„Eén minister bij de Gay Pride? Vier? Of meteen ’t hele kabinet?”
AMSTERDAM – Het door het COC georganiseerde verkiezingsdebat is voor de seculiere partijen schieten voor open doel. ChristenUnie en CDA worden weggehoond.
Op een gegeven moment wordt het zelfs GroenLinksleider Halsema te gortig. „Wacht even, waar zijn we nu mee bezig? Eén minister bij de Gay Pride? Vier ministers? Het hele kabinet misschien? Dit is natuurlijk niet waar het om gaat.”
De uitspraak van Halsema geeft –hoewel ongewild– een goede typering van het zaterdag door het COC georganiseerde verkiezingsdebat over homo-emancipatie. In een afgeladen zaal van StudioK in Amsterdam debatteert een negental partijen over wat er zoals veranderen en verbeteren moet aan het homo-emancipatiebeleid. Vier ervan vinden het thema zo belangrijk dat zij hun lijsttrekker naar Amsterdam hebben gestuurd.
De seculiere partijen, opgehitst door het publiek, bieden tegen elkaar op in homovriendelijke voorstellen. Weigerambtenaren? „Moeten verboden worden.” Volledige vergoeding door de verzekering van genderoperaties, ad 250.000 euro per man/vrouw? „Niet moeilijk over doen”, vinden niet alleen Pechtold (D66) en Halsema, maar ook PvdA-lijsttrekker Cohen. GroenLinks wil de strafmaat verhogen voor geweld tegen homo’s en lesbiennes. En in het asielbeleid moeten ”LHBT’s” (lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders) een aparte categorie worden.
Het kan niet op; de zaal applaudisseert zich suf. Totdat het thema Gay Pride en de aanwezigheid van kabinetsleden daarbij aan de orde komt. Dan trapt Halsema even op de rem. Dit begint te rieken naar overclashen en symboolpolitiek. „Daar gaat het natuurlijk niet om.”
Waar het wel om gaat, kan zaterdagmiddag niemand ontgaan. De enkelefeitconstructie in de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) moet zo snel mogelijk geschrapt worden. Om zaal en politiek wat op te warmen –alsof dat nog nodig is–, geeft de debatleidster eerst Cornelis (18) het woord. Cornelis, homoseksueel geaard, is leerling op het gereformeerde Greijdanuscollege in Zwolle. „Op zich is mijn school goed bezig”, zegt de examenkandidaat. „Er zijn gastlessen over homoseksualiteit. En er zijn gespreksgroepen.” Toch heeft Cornelis een zorg: „Volgens de wet heeft mijn school de mogelijkheid mij weg te sturen. Dat vind ik heel erg.”
Pechtold kan hem meteen geruststellen. „Onze initiatiefwet om deze mogelijkheid te schrappen, wordt maandag ingediend.” Opnieuw een daverend applaus.
ChristenUnie-Kamerlid Anker en CDA-Kamerkandidaat Bijleveld valt in dit gezelschap vooral hoon ten deel. Dat zij het wagen aan te dringen op een goede balans tussen het gelijkheidsbeginsel en de vrijheid van godsdienst en onderwijs kan in Amsterdam op geen greintje respect rekenen.
Net zo min als hun pleidooi om begrip te blijven hebben voor de gewetensbezwaarde trouwambtenaar. „Als ik met mijn vriendin wil trouwen, moet dat in dit land kunnen. Niemand mag mij tegenhouden. Dat moet ú óók vinden, meneer Anker”, bitst Lot Feijen, lijsttrekker van Lijst 17.
Anker, enigszins verbluft: „Ik móét helemaal niks vinden. Daar ga ik nog altijd zelf over.”