Hersteld Hervormde Kerk toont lichte groei over 2009
MONSTER – De Hersteld Hervormde Kerk (HHK) is vorig jaar licht gegroeid. Het ledental nam over 2009 met een klein procent toe. Het totaalaantal leden van het kerkgenootschap wordt nog altijd geschat op tussen de 55.000 en de 60.000.
Dat blijkt uit het kerkelijk jaarboek 2010 van de HHK, dat vrijdag verscheen.
In een jaaroverzicht over 2009 schrijft ds. L. W. Ch. Ruijgrok, scriba van de generale synode, over de grootte van het kerkverband. Door de overkomst van de Plantagekerkgemeente in Schiedam kwam het aantal (wijk)gemeenten uit op 118.
Over het ledental per gemeente is in het jaarboek geen gedetailleerde informatie opgenomen. Tegen de verwachting in was op 31 december 2009 de zogenaamde ontvlechting van de ledenbestanden nog niet in alle gemeenten een feit, aldus ds. Ruijgrok. „Vorig jaar schreven we dat het aantal leden tussen de 55.000 en 60.000 lag. Deze schatting handhaven we ook voor 2009. Ondanks het feit dat in een enkele plaats het ledental vanwege de ledenontvlechting (zeer) fors daalde, nam het totaalaantal leden toch met een klein procent toe.”
Het kerkverband telde eind vorig jaar 58 dienstdoende predikanten, 1 zendingspredikant, 2 predikanten zonder gemeente, 22 emeritus predikanten, 17 kandidaten met preekbevoegdheid en 2 hulppredikers.
De generale synode van november 2009 stemde unaniem in met de notitie ”(On)bevoegd voorgaan”, aldus het jaaroverzicht. Omdat op het grondvlak „niet altijd overeenkomstig de in de notitie uitgezette grondlijnen wordt gehandeld”, droeg de synode het breed moderamen op om de notitie „als synodale uitspraak ter kennis van de kerkenraden en de brede moderamina van de classes te brengen. Kerkenraden dienen alleen diegenen toe te laten tot de kansel die daartoe kerkelijk bevoegd zijn”, aldus ds. Ruijgrok.
Eind 2009 waren ongeveer zestig studenten verbonden aan het Hersteld Hervormd Seminarium in Amsterdam. Niet alle studenten zijn lid van de HHK. Ds. Ruijgrok: „Het klassiek-gereformeerde karakter van de opleiding blijkt in de praktijk ook studenten van andere kerken aan te trekken. Anders gezegd: met deze opleiding mogen we dienstbaar zijn aan het geheel van de Kerk van Christus in ons land.”
Door de groei van het aantal studenten neemt de werkdruk voor de docenten van jaar tot jaar toe, signaleert ds. Ruijgrok. De combinatie van het docentschap met het predikantschap valt sommige docenten zwaar. „De onderwijstaken kunnen naar behoren ingevuld worden, maar het belang van onderzoek op een aantal vakgebieden zou nader aandacht behoeven.”