Niet economisch stemmen
Wie de verkiezingsstrijd ook maar een beetje volgt, moet het Centraal Planbureau (CPB) kennen. De plannen van alle politieke partijen werden langs dezelfde maatlat gelegd en met de uitkomsten slaan politici en journalisten elkaar nu om de oren. Partijen blijken geneigd in hun programma’s onderdelen zoals de AOW-leeftijd en de hypotheekrenteaftrek aan te passen om er economisch maar goed uit te komen. De huidige politiek wordt nu eenmaal sterk gedomineerd door de noodzakelijke miljardenbezuinigingen.
Bij het woord model kunnen we aan van alles denken. Ingenieurs testen schaalmodellen van vliegtuigen in een windtunnel of van schepen in een sleeptank. Afhankelijk van de uitkomsten worden de profielen van vleugels of scheepsrompen aangepast. Een model van de getijdenstromingen aan onze kust ging vooraf aan de bouw van de Deltawerken. Dit soort modellen wordt gebruikt om ontwerpen experimenteel te testen.
Er is ook een andere soort modellen: om te voorspellen en te beslissen. Voorbeelden van het eerste zijn de complexe computermodellen voor de weersvoorspelling. Een voorbeeld van het tweede is het computermodel dat bepaalt wanneer bij een combinatie van noordwesterstorm en springtij de Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg gesloten moet worden.
Met het CPB-model voorspelt men wat het economisch effect zal zijn van wijzigingen in bijvoorbeeld de pensioenleeftijd, de eigen bijdrage in de zorg en de belastingdruk. Aan de hand van de uitkomsten van het model verdedigen politieke partijen hun progamma’s. Ik begrijp niet dat het CPB de partijen niet toestond om met het model ook te experimenteren om te zien welke effecten hun keuzen teweeg zouden brengen. De PvdA kreeg geen kans om het effect van enkele correcties in haar programma te onderzoeken.
Modellen bieden een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid; het CPB-model biedt een macro-economisch toekomstbeeld. Unieke gebeurtenissen kunnen niet worden voorspeld en de uitkomsten gelden uitsluitend binnen het raam van door mensen ingevoerde vooronderstellingen. In elk model kan slechts al bekende kennis worden opgenomen; wat er niet in werd gestopt, kan er ook niet uit komen. Mede daarom zijn er voor de voorspelling van het weer verschillende concurrerende modellen operationeel. Ik verbaas me erover dat alle politieke partijen zich schijnbaar zonder morren steeds weer aan dezelfde maatlat van het CPB-model onderwerpen. De bedoeling is natuurlijk dat er geen gekrakeel ontstaat over de keuze van het beste model. Het onderlinge wantrouwen tussen de partijen wordt op die manier ruimschoots gecompenseerd door hun gezamenlijke vertrouwen in het gehanteerde model.
Handicap
Er valt echter meer over te zeggen. Omdat het CPB-model alleen maar gemiddelde voorspellingen kan doen, is het effect van partijprogramma’s op het inkomen van een bijstandsmoeder of iemand met een handicap al snel veel te gedetailleerd, maar toch had de VVD het zwaar te verduren toen journalisten haar daarmee confronteerden. Zo is ook het effect van een hogere AOW-leeftijd niet te voorspellen zonder tevens een aanname te doen van het toekomstige percentage oudere werklozen.
Eenzelfde moeilijk te voorspellen effect blijkt dat van een eigen bijdrage voor de zorg. Misschien gaan hierdoor minder mensen een beroep op de zorg doen, maar komen er daardoor wellicht ook meer chronisch zieken.
Het is de laatste twee jaar wel duidelijk geworden dat geen enkel economisch model in staat is een financiële crisis te voorspellen, noch binnen de bankwereld, noch binnen de Europese Unie. Ja, achteraf zijn er altijd verklaringen te over waarom beurskoersen kelderden of munten devalueerden. Geen enkele econoom en geen enkel model kon een paar weken geleden voorspellen of een garantie van 750 miljard voldoende zou zijn om een dreigende eurocrisis te beteugelen; het ging om het terugwinnen van vertrouwen in de kracht van de euro. Modellen kunnen daar niets mee.
Het CPB-model kan dus geen rekening houden met onvoorspelbare maatschappelijke veranderingen of zaken die niet in maat of getal zijn uit te drukken. Toch is dat niet mijn belangrijkste kanttekening bij de huidige discussies. Er is naar mijn mening veel te veel nadruk op het economische aspect.
Het zou vooral moeten gaan over ideële en morele keuzes, zoals de bescherming van sociaal zwakke groepen en van mensen met een handicap, over zorg voor chronisch zieken, over de verbetering van het onderwijs, ontwikkelingshulp of het beteugelen van een onchristelijke graaicultuur. Jammer dat een grote christelijke partij wel een breekpunt maakt van de hypotheekaftrek, maar niet van de bescherming van het leven.
Zingeving
Ik geef mijn stem niet aan een partij die er op de korte termijn economisch beter uitkomt, maar liever aan een partij die een rechtvaardige samenleving nastreeft. Daarbij volg ik de visie op mens en wereld die de Bijbel mij aanreikt. Sociaaleconomische zaken laten zich voor een groot deel modelleren, maar thema’s zoals zingeving en naastenliefde passen niet in een model. Daarover zou de discussie in de eerste plaats moeten gaan.
Het CPB-model kan helpen om na te gaan wat de effecten van keuzes zullen zijn bij gelijkblijvende maatschappelijke omstandigheden. Maar dat bepaalt niet mijn stem.
De auteur is emeritus hoogleraar medische informatica en oud-rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl