Opbrengstgericht, deel 2
Vervolgverhalen zijn aan mij niet besteed. Ik lees ze nooit. Ieder die deze column ongelezen bij het oud papier legt, kan bij voorbaat rekenen op mijn volledige begrip. Ik zou hem zelf ook niet lezen. Jammer van het abonnementsgeld, maar oké, je moet iets over hebben voor je principes.
Boven de vorige column had ik als titel staan: ”Opbrengstgericht werken: niet doen!”. De redactie koos iets anders, maar ik vond het zelf wel een mooi statement. De column richtte zich tegen het streven van de inspectie om scholen zover te krijgen dat ze „systematisch en doelgericht gaan werken aan het maximaliseren van prestaties.” Niet doen, dus!
Reactie
Een reactie waarin Jan Voorthuyzen en Bram de Muynck onder meer vertellen hoe in het speciaal onderwijs in Barendrecht resultaten worden geboekt, was zo schitterend, dat deze reactie me over de streep trok om een vervolgcolumn te schrijven.
Voorthuyzen en De Muynck schrijven: „Tot onze verrassing heeft de gerichtheid op goede resultaten geleid tot een positief effect op de leerresultaten én op het werkplezier van de leerkrachten. Wat is het geheim hiervan? Allereerst een gezamenlijke gerichtheid van de teamleden. Overzichten van resultaten kun je zien als ‘hulpplaatjes’ bij wat er aan de hand is. Wanneer je daar samen goed naar kijkt, word je creatief en ga je samen naar oplossingen zoeken. Daardoor ga je ook de noodzaak zien van betere methodieken en van een goede organisatie van het onderwijs. Je spant jezelf niet in in het luchtledige, maar je doet iets om kinderen te helpen bij het leren. Hoe breder je handelingsrepertoire is, hoe beter je dit kunt doen. Daarom moet er in onze visie steeds gependeld worden tussen inspanning en resultaat. Hoe hebben we het onderwijs ingericht? Wat is het resultaat daarvan? Wat leren we hiervan? Hoe gaan we nu verder?”
Zij vervolgen: „In onze ogen gebeurt er iets groots als een leerling zijn eerste AVI-niveau haalt. Dat is iets om van te genieten, iets om dankbaar voor te zijn. Te vaak verkeren leerkrachten in onzekerheid of zij hun werk goed doen. Overzichten van leerresultaten kunnen hun meer houvast geven. De kunst voor de schoolleiding is om de resultaten geen bedreiging te laten zijn, maar een uitdaging. Als zij met behulp van resultaten motiverende gesprekken weten te voeren, dan merken leerkrachten dat ze niet een eindeloze en onduidelijke inspanning met elkaar leveren, maar dat ze van tijd tot tijd mogen oogsten.”
Fantastisch
Dit is een fantastisch verhaal. Op zo’n school zou ik willen werken! Want natuurlijk mis je een geweldige kans als je opbrengsten en resultaten maar wat in het midden laat. Als je ze niet gebruikt. In mijn coaching werk ik vanuit de oplossingsgerichte benadering. Ik ervaar in de dagelijkse praktijk dat mensen pas gaan groeien op het moment dat ze erin slagen om te focussen op wat beter gaat. Ik vergroot dat uit. Ik vraag erop door. Hoe ben je erin geslaagd om dat te bereiken? Resultaten zijn een machtig middel om leerlingen en leerkrachten te motiveren en te laten leren en ontwikkelen. Het kan niet concreet genoeg.
Als u deel 1 hebt gelezen, ervaart u deel 2 mogelijk als een verrassende wending, een bizarre ontwikkeling van de plot. Maar u vergist zich. Tenzij de school duidelijk onder de norm presteert, moet je ”het maximaliseren van prestaties” als doel verafschuwen.
In Vrij Nederland van begin april schreef de managementfilosoof René ten Bos: „Iets wat ik ook laat zien is dat management iets anders is dan leiderschap. Management is altijd uit op het doorrekenen van resultaten. (…) Dat getuigt allemaal van weinig leiderschap. Leiders hebben altijd een zekere onverschilligheid voor wat het gevolg zal zijn van wat ze in gang hebben gezet.”
Hij noemt in dat artikel –verrassend genoeg – dat het woord charisma letterlijk betekent: „In Gods gunst staan.” Zou de leider van een reformatorische school niet diezelfde onbekommerdheid ten opzichte van resultaten moeten hebben? In zijn school moeten mensen samen de goede dingen doen. De dingen goed doen. Planten, natmaken. Daarbij hoort ook zeker leerlingen en leerkrachten motiveren en zelfs inspireren door goede resultaten zichtbaar te maken en uit te vergroten. En tegelijk alles in een heilige onverschilligheid voor het uiteindelijke resultaat, in afhankelijkheid van God. Resultaten zijn, zoals Voorthuyzen en De Muynck schrijven, „om van te genieten, om dankbaar voor te zijn.” Niet om goede sier te maken bij de inspectie. Niet om als doel in te zetten voor je school. Opbrengstgericht werken maakt van middelen doelen en van doelen middelen. Dat is een desastreuze omwenteling.
Goed onderwijs is niet bedoeld om het imago van de school te pimpen, maar om de kinderen te laten ontwikkelen. Laten we ons alsjeblieft blijven richten op leerlingen, hun motivatie, hun vorderingen, hun zelfvertrouwen en hun welzijn op langere termijn. Dan komt het met de resultaten van de school wel goed. Onder de zegen des Heeren.
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl