Duisenberg moet wellicht langer blijven
Duisenberg wil op 9 juli terugtreden als president van de Europese Centrale Bank (ECB). Het ziet er echter naar uit dat als gevolg van de rechtszaak tegen zijn beoogde opvolger, de Fransman Trichet, het afscheid wordt verschoven naar een latere datum.
De Fransen zitten er behoorlijk mee in hun maag. Destijds verzetten zij zich tegen de benoeming van de huidige chef van de in Frankfurt zetelende instelling. Daarna hebben zij steeds herinnerd aan de afspraak dat hij in ieder geval de termijn van acht jaar, die aanving halverwege 1998, niet zou volmaken. Maar thans is het in hun eigen belang dat hij zijn verblijf aan het hoofd van de monetaire autoriteiten in de eurozone toch nog even verlengt.
De tijd begint de dringen. Een beslissing over wie de functie overneemt, behoort toe aan de regeringsleiders en vereist unanimiteit onder hen. Zij hebben tot dusver officieel niets geregeld. De juridische verwikkelingen rond de favoriete kandidaat, die momenteel de scepter zwaait over de nationale centrale bank van Frankrijk, zorgen voor complicaties. Anders was de zaak al lang in kannen en kruiken geweest.
Vanavond en morgen zijn de vijftien ministers van Financiën voor informeel beraad bijeen in Athene. Griekenland, dat in de lopende zes maanden het voorzitterschap van de Unie bekleedt, heeft de kwestie op de agenda van deze vergadering geplaatst.
De aanstelling van Wim Duisenberg, vijf jaar terug, ging bepaald niet van een leien dakje. President Chirac bood hardnekkige tegenstand. Als enige opteerde hij voor zijn landgenoot Jean-Claude Trichet. In het finale stadium waren er tijdens een speciale top in Brussel urenlange onderhandelingen nodig.
De Nederlander reikte uiteindelijk een oplossing aan voor de impasse. Hij verklaarde dat hij, gezien zijn leeftijd, de ambtsperiode die de voorschriften voorzien voor de hoogste baas van de ECB, niet zou uitdienen. De lidstaten beloofden onderhands dat na zijn voortijdig vertrek zijn concurrent aan de beurt zou komen.
Duisenberg heeft ruim een jaar geleden al, kort na de geslaagde introductie van de gemeenschappelijke munten en bankbiljetten, duidelijkheid verschaft over zijn plannen. Hij kondigde aan dat hij 9 juli 2003, de dag waarop hij zijn 68e verjaardag hoopt te vieren, had uitgekozen om op te stappen.
Het lijkt echter geen soepele overdracht te worden. Inmiddels zijn er namelijk problemen gerezen rond de persoon van Trichet. Aan diens kwaliteiten twijfelt niemand. We mogen hem beschouwen als vertegenwoordiger van de monetaire traditie die ook Duisenberg altijd heeft bepleit: geen bemoeienis van de politiek met het rentebeleid en prioriteit voor bestrijding van de inflatie.
De schoen wringt op een ander punt. De Fransman is verzeild geraakt in een gerechtelijke procedure. Was hij misschien betrokken bij de malversaties die aan het begin van het vorige decennium plaatsvonden bij de noodlijdende bank Crédit Lyonnais? luidt de vraag. Hij werkte toentertijd als hoge ambtenaar op het ministerie van Financiën in Parijs.
De rechter oordeelt op 18 juni. De benoeming tot ECB-president kan niet eerder haar beslag krijgen dan nadat onomstotelijk vaststaat dat de aangeklaagde geen enkele blaam treft. De reputatie van de topman van de in mondiaal opzicht op een na belangrijkste centrale bank dient immers onbesmet te zijn.
Na een besluit van de regeringsaanvoerders moet het Europees Parlement via een hoorzitting met de genomineerde, een debat en een stemming daaraan nog goedkeuring hechten. Dat gebeurt waarschijnlijk pas in september. Al met al zit een wisseling van de wacht op 9 juli er waarschijnlijk niet in.
Het ligt daarom voor de hand dat Duisenberg wat later dan zijn bedoeling was met pensioen gaat. Zelf heeft hij aangegeven daartoe bereid te zijn als de omstandigheden dat vereisen. Er is dus alleen een verzoek nodig van de lidstaten. Wellicht krijgen we helderheid hierover na het overleg van de bewindspersonen in de Griekse hoofdstad.
De financiële wereld zou er blij mee zijn. Die houdt niet van onzekerheid, al helemaal niet nu de oorlog in Irak het risico meebrengt van een verdere verslechtering van de conjunctuur en in dat kader waakzaamheid en zo nodig een krachtig optreden van de monetaire beleidsmakers geboden zijn.
Het vonnis kan natuurlijk ook verkeerd uitpakken voor Trichet. In die situatie rest niets anders dan een zoektocht naar een nieuwe kandidaat. Frankrijk zal ook dan, met verwijzing naar de deal van 1998, de baan blijven claimen.
Twee namen circuleren. Christiaan Noyer had tot halverwege vorig jaar als vice-voorzitter al zitting in het ECB-bestuur. De spelregels sluiten een terugkeer in dat orgaan uit, maar in geval van nood valt natuurlijk te denken aan een herziening van die bepaling.
Jean Lemierre zou eveneens een gegadigde zijn. Hij geeft leiding aan de Europese Bank voor Herstel en Ontwikkeling, die ooit werd opgericht om de landen uit het voormalige Oostblok te helpen bij hun economische hervormingen. Hij beschikt niet over ervaring als centrale bankier.
De ministers buigen zich trouwens over nog een vacature binnen de zeshoofdige directie. Binnenkort loopt de termijn van de Finse Sirrka Hämäläinen af. Oostenrijk schuift mevrouw Gertrude Tumpel-Gugerell, vice-president van de nationale centrale bank, naar voren. België prijst de hoogleraar Paul de Grauwe aan. Eerstgenoemde heeft de beste papieren.