Opnieuw christenen Marokko uitgezet
RABAT – In Marokko is een tweede golf van uitzettingen van buitenlanders aan de gang. De Marokkaanse overheid lijkt het vooral gemunt te hebben op buitenlandse christenen. Ook diverse Nederlanders zitten in de problemen.
Marokko heeft het beleid ten aanzien van buitenlandse christenen sinds begin dit jaar drastisch verscherpt. Eerder al werden tientallen christenen het land uitgezet. Onder hen bevindt zich een Nederlands echtpaar dat in Marokko een kindertehuis bestuurde. Zij werden van de ene op de andere dag gescheiden van hun kinderen, die hen als ouders beschouwden.
De laatste weken heeft de Marokkaanse overheid haar greep op buitenlandse christenen verder verstevigd. In een nieuwe golf zijn sinds vorige maand weer tientallen christenen het land uitgezet. Onder hen bevinden zich verschillende Nederlanders, die verdacht worden van zendingsactiviteiten. Die zijn in het islamitische Marokko streng verboden.
De uitzettingen vinden bijna altijd in het geheim plaats en gebeuren zonder vorm van proces. In veel gevallen wonen de slachtoffers al lange tijd in Marokko. Officieel kan een buitenlander die langer dan tien jaar in Marokko woont, niet worden uitgezet. Een uitzondering kan echter gemaakt worden voor personen die de binnenlandse veiligheid bedreigen. Het lijkt erop dat die clausule geregeld wordt toegepast.
De Marokkaanse overheid heeft lijsten opgesteld van verdachte personen. Na een verlofperiode of een conferentie in het buitenland komen zij veelal het land niet meer in. Op dit moment geldt dat onder meer voor diverse Nederlanders.
Eerder trok onder anderen minister Verhagen van Buitenlandse Zaken aan de bel over de gang van zaken in Marokko. Dat lijkt weinig effect te hebben gehad.
Diverse partijen, waaronder ChristenUnie en SGP, stelden Kamervragen. De SGP gaat bij de minister informeren wat de acties tot nu toe hebben uitgehaald, zo liet SGP’er Van der Staaij maandag desgevraagd weten. „Het is duidelijk dat de storm in Marokko nog niet is uitgewoed. Dit zijn vrij bewuste acties van het regime en geen lokale incidenten.”