Een avondje sharia snuiven in Amsterdam
DEN HAAG – Christenen in moslimlanden wacht de doodstraf. Invoering van islamitische wetgeving betekent daarom „een ernstige” beperking van de godsdienstvrijheid. Een avondje sharia snuiven.
Dinsdagavond. Nederland kent even een heuse islamitische rechtbank. Debatcentrum De Balie in Amsterdam ‘installeert’ voor de gelegenheid een shariarechtbank „met bevoegde rechters” om het publiek inzicht te geven in het islamitisch recht.
Drie rechters nemen plaats achter een tafel op een hoog podium: een antropologe met wortels in Egypte, een Haagse advocate-met-hoofddoek –geboren in Turkije, getogen in Nederland– en een omstreden voorman van de AEL, imam Mohammed Cheppih.
De rechtbank krijgt enkele casussen voorgelegd. Kees leert z’n vrouw kennen op een EO-Jongerendag, trouwt, krijgt een kind. Ze lopen vast in hun huwelijk, volgen therapie, maar zij wil toch scheiden. „Mijn vraag: Wilt u de scheiding niet inwilligen?”
Omstandig geven de rechters hun visie. De rechtszaal verandert in een collegezaal. Islamitisch recht voor gevorderden.
Gestommel achterin. Vijf activisten van de nationalistische organisatie Voorpost schoppen stennis: „Dit is de laatste waarschuwing.” Voorin ontrollen ze een spandoek –”Stop de islamisering van Nederland”– en maken zich weer uit de voeten.
Shariarechtbanken zijn voor veel Nederlanders een schrikbeeld, meldde de uitnodiging al. De angst vertaalt zich echter niet in hoge bezoekersaantallen, stelt de organisatie spijtig vast. Het avondvullende programma sharia snuiven trekt veertig gasten, minus vijf vertrekkende activisten, drie deelnemende panelleden en één forumleider.
Ds. Marten de Vries legt de islamitische rechtbank scherpe vragen voor. De missionair predikant uit Rotterdam vraagt de rechters Nederland en de islam een dienst te bewijzen door zich openlijk te distantiëren van vervolging van christenen in moslimlanden.
Doodstraf christenen
„Het is overbekend dat bekering tot het christendom met de doodstraf moet worden bekocht. Ook al is dat misschien niet wettelijk vastgelegd, dit is wel de harde praktijk”, stelt ds. De Vries. Ook in Nederland moeten tot het christendom bekeerde moslims zich op geheime adressen schuilhouden.
„Wanneer moslims alle vrijheid hebben om hun religie te verbreiden onder christenen, dan ook andersom. Bij het Vaticaan kan wel een moskee worden gebouwd, maar een kerk in Mekka is ondenkbaar. Zelfs mensen die worden verdacht van bouwplannen worden ter dood gebracht.”
Cheppih kaatst de bal terug. Dragen christenen zo veel zorg voor degenen die het christelijke geloof vaarwel zeggen, vraagt hij, verwijzend naar Jehova’s getuigen. De advocate weet van een meisje dat van een rooms-katholieke school werd gestuurd nadat ze de kerk verliet. En weet de dominee wel dat er in Italië een verbod geldt om moslim te worden?
De Jehova’s getuigen vormen een sekte binnen de christelijke stroming, nuanceert ds. De Vries. „Ik heb echter nog nooit gehoord dat christenen geweld gebruiken tegen hen die het christendom vaarwel zeggen.”
De rechtbank is echter „niet bevoegd” om uitspraken te doen over uittreding van gelovigen, verklaart de theoloog. „Alleen als de staat in gevaar komt, mag de sharia ingrijpen.” De imam zegt iedereen het recht toe te kennen zijn eigen religie te belijden. Uitzetting van christenen is uit den boze, zegt hij.
De advocate windt zich op over het betoog van de predikant. „Het riekt naar zo veel emoties.” Ze vraagt waarom de sharia zich zou moeten distantiëren van christenvervolging. „Dat vraagt u de rechtbank in Den Haag toch ook niet? Moslims moeten zich altijd bewijzen. Waarom gaat u ervan uit dat moslims geweld prediken?”
Ds. De Vries adviseert haar te rade te gaan bij christenen uit Egypte, Saudi-Arabië, Irak, Jordanië. „De meest islamofobe mensen die ik ooit heb ontmoet.” Cheppih vindt dat de predikant „een vertekend beeld” schetst. „U moet nuchter zijn. Waarom noemt u niet het voorbeeld van christenen in Gaza die heel véél vrijheden hebben?!”