Schadefonds voor schildersziekte
De Vereniging Organo Psycho Syndroom (OPS) wil samen met werkgevers, werknemersorganisaties, verzekeraars en grondstoffenproducenten een schadefonds oprichten voor patiënten met OPS, beter bekend als de schildersziekte.
Uit dinsdag gepubliceerd onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat ruim de helft van de vaak relatief jonge patiënten op of onder het bijstandsniveau leeft, terwijl ze door hun ziekte geen uitzicht meer op ander werk hebben.OPS is het gevolg van blootstelling aan chemische stoffen en oplosmiddelen. Die tasten het centrale zenuwstelsel aan, wat kan leiden tot geheugenverlies, vergeetachtigheid, prikkelbaarheid, moeheid, hoofdpijn en een depressie. De beroepsziekte trof vroeger vooral schilders, maar sinds de meeste chemische stoffen uit verf zijn verdwenen, zijn vooral drukkers, stoffeerders (die met lijm werken) en autospuiters de dupe.
De Vereniging OPS telt ruim 1000 leden. Bij 470 van hen is officieel de diagnose OPS gesteld. Deze mensen kunnen een schadeclaim tegen hun (ex-)werkgever indienen. Dat is bij 21 procent van hen gelukt; zij kregen gemiddeld 46.000 euro uitgekeerd na een procedure die tot zes jaar duurde. Een kwart van de patiënten zit nog in een procedure. Volgens de vereniging zou het 19 miljoen euro gaan kosten als zij allen met succes gingen claimen.
De Amsterdamse jurist Wim Eshuis, die deze week promoveert op de financiële toestand van OPS-patiënten, raadt aan een schadefonds in te stellen.