Aarzelingen bij conservatief antwoord
Onlangs kreeg ik een uitnodiging voor het Christelijk Conservatief Beraad. De problematiek die achter dit beraad speelt, sprak me aan; de sprekers zouden echt iets kunnen zeggen. Toch ben ik er niet heengegaan. Ergens wringt het om christelijk en conservatief met elkaar te verbinden. Is dit het antwoord op de morele crisis waarin de samenleving verkeert?
Conservatieven heb je in allerlei soorten en maten. Het is een politieke filosofie die zijn oorsprong vindt in Engeland (Edmund Burke). In Amerika zijn allerlei lieden die onder dit vaandel politiek bedrijven. Het almaar verlagen van de belastingen in de VS was een echt conservatief project. De huidige Tea Party beweging heeft ook een dergelijke achtergrond.
Waar staat het conservatisme eigenlijk voor? In het algemeen zijn er binnen het conservatisme enkele goede en Bijbelse zaken. Voor zover ik begrepen heb hecht deze stroming aan historie en traditie. De historie is niet normatief maar we kunnen er van leren. Allerlei ideologische blauwdrukken (communisme, socialisme) voor een betere wereld worden binnen het conservatisme radicaal afgewezen. Ook wijst het conservatisme op de morele beperkingen van de mens. Het van nature geneigd tot alle kwaad wordt serieus genomen.
Ten slotte ziet deze stroming de crisis in de cultuur vooral als een morele zaak. Het gaat niet in de eerste plaats om regels, geld of techniek maar om het morele kader dat mensen hanteren. Tot zover zijn er in het conservatisme belangrijke dingen te ontdekken.
Toch zijn er ook aarzelingen. Laat ik beginnen met de actualiteit, de recente kredietcrisis. Hoe is deze crisis ontstaan? Het antwoord op deze vraag verschilt nogal. Maar 3 april stond er in Trouw een inzichtgevend artikel van Hans Achterhuis. De doctrine van de vrije markt, bevorderd door een conservatief denkend econoom als Milton Friedman en zijn ”Chicago Boys”, blijkt hier een belangrijke bijdrage te hebben geleverd. Het denken van deze mensen is bepalend geweest voor het economische beleid dat door mensen als Reagan en Thatcher in gang is gezet en dat sedert de eeuwwisseling dominant is in de westerse wereld. Het betekent lagere belastingen, een terugtrekkende overheid, vrijheid voor de markt et cetera. In 2008 bekende een van de grootmeesters van deze politiek, Alan Greenspan, dat hij zich vergist had.
Op de conservatieve agenda staat echter nog steeds een kleinere overheid en lagere belastingen. De praktijk heeft inmiddels laten zien dat er toch ernstige tekortkomingen zijn.
Het was beter geweest als we geluisterd hadden naar de stem van iemand als prof. Bob Goudzwaard, die in 1982 een indrukwekkend boek schreef: ”Kapitalisme en Vooruitgang”. Met welhaast profetische blik heeft hij toen de problemen van vandaag (grondstoffenproblematiek, klimaat, hebzucht) geduid. Jammer dat dergelijke stemmen zo moeilijk worden verstaan. Kortom, al dat gejammer over de overheid is geen oplossing voor de problemen nu.
Maar er is nog iets met de christelijk-conservatieve agenda. Conservatisme is een cultureel-pedagogisch programma. Cultuur en pedagogiek (opvoeding) zijn bij uitstek levensbeschouwelijk gekleurde zaken. Uiteraard zijn daarbij inzichten van wetenschap en politiek belangrijk. Maar is het nu nodig en nuttig om daarbij een politieke filosofie te betrekken?
In de Bijbel komen we veel aanwijzingen voor een goede opvoeding tegen. De wijsheidsliteratuur –Spreuken bijvoorbeeld– en het boek Deuteronomium zijn een aansporing tot het opvoeden van het jongere geslacht. Ik wil niet zeggen dat heidense filosofen uit de oudheid niets te zeggen hebben, maar ik heb voldoende aan de lijnen die vanuit Gods Woord worden aangereikt. De Bijbel geeft duidelijke lijnen als het gaat over de omgang met elkaar. Het liefdegebod is nog steeds de grondwet voor het koninkrijk der hemelen.
Oprecht
Voor de praktisering van deze grondwet hebben we niet in de eerste plaats een politieke filosofie nodig, maar oprechte christenen die leven vanuit de realiteit dat God spreekt tot mensen door Zijn Woord. Laten we bij alle vragen eerst de Bijbel opendoen. Vergeleken met die wijsheid bieden de klassieke filosofen „armzalige gedachtespinsels” (Calvijn). Wat heeft Jeruzalem eigenlijk met Athene te maken?
Dat brengt me tot de meest fundamentele aarzeling bij het conservatisme. Als ik het goed zie wil men de morele crisis in de samenleving aanpakken door beter na te denken, terug te grijpen op klassieke denkers en lessen te trekken uit de historie. Allemaal belangrijke zaken, maar toch…
De Bijbel wijst ons denk ik een andere weg. De profeten, Johannes de Doper, de Heere Jezus en de apostelen roepen op tot bekering. Er is een radicale omkeer nodig. En die ommekeer wordt niet bewerkt door onze huidige democratie (rechtsstaat) te versterken, bezinningsdagen te houden of handtekeningen te verzamelen. Op zich is daar niets mis mee, maar dat werkt geen omkeer in ons volksleven. Onlangs signaleerde prof. dr. A. de Bruijne, treffend en zeer indringend, in het ND van 13 maart dat er voor de huidige crisis in de Nederlandse democratie geen uitweg bestaat. Dat zijn indringende woorden, klare taal.
Een christen weet echter meer. Zijn ogen zijn op God. Of om het met de woorden van De Bruijne te zeggen: „Maar verder bidden we om Gods geduld met een zichzelf verterend Nederland.” Biddende handen dus. Wellicht is dat de meest fundamentele bijdrage die christenen kunnen leveren tegen de morele verloedering van de huidige samenleving. „Mijn hulp is van de Heere die hemel en aarde gemaakt heeft” (Psalm 121).
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente in Amersfoort. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl