Hollandse nieuwe niet supervet
EGERSUND (ANP) – De Hollandse nieuwe is dit jaar niet zo supervet als vorig jaar, maar dat was een extreem goed jaar voor de maatjesharing. Dit jaar voldoet de vis aan alle eisen en kenners noemen de Hollandse nieuwe van dit jaar niet uitstekend, wel zeer goed.
Dat blijkt tijdens een bezoek aan het Noorse vissersplaatsje Egersund, het centrum van de Hollandse nieuwe. Die mag alleen zo heten als hij goed vet is en op de traditionele Hollandse manier wordt gekaakt, gezouten en gefileerd. Nederlandse vishandelaren kopen in Egersund niet alleen de vis op de veiling, maar zien er ook nauwlettend op toe dat alles op de Nederlandse manier gebeurt. In het haringseizoen, zo’n zes weken per jaar, zijn zij nadrukkelijk aanwezig in de visbedrijven in Egersund.
„De haring heeft niet het extreem hoge vetgehalte van afgelopen jaar”, zegt Ton van der Plas, de topman van Parlevliet en Van der Plas, de grootste haringproducent van Nederland. De strenge winter is daarvan de oorzaak. Maar de Nederlandse liefhebbers hoeven niet bang te zijn dat ze niet aan hun trekken komen, zegt Luc Ouwehand, de voorzitter van het Nederlands Visbureau, die gepokt en gemazeld is in de haringhandel. Volgens hem voldoet de vis aan alle kernmerken die hij moet hebben en zal er tijdens het haringseizoen volop vis zijn van goede kwaliteit.
De haring die nu gevangen wordt als Hollandse nieuwe is in 2006 geboren en er blijkt twee keer zo veel van in de zee te zitten als visserijbiologen hadden verwacht. Ouwehand vertrouwt erop dat de visserijbiologen zullen adviseren tot een hoger quotum en hoopt dat de Europese Unie dat eind dit jaar zal overnemen in een besluit. De laatste verhoging van het haringquotum dateert van 2004. Daardoor mocht een jaar later 535 miljoen kilo worden gevangen. Sindsdien is dat steeds omlaaggegaan, tot 164 miljoen kilo in dit jaar.
Van die 164 miljoen kilo wordt zo’n 30 miljoen kilo verwerkt tot Hollandse nieuwe, de rest wordt verwerkt tot conserven, gerookt, of is voor de export. De consument moet overigens wachten tot 8 juni. Het productschap ziet er nauwlettend op toe dat er geen Hollandse nieuwe wordt verkocht aan de consument voor die datum, waarop in Scheveningen de traditionele veiling van het eerste vaatje plaatsvindt.
De Hollandse nieuwe van dat eerste vaatje wordt nog wel aangevoerd door Nederlandse schepen, maar de meeste Hollandse nieuwe komt uit Noorwegen.
De vissector in Nederland week uit naar andere landen toen tussen 1977 en 1984 de haringvisserij op de Noordzee werd stilgelegd om de slechte haringstand weer op peil te brengen. Enkele vissers beproefden vervolgens hun geluk in de Ierse Zee, maar de zee bij Denemarken bood een beter alternatief. Vis in het Skagerrak leek nog het meest op de maatjesharing zoals de Nederlanders die kenden. Nederlandse vissers en Nederlandse bedrijven vestigden zich daarop in Jutland. Van daaruit verlegden de Nederlanders hun werkterrein naar Schotland en Noorwegen.