Cultuur & boeken

Kamp in het hoofd

Herta Müller (1953) zal vermoedelijk nooit een miljoenenpubliek aan zich weten te binden. Haar boeken vragen nauwgezette aandacht, zitten vol met suggestieve beelden en roepen een vreemde wereld tot leven.

Tjerk de Reus
3 June 2010 08:35Gewijzigd op 14 November 2020 10:47
Herta Müller. Foto Nordkolleg Rendsburg
Herta Müller. Foto Nordkolleg Rendsburg

Beter gezegd, haar literaire werk roept op een vreemde manier de ‘gewone’ wereld tot leven. De werkelijkheid om ons heen, die in veel gevallen een basisvertrouwen wekt, blijkt in haar proza maar nauwelijks vertrouwen waard te zijn. Daarom presenteert Müller, een Duitstalige schrijfster van Roemeense afkomst, haar personages en hun ervaringen niet rechtreeks en herkenbaar, maar in een sfeer van vervreemding.

Müllers romanwereld binnendringen vergt dan ook wel iets van de lezer. Maar wie die inspanning ervoor overheeft, doet verbijsterende inzichten op. Bijvoorbeeld hoe diep je menszijn wordt aangetast als je gedwongen bent te leven in een totalitaire samenleving.

Herta Müller heeft tal van persoonlijke ervaringen met de dreiging, de onzekerheid en de vrijheidsbeperking in het communistische Oost-Europa. Zij groeide op in Roemenië. Haar bewegingsvrijheid als schrijfster was buitengewoon klein; het kwam tot een botsing met de autoriteiten. In 1987 mocht ze naar Duitsland vertrekken, waar zij een reeks romans schreef. In 2009 ontving ze de Nobelprijs voor literatuur.

Van Müller werden in de afgelopen jaren diverse titels in het Nederlands vertaald. Deze zijn vlug herdrukt toen zij afgelopen najaar de Nobelprijs ontving. Bijvoorbeeld de roman ”Hartedier”, waarin een vriendengroep centraal staat die zich aan het harde bewind van Ceausescu probeert te ontworstelen. Een sfeer van dreiging is voortdurend aanwezig, wat ook geldt voor haar roman ”Vandaag was ik mezelf liever niet tegengekomen”. Hierin komt een vrouw in beeld die zich moet melden bij het kantoor van de Securitate. Op weg daarheen trekt haar hele leven aan haar voorbij.

Na het ontvangen van de Nobelprijs publiceerde Müller opnieuw een roman: ”Ademschommel”. Müller vestigt hierin de aandacht op een vergeten groep mensen die als gevolg van de oorlog zwaar geleden hebben: in Roemenië wonende Duitsers. Velen van hen werden na de Tweede Wereldoorlog tewerkgesteld in Rusland. Stalin vond het nuttig en terecht dat deze Duitsers meehielpen Rusland weer op te bouwen na de verwoestingen die de legers van het Derde Rijk hadden aangericht.

Vanuit zijn perspectief was dit logisch: veel van deze etnische Duitsers hadden gecollaboreerd – overigens onder het Roemeense regiem van Antonescu, dat pro-Duits was. Müller heeft haar roman gebaseerd op reële ervaringen en feiten. Ze heeft veel gepraat met de schrijver Oskar Pastior, overlevende van de werkkampen. Ze zou aanvankelijk de roman samen met hem schrijven, maar voordat Müller en Pastior eraan konden beginnen, stierf Pastior. Müller schreef vervolgens op grond van haar aantekeningen ”Ademschommel”. Ze beschikte toen ook over herinneringen van andere mensen met kampervaringen, die zij had geïnterviewd.

Het hele kampleven komt voorbij, in een bijzonder suggestieve en beeldrijke stijl. De barakken, de kampleiders, de doden, de strijd om eten en drinken, de schaarse kleding, het denken aan thuis, de broodhandel, de prostitutie – alle elementen die het kamp tot zo’n kwellende ervaring maakten. De ik-figuur probeert te overleven door bij tal van ervaringen verhalen te verzinnen, of er poëtische namen voor te bedenken.

Tegen het einde van de periode van vijf jaar worden de omstandigheden iets beter. Dan komt de dag waarop de dwangarbeiders weer naar huis mogen. Maar wat is thuis? Dat blijkt eigenlijk niet meer te bestaan. Wel letterlijk, maar niet werkelijk. Thuis is thuis niet meer. Het kamp zal nooit meer uit hun leven verdwijnen: „Steeds meer strekt het kamp zich uit van het gebied van mijn linkerslaap tot het gebied van mijn rechterslaap. Ik moet dus van mijn hele schedel spreken als van een terrein, van een kampterrein. Je kunt je niet beschermen, niet met schrijven en niet met vertellen.”

Ademschommel, Herta Müller, vert. uit het Duits door Ria van Hengel;
uitg. De Geus, Breda, 2009; ISBN 978 90 445 1626 5; 320 blz.; € 22,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer