Leren leven met lesbische gevoelens
In reformatorische kring is er gelukkig een groeiende aandacht voor medegelovigen die worstelen met hun homogevoelens. Een goede bijdrage hieraan is ”Leunend op mijn Geliefde”, geschreven door Jeanette Howard, die zelf worstelt met lesbische gevoelens.
De auteur uit Engeland beschrijft haar leven als een woestijntocht, van Egypte naar het beloofde land. Tussen aan de ene kant het negeren van het bestaan van homoseksualiteit en anderzijds totale openheid en de drang om toe te geven aan deze gevoelens binnen een homoseksuele relatie, ziet Jeanette Howard haar woestijntocht als het zoeken naar een derde weg. Haar insteek is niet de seksualiteit, maar haar identiteit. Deze identiteit ligt in haar relatie met Christus.
Dit boek is een eerlijk en aangrijpend levensverhaal van een pelgrim op weg naar Gods toekomst. Juist haar ervaringen en levenslessen kunnen anderen helpen in geloof en vertrouwen de weg van de navolging achter onze overste Leidsman en Voleinder van het geloof, onze Heere Jezus Christus, te gaan.
In de hitte van de woestijn bestaat het gevaar om net als de Israëlieten terug te verlangen naar de vleespotten van Egypte. Het bittere water te Mara doet het volk tegen de Heere murmureren. Onderweg stuit het volk Israël op de tegenstand van de Moabieten. Eenmaal in het beloofde land is de strijd nog niet gestreden. Jericho, Ai en de andere steden moeten een voor een ingenomen worden. Gods volk moet voortdurend op zijn hoede zijn. De doortrapte list van de Gibeonieten wordt niet doorzien. Pas op Gods tijd kan Israël genieten van de rust en de vrede van het beloofde land. Dan is de strijd definitief gestreden en de overwinning behaald.
Naast het motief van de woestijnreis naar het beloofde land bespreekt Howard diverse Bijbelse personen. In dit verband noem ik Ruth en Anna. Beide vrouwen worden heel jong weduwe. Ruth zet een stap in het geloof door met haar schoonmoeder mee te gaan naar een onbekend land. Haar onzekere leven neemt een wending als ze trouwt met Boaz, haar losser. Haar naam komen we tegen in het geslachtsregister van de Heere Jezus. Anna krijgt geen kinderen en blijft haar hele leven verder alleen. Zij stelt haar leven in dienst van de Heere, en wijkt niet van de tempel. Haar valt de grote genade te beurt om het Kind Jezus, haar Verlosser, te mogen zien en begroeten. Zij heeft oog voor Christus’ komst.
Zowel het huwelijk als het alleen zijn moeten we niet idealiseren. De kerk moet het huwelijk ook niet stellen boven een celibatair leven. Het doel van ieder mens is om te leven overeenkomstig Gods roeping. Natuurlijk mogen we bidden om een verandering in ons leven, maar voorop staat Romeinen 8:28: „En wij weten dat degenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn.”
Het boek eindigt met een bespreking van de drie begrippen uit 1 Korinthe 13: geloof, hoop en liefde. Voor geloof zijn geduld, moed en vertrouwen nodig. Geloof is kostbaar, juist als we te maken krijgen met spot en tegenwerking van de kant van mensen. Hoop heeft te maken met het zien en vertrouwen op Gods beloften. Zijn Woord is ja en amen. Daar kunnen we ons op verlaten! De liefde is het belangrijkst. Waarom? Omdat Jezus Zelf Liefde is! Liefde heeft niets te maken met een mogelijkheid om ons te uiten op een manier die wij willen. Liefde gaat helemaal om de overgave aan Hem, die voor ons Zijn leven gegeven heeft en daarvoor de hoogste prijs betaald heeft!
Leunend op mijn Geliefde, Jeanette Howard; uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 5881 447 0; 190 blz.; € 16,90.