderlijk genoeg heb ik nooit een moment van opstand tegen de Heere gekend. Hij liet me niet los. Maar Hij liet me ook zien: Wie een knecht van God wil zijn, zal het niet gemakkelijk hebben.”
De Eleosbehandelaars maken korte metten met Van Haeftens toekomstplannen. „Ze zeiden: Je zult nooit predikant worden. Je bent er verstandelijk niet toe in staat en psychisch ook niet. Dat heeft me veel pijn gedaan. Maar ik heb ook ervaren dat je geroepen wórdt; dat doe je niet zelf.”
Na het vmbo gaat Josh naar het mbo om de opleiding sociaalpedagogisch werk te doen. Hoewel op die school alle nationaliteiten en religies aanwezig zijn, bloeit hij er op. „Er was een rustige, beschaafde sfeer. Ik raakte van m’n depressiviteit af, liep verschillende stages in het onderwijs die goed lukten en ging zelfs een halfjaar naar Zuid-Afrika. Daar heb ik verschrikkelijke dingen meegemaakt in de townships. Baby’s die verkracht werden omdat mannen dachten dat ze op die manier van hun hiv-besmetting verlost werden. Te midden van al die ellende heb ik moeders psalmen horen zingen onder de golfplaten. Dat was zoiets wonderlijks. Beschamend ook. Wij, in het Westen, vragen zo snel: Waarom moet dit allemaal gebeuren? Deze vrouwen hadden een rotsvast vertrouwen in God.”
Riskant
Eind 2004, Van Haeften is dan twintig, gaat het opnieuw mis. Dit keer door problemen met zijn hart. „Ik ben naar het ziekenhuis gegaan voor onderzoek. Daar bleek dat ik een vergevorderde hartstoornis had. Ik werd erg ziek, woog nog maar 39 kilo en moest geopereerd worden. Er zaten foute banen in m’n hart die weggebrand moesten worden. Een ingrijpende en riskante operatie.”
Na de eerste keer volgen nog twee soortgelijke ingrepen, omdat de kwaal terugkomt. „Bij de derde keer kwam indringend de vraag op me af: Ben je bereid om te sterven? Ik worstelde daarmee. Mijn omgeving, de gereformeerd vrijgemaakte kring, begreep dat niet zo goed. Ik merkte dat ook in de pastorale begeleiding. Er werd tegen me gezegd: „Je bent toch een verbondskind?” Jazeker, maar het verbond was voor mij geen rustgrond, wel pleitgrond. De Heere heeft me toen laten zien dat alleen Hij weet wat het beste voor Zijn maaksel is.”
Ondanks de lichamelijke zorgen ziet Van Haeften kans te starten met de hbo-opleiding godsdienst pastoraal werk aan de Christelijke Hogeschool Ede. „Na mijn propedeuse ben ik overgestapt naar de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle, omdat het geestelijk klimaat daar me meer aanspreekt. Ik maak me zorgen wanneer in de gesprekken vooral één kant van het geloof, namelijk God is liefde, naar voren wordt gebracht. Wie Christus leert kennen, wordt van tijd tot tijd teruggeworpen op z’n eigen verdoemelijkheid voor God. In Zwolle ervaar ik meer ruimte voor vragen die hierover gaan.” Haast verontschuldigend: „Ik lees veel in Spurgeon, Matthew Henry en soortgelijke theologen. Daar word ik door beïnvloed.”
Te gevoelig
Aanvankelijk wil Van Haeften afstuderen op een onderzoek naar het roepingsbesef bij gereformeerd vrijgemaakte predikanten. „Het werd mij afgeraden, omdat het onderwerp te gevoelig ligt. Het ambt van predikant wordt in mijn kerkverband steeds meer als beroep gezien. Studenten die predikant willen worden, spreken niet meer over roepingsbesef, maar over beroepskeuze. Velen worden trouwens geen predikant, maar godsdienstleraar, wetenschappelijk onderzoeker of gaan in een heel andere branche werken. Ik vind dat een verschraling. Op een instelling als het curatorium is soms veel kritiek, maar het is een voluit Bijbelse zaak. In Handelingen 6 staat dat de broeders een goed getuigenis moeten hebben, vooral gegeven door de apostelen.”
Van Haeften wijst op z’n zwarte pak. „Ik zie er niet echt vrijgemaakt uit. Toch houd ik van deze stijl. Ik noem dit met gepaste eerbied mijn liturgische overall. In dit opzicht kunnen vrijgemaakten best wat leren van predikanten in bevindelijk gereformeerde kring. Dat geldt ook voor hun roeping na emeritaat. In bevindelijk gereformeerde kring gaan predikanten door met preken en pastoraat. Dat waardeer ik.”
Dolfinarium
In september hoopt Van Haeften af te studeren op een onderzoek naar pastoraat aan licht verstandelijk gehandicapten. „De gereformeerde kerk vrijgemaakt in Ermelo, waar ik stage heb gelopen, heeft veel met deze mensen te maken. Ze wonen in ’s Heeren Loo en zijn lid van de kerkelijke gemeente.”
Van Haeften doet in zijn scriptie een aantal aanbevelingen. „Ambtsdragers die catechisatie aan verstandelijk gehandicapten geven, moeten flexibel zijn. Tijdens het voorlezen uit de Bijbel kun je opeens te horen krijgen hoe mooi het Dolfinarium is. Je moet daar op zo’n moment even op ingaan en er vervolgens voorzichtig op aansturen om verder te gaan met lezen. Je moet je kunnen verplaatsen in hun leefwereld, op een eenvoudige, bijna kinderlijke manier moeilijke zaken uit de Bijbel kunnen uitleggen en bijvoorbeeld niet vreemd opkijken van een onverwachte omhelzing.”
Kerkenraden doen er volgens Van Haeften goed aan de ambtsdrager met deze bijzondere pastorale taak zorgvuldig te kiezen. „Het is niet iedereen gegeven om met verstandelijk gehandicapten om te gaan. Net zo goed als niet iedere ambtsdrager geschikt is om scriba te zijn. Helaas worden gehandicapten binnen de gemeente nog wel eens vergeten, terwijl ze er voluit bij horen. Ook zij zijn zondige mensen die tot Christus gebracht moeten worden.”
Van Haeften is „verwonderd” dat het met zijn opleiding zo ver is gekomen dat hij nu bijna afstudeert in het hbo. „Ik herken me in de woorden van 2 Timotheüs 1:9, waar Paulus spreekt over een heilige roeping, niet naar onze werken, maar die gegeven is in Christus Jezus. Ik kan alleen maar prutswerk leveren, maar als God er Zijn zegen aan verbindt, mag het toch dienstbaar zijn.”
Vervreemding
Wat zijn eigen kerkgenootschap betreft ervaart Van Haeften een dubbel gevoel. „Aan de ene kant zijn de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt me lief. Ik ben er gedoopt door dr. A. N. Hendriks; hij begeleidt mij bij mijn scriptie. Aan de andere kant voel ik soms vervreemding als het gaat om de prediking en de geloofsbeleving. Wat ik mis, is de ernst van het zaligmakend werk van God. Er moet écht iets veranderen in je leven. Wedergeboorte is nodig. Het ligt gevoelig in mijn omgeving om daar over te spreken. Ik ben afgelopen twee jaar veel naar diensten in de PKN, de Hersteld Hervormde Kerk en de Gereformeerde Gemeenten geweest. De Schriftuurlijk-bevindelijke prediking die ik daar hoor, is me lief geworden. Maar is vervreemding een reden om weg te gaan uit je kerk? Ik vind dat moeilijk. Een echte knecht van God gaat toch nooit met vreugde weg?”
Na zijn hbo-opleiding hoopt Van Haeften theologie te gaan studeren aan de universiteit in Kampen. „Ik krijg een aantal vrijstellingen, omdat ik de opleiding godsdienst pastoraal werk heb gedaan, maar de oude talen, Hebreeuws, Grieks en Latijn, zal ik flink moeten bijspijkeren. Het is mijn verlangen om gemeentepredikant te worden. Daarbij is het gebed van Salomo bij de inwijding van de tempel in 2 Kronieken 6 ook mijn gebed: „Hoor Gij uit de plaats Uwer woning, uit de hemel, ja hoor, en vergeef”. Mijn leven tot nu toe is veel strijd geweest, maar de Heere is een machtig, goedertieren God.”
Levensloop Josh van Haeften
Josh van Haeften wordt in 1984 in Sri Lanka geboren en heeft een tweelingbroer: Naut. De jongens worden als baby geadopteerd door het echtpaar Van Haeften uit Woudenberg. Josh gaat als vierjarige aanvankelijk naar de basisschool, maar wordt vanwege leerproblemen doorverwezen naar het speciaal onderwijs. Daarna bezoekt hij het vmbo en het mbo. In september rondt hij de hbo-opleiding godsdienst pastoraal werk af aan de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle. Daarna gaat Josh theologie studeren aan de universiteit in Kampen. Hij behoort tot de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en wil gemeentepredikant worden.