Dat hebben diverse betrokkenen bij de wederopbouw gemeld, voorafgaande aan de eerste kwartaalrapportage die de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) morgen presenteren. In de rapportage staat de besteding van de hulpgelden vanuit Nederland naar Haïti centraal.

In totaal is 111,4 miljoen euro opgehaald. Dat geld is besteed aan onder meer onderdak, voedsel, water, sanitaire voorzieningen, medische zorg en scholing.

Er kan geen begin worden gemaakt met de bouw van tijdelijke huizen, omdat op veel plaatsen nog het puin ligt en op de open plaatsen vaak tenten staan. Bijkomend probleem is dat deze zogeheten transitional shelters, in vergelijking met de tenten, aan minder mensen onderdak kunnen bieden.

„Als we in fases op een aantal kampen ruimte gaan maken voor de shelters, moeten er meer tenten verdwijnen dan er tijdelijke behuizing voor terugkomt. Dat betekent dus dat we weer een heleboel mensen de straat op moeten sturen”, vertelt Ian Logan, hoofd van de operatie van het Internationale Rode Kruis in Haïti.

Een ander probleem is volgens de hulporganisaties het gebrek aan strategie en toekomstplannen van de overheid in Haïti. Als er al bouwplaatsen kunnen worden aangewezen voor noodwoningen, moet dat wel op locaties waar mensen eventueel ook werk kunnen vinden en hun sociale leven kunnen oppakken. Daarvoor is nog steeds geen beleid ontwikkeld. „We zijn continu in gevecht met de overheid”, vertelt Sarah Muscroft van de coördinerende organisatie OCHA van de Verenigde Naties.

Misschien wel het grootste obstakel om mensen buiten de kampen een nieuw bestaan 
aan te bieden, is volgens OCHA dat een deel van de Haïtiaanse bevolking zich lijkt te schikken in zijn lot, al is er wel een groeiend deel dat in opstand komt. Er heerst veel apathie onder de bevolking.