Malawi
Je kunt verschillend denken over diverse seksuele relaties, en gelovigen lezen de Bijbel op dat punt ook verschillend. Maar hoe je er ook over denkt, het hoofdredactioneel commentaar over homo’s in Malawi (RD 31-5) was toch werkelijk walgelijk.
In Malawi waren twee jonge mannen veroordeeld tot veertien jaar cel, omdat ze een relatie met elkaar hadden. Na internationale protesten heeft de president van Malawi hen gratie verleend en zijn ze vrijgelaten. In het hoofdredactioneel commentaar van deze krant stond daarover: „Veertien jaar is fors, zeker voor westerse begrippen. Toch is het jammer dat de Malawische president zo snel door de knieën ging.” Met andere woorden: veertien jaar is wat lang, maar die jongens zaten terecht in het gevang, en de president is een slappeling dat hij hen heeft vrijgelaten. Anders is deze zin, en het hele artikel, niet te lezen. De hoofdredacteur van het RD heeft, ondanks een latere nuancering van dat beeld, geweigerd het artikel terug te nemen of er excuses voor te maken.
Wij hopen dat er een dag komt dat ook de redactie van het RD vanuit liefde en respect zal kijken naar alle medemensen, wellicht daarbij een eigen opvatting zal hebben over diverse levensstijlen, maar dergelijke uitingen van discriminatie en steun voor gewelddadigheid achterwege zal laten. En uiteindelijk hopen we dat er een dag komt dat alle mensen op de wereld in veiligheid en geborgenheid hun liefde en trouw voor elkaar zullen mogen beleven, ongeacht geloof, geslacht of ras.
Ronald Plasterk / Arie Boomsma
Malawi (II)
Graag wil ik u mijn steun betuigen in de commotie na het commentaar in RD 31-5. Ik hoop dat de storm intussen weer wat is gaan liggen. Helaas leven we in een tijd waarin men allergisch is voor het christendom en wit wil praten wat zwart is. Uw reactie op de commotie vond ik erg goed.
Kees den Uil
Malawi (III)
Ik geef toe dat ik uit een andere denominatie van het christendom kom en dat daar wellicht het verschil door komt.
Ik heb geleerd dat een christen voorzichtig moet zijn met oordelen en vooral moet streven naar naastenliefde. In dat licht vind ik uw commentaar over de VN hoogst opmerkelijk. Het is een vorm van fundamentalisme die niet binnen het christendom past. In mijn ogen verliest men door elke vorm van fundamentalisme het werkelijk belangrijke uit het oog: de naastenliefde. In mijn ogen betekent dit dat niemand om de liefde (uitgezonderd pedofilie) vervolgd mag worden. Ik zou u willen oproepen dit te onderschrijven en wellicht ook nog een ander geluid te laten klinken in uw redactionele commentaren.
Willem van Spaendonck
Malawi (IV)
Graag wil ik bij u mijn teleurstelling uiten over het standpunt dat u in het commentaar (RD 31-5) en de reactie (RD 1-6) inneemt ten opzichte van homoseksualiteit. Dat zeg ik als homoseksueel christen. a. Waarop baseert u het dat de mens niet als homoseksueel kan leven? Wie de Bijbel goed en eerlijk leest, kan niet anders dan concluderen dat deze zich niet uitspreekt over homoseksuelen die leven in een relatie van onderlinge trouw en in overeenstemming met Gods geboden die wél in de Bijbel te vinden zijn. b. Uw standpunt gaat uit van het onzinnige argument dat er een onderscheid is te maken tussen de homofiel –de niet-praktiserende homo– en de homoseksueel, die wél praktiseert. Tot welke excessen zo een onderscheid leidt, hebt u de afgelopen maanden kunnen zien binnen de RK-Kerk. De mens is één, één in ziel, lichaam en geest, gedurende het leven dat God ons schenkt. Van harte hoop ik dat God u de wijsheid en de wil geeft om uw standpunt in dezen nog eens serieus te onderzoeken.
Bert Lagendijk
Malawi (V)
Ik ben geschokt door de nonchalance waarmee in het hoofdredactionele commentaar (RD 31-5) gesproken is over de rechten van homoseksuelen. Of eigenlijk is geschokt niet het goede woord, het commentaar sneed me diep in de ziel. Welke boodschap geeft u hiermee af aan homoseksuele mensen binnen uw eigen lezerskring? Waar ik vooral van geschrokken ben, is de suggestie dat het niet zo’n probleem is dat homoseksuelen een aantal jaren in het gevang moeten zitten. Nu heeft u deze zin later natuurlijk herroepen, maar het gaat hier om meer dan slechts een ongelukkige formulering. Ook het op één lijn stellen van de situatie van homoseksuelen in Malawi met de toch nog behoorlijk comfortabele positie van reformatorische christenen hier was ongepast.
Dat neemt niet weg dat ik heel goed het gevoelen begrijp van waaruit het commentaar geschreven is. Reformatorische christenen zijn inmiddels wel een beetje de kop van jut geworden in onze samenleving. Ik verdedig voluit de vrijheid van reformatorische christenen om een eigen visie te hebben op homoseksualiteit. Dat mag, binnen grenzen, ook doorwerken in het toelatingsbeleid van reformatorische organisaties.
Waar het me nu vooral om gaat, is de manier waarop christenen over homoseksuelen denken en spreken. Zijn ze in hun oordeel barmhartig, zoals Jezus Christus? Ontvangen ze hen met open armen? Ik hoop dat het RD bereid is deze vraag steeds kritisch aan zichzelf te stellen, ook als het daarvoor op de knieën moet.
Jan van der Stoep
Malawi (naschrift)
Bij wijze van uitzondering zijn ditmaal ook enkele brieven van niet-abonnees opgenomen. Met de plaatsing van deze vijf reacties achten wij overigens de discussie in de rubriek Opgemerkt afgesloten, gezien onze toelichting in het aanvullende artikel ”Felle kritiek op commentaar RD” (RD 1-6), zie refdag.nl/reactie.
Hoofdredactie