Economie

Duisenberg nu toch een blijvertje

Wie in het najaar van 2000 suggereerde dat Wim Duisenberg zou worden gevraagd zijn presidentschap bij de Europese Centrale Bank (ECB) te verlengen, was waarschijnlijk voor gek versleten. Duisenberg maakte toen zijn slechtste dagen mee na een onhandig interview met de Britse krant The Times en een gestage daling van de koers van zijn euro.

ANP
7 April 2003 09:44Gewijzigd op 14 November 2020 00:15
Duisenberg
Duisenberg

Nu is het toch zo ver. Duisenberg mag langer blijven om Frankrijk van dienst te zijn, nota bene het land dat hem bijna het presidentschap bij de ECB ontnam. Hieronder volgt een overzicht van de afgelopen vijf turbulente jaren van Duisenberg.

Mei 1998: Duisenberg wordt na veel politiek gekrakeel benoemd tot president van de ECB. Frankrijk wilde zijn benoeming dwarsbomen ten faveure van een eigen kandidaat, Jean-Claude Trichet. President Jacques Chirac gaat uiteindelijk akkoord na de belofte van Duisenberg dat hij voor het verstrijken van de ambtstermijn van acht jaar plaats zal maken voor Trichet. Wanneer is echter onduidelijk. Hij begint in ieder geval op 1 juni 1998. De zakenkrant Financial Times noemt het compromis „onwaardig, teleurstellend en armoedig.”

Juni 1998: Chirac meent in een vraaggesprek met de BBC dat Duisenberg uiterlijk op 1 juli 2002 vertrekt. De Nederlander zou hem zijn erewoord hebben gegeven en „Duisenberg is een man van eer.” Duisenberg reageert door op te merken dat de Franse president een verkeerde voorstelling van zaken geeft.

December 1998: Duisenberg schopt de Fransen tegen het zere been door tegenover Le Monde ondubbelzinnig te verklaren dat hij zijn functie niet na vier jaar zal neerleggen. De Franse minister van Financiën, Dominique Strauss-Kahn, repliceert dat dit „niet overeenkomstig de afspraak is.”

Duisenberg hult zich vervolgens in stilzwijgen en zegt telkens dat het laatste woord over de kwestie in Le Monde staat. „Vanaf nu antwoord ik alleen nog maar: geen commentaar.” De Nederlander richt zich op het monetaire beleid van de ECB, maar dat gaat moeizaam. Er is veel politieke druk op het beleid.

Duisenberg voelt zich ongemakkelijk op de persconferenties. Elk woord wordt gewogen. De druk wordt vergroot doordat veel centralebankpresidenten en ministers van Financiën van de eurolanden het beleid verschillend uitleggen. De ECB verhelpt dit door de bankpresidenten een ’spiekbriefje’ mee te geven voor hun optredens.

Duisenberg heeft het ook moeilijk door de almaar doorgaande daling van de koers van de euro tegenover de dollar. Meteen na de introductie op 1 januari 1999 stijgt de euro nog, maar daarna tekent zich een sterke val af. Duisenberg heeft als standaardantwoord dat „de euro de potentie heeft om te appreciëren”, maar dit laat de financiële markten koud.

Oktober 2000: Duisenberg baart opzien door in The Times te verklaren dat het gezien de spanningen in het Midden-Oosten niet verstandig is de eurokoers via interventies op te krikken. Onverstandig, zo oordelen velen. Een centrale bankier behoort zich niet uit te laten over de interventiestrategie. Op de financiële markten gaan geruchten dat Duisenberg zal aftreden, wat de ECB ontkent. Hij is wel beschadigd. Financial Times schrijft in een vinnig commentaar dat het een „lichtpuntje” is dat hij heeft aangegeven eerder te willen vertrekken.

De ECB intervenieert uiteindelijk wel een aantal keren op de valutamarkten, maar Duisenberg houdt zich wijselijk stil om te werken aan onvoorspelbaarheid van de ingrepen. Stilte versterkt zijn positie, al blijft de pers smullen van de affaires uit het verleden. De fysieke introductie van de euro op 1 januari 2002, toch het hoogtepunt in Duisenbergs carrière als ECB-voorman, verloopt soepeler dan verwacht.

Februari 2002: Duisenberg kondigt in Maastricht zijn vertrek aan per 9 juli 2003, ruim vijf jaar na zijn aantreden. Hij wordt die dag 68. „Genoeg is genoeg”, aldus de bankpresident. Hij geeft aan eventueel langer te willen blijven als dat de overgang naar een nieuwe president versoepelt. Duisenberg noemt Trichet een van zijn „meest gewaardeerde collega’s.” Frankrijk geeft geen commentaar, maar laat de gestelde deadline van 1 juli 2002 ongemerkt passeren.

Juli 2002: Op 16 juli 2002 blijkt dat Trichet moet terechtstaan voor de affaire rond de bank Crédit Lyonnais.

Februari 2003: De aanklager eist tien maanden voorwaardelijke gevangenisstraf omdat Trichet als hoge ambtenaar van het ministerie van Financiën betrokken zou zijn geweest bij malversaties met rekeningen van Crédit Lyonnais. De rechter vonnist pas op 18 juni, waardoor de opvolging van Duisenberg in het gedrang komt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer