De Kamerleden Joop Atsma, Ad Koppejan en Hein Pieper inventariseerden de plannen in diverse provincies en becijferen enigszins geschrokken dat er de komende jaren ruim 90.000 hectare nieuwe vooral natte natuurgebieden (moerassen en plassen) moet komen. En daarvoor moeten volgens de CDA’ers vooral polders onder water worden gezet, onder meer in de Wieringermeerpolder, Horstemeerpolder en de Zuiderdieppolders, stellen ze.

Met de slepende discussie over de ontpoldering van de Zeeuwse Hertogin Hedwigepolder in gedachten, stelt Ad Koppejan. „Nederlanders houden van hun polders en zitten niet te wachten op deze nieuwe natuur waarvoor hun polders onder water worden gezet.” Koppejan verzette zich tot het laatst tegen het onder water zetten van deze poldergrond in Zeeland waartoe het kabinet uiteindelijk besloot.