Dreun voor de christelijke politiek
De uitslag van de verkiezingen geeft christenen alle reden om elkaar minder te bekritiseren en de krachten te bundelen tot heil van ons land en volk, betoogt ing. E. J. Bilder.
De uitslag van de Kamerverkiezingen is voor de christelijke politieke partijen ongekend slecht. Nog nooit eerder was het aantal behaalde zetels zo gering. En deze klap wordt door de kiezers uitgedeeld terwijl er voor het eerst sinds 75 jaar een (demissionair) kabinet zit dat louter en alleen uit christelijke bewindspersonen bestaat. Het kan verkeren.
Het is te vroeg voor een grondige analyse. Toch is het goed om stil te staan bij de gebeurtenissen. Ze staan niet op zich zelf en vragen om bezinning, niet alleen binnen de christelijke politieke partijen maar ook binnen het geheel van christelijk Nederland. Vanwege de beschikbare ruimte moet ik bondig formuleren, daardoor bestaat het risico dat de nuance wat ontbreekt.
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat juist de christelijke politieke partijen zo in ongenade zijn geraakt? Over deze vraag zullen vooral het CDA, maar ook de ChristenUnie zich moeten buigen. Voor mij was het in elk geval opvallend dat er in de campagne weinig aandacht is gevraagd voor de thema’s waarbij levensbeschouwing een belangrijke rol speelt.
Ook de inzet op de economie als het speerpunt voor de verkiezingscampagne doet geen recht aan de bredere visie op het geheel van de samenleving die van christenen mag worden verwacht. ”Niet bij brood alleen” was de titel van een CDA-verkiezingsprogramma in de jaren 70. De afgelopen weken ontstond een heel ander beeld. Jammer, een gemiste kans.
Opvallend is ook de manier waarop de christelijke partijen met elkaar zijn omgegaan gedurende de campagne. Veel pijlen werden op elkaar gericht. Op advies van bevriende relaties vanuit de SGP heb ik twitterende kandidaat-Kamerleden gevolgd. Om bedroefd van te worden. Met name sommige CU’ers lieten geen dag voorbijgaan zonder op het CDA te katten.
Ook op andere momenten in de campagne leek het wel of men de grootste bedreiging voor de toekomst in een andere christelijke partij zag. Teken aan de wand is dat het grote verlies van het CDA niet tot winst voor de andere christelijke partijen heeft geleid. Wat meer broederschap had de uitslag voor geen van de drie partijen negatief beïnvloed.
Wat staat ons te wachten? Het aantal libertijnen in de Kamer is sterk toegenomen. In feite vormen alle paarse partijen een directe bedreiging voor christelijk Nederland. De messen zijn al voor de verkiezingen geslepen. De vrijheid van onderwijs zal al spoedig worden ingeperkt. Christelijke scholen zullen te maken krijgen met de acceptatieplicht, zowel voor leerlingen als personeel. Voor de SGP is niet te verwachten dat een volgend kabinet voor een ‘soepele’ omgang met de uitspraak van de Hoge Raad inzake het vrouwenstandpunt zal kiezen. De VVD heeft in de campagne ingezet op meer koopzondagen. De druk op de zondagsheiliging zal toenemen.
Ook de kerken moeten zich zorgen maken. Immers, de voorzitter van de PvdA deinsde er niet voor terug om rooms-katholieke erediensten te verstoren omdat men weigerde een praktiserende homo de hostie uit te reiken. Ook binnen de VVD en D66 zijn sterke krachten om bepaalde keuzes die voortkomen uit de wil om volgens Bijbelse normen te leven, niet langer te accepteren. Over de consequenties voor de medisch-ethische dossiers kunnen ook sombere voorspellingen worden gedaan. Als geen van de christelijke partijen gaat meeregeren zullen op dit terrein alle remmen los gaan. Vrijheid zal tot de hoogste norm verheven worden.
Het is de hoogste tijd dat de christelijke groeperingen zich beraden op hun positie en waar mogelijk hun krachten bundelen. Tot op heden is er vooral aandacht geweest voor de onderlinge verschillen en te weinig voor het feit dat we inmiddels met elkaar wel een kleine minderheid geworden zijn.
Het zijn niet alleen de drie christelijke partijen die veel meer in broederschap met elkaar moeten omgaan en bij belangrijke zaken samen moeten optrekken, ook de kerken moeten zich meer tot de samenleving richten en hun leden wijzen op ontwikkelingen in de samenleving en die duiden. Mij is opgevallen dat rond de activiteiten van het Christelijk Conservatief Beraad enkele predikanten met kritiekpunten komen, zonder enige vorm van waardering voor de initiatieven om de samenleving te waarschuwen voor de bedreigingen van deze tijd.
Als we als christenen een boodschap menen te hebben voor de samenleving, moeten we ophouden elkaar op ondergeschikte onderwerpen te bestrijden. We zullen krachten moeten bundelen en waar mogelijk gezamenlijk moeten spreken tot de regering en tot de politieke partijen. Laten we daarom beginnen met ons te verootmoedigen, vergeving te vragen voor wat we fout hebben gedaan en zegen vragen over het werk dat wacht. Daarbij moet het niet gaan om macht of invloed, maar om het heil van ons land en volk.
De auteur was lid van de Tweede Kamer voor het CDA en is lid van het Christelijk Conservatief Beraad.