FNV ziet mooi cao-seizoen
Grote loonstijgingen zijn er door de recessie niet te melden, maar volgens vakbond FNV Bondgenoten is het toch een mooi cao-seizoen. „We zijn bezig om de tweedeling in de maatschappij terug te dringen”, stelde cao-coördinator Anja Jongbloed gisteren bij een tussentijdse evaluatie van de onderhandelingen.
In de 99 cao’s die de vakbond in de afgelopen maanden sloot, gingen de lonen gemiddeld slechts met 1,1 procent omhoog. Dat was nauwelijks voldoende om de inflatie bij te houden; die bedroeg vorig jaar gemiddeld 1,2 procent.„Bij bedrijven die goed draaiden kregen werknemers iets meer, waar het slecht ging kregen ze vaak minder dan 1 procent erbij”, vatte FNV’er Jongbloed samen.
Om de gevolgen van de recessie te bestrijden gingen de vakbonden afgelopen maanden niet op zoek naar hogere salarissen, maar naar afspraken over baangaranties en betere werkomstandigheden.
Daarin bereikten de onderhandelaars volgens Jongbloed bemoedigende resultaten. „Het gaat de goede kant op, maar we zijn nog niet tevreden.”
Banen
Jongbloed wees op het succes bij bedrijven als Corus en KLM, waarmee werd afgesproken dat er de komende tijd geen banen verdwijnen. Daarnaast werden in bijna de helft van de overeenkomsten afspraken gemaakt over het maximale aantal flexibele werknemers dat een bedrijf kan inzetten of de maximale duur van tijdelijke arbeid. „Daar zijn we tevreden over, want het is geen makkelijke tijd voor dat soort afspraken”, zei Jongbloed.
De kroon op het werk was de succesvolle staking van de schoonmakers. Met de langste werkonderbreking sinds 1933 wisten zij een hoger loon en betere werkomstandigheden af te dwingen. FNV-bestuurder Ron Meyer, de motor achter de stakingen, was echter vooral blij met het nieuwe profiel van de schoonmakers. „Ze hebben een gezicht gekregen.”
FNV Bondgenoten hoopt dat succes door te kunnen trekken naar andere werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
Uit een gisteren gepubliceerd onderzoek van de vakbond blijkt dat ruim 40 procent van de ondervraagde schoonmakers, taxichauffeurs, postbezorgers, supermarktmedewerkers en vleesverwerkers niet kan rondkomen van het eigen inkomen. Ruim 70 procent gaf aan maximaal 1500 euro netto per maand te verdienen, meer dan een kwart komt niet verder dan 1000 euro per maand. „Velen beseffen niet dat er zo veel mensen zijn die voor zo weinig geld werken”, aldus Jongbloed.
Publiek
Om de situatie te verbeteren moeten volgens de vakbond vooral de aanbestedingsprocedures worden aangepakt. Daarin moeten veel hogere eisen worden gesteld aan de bedrijven die uiteindelijk worden ingehuurd voor het beveiligings- of schoonmaakwerk of openbaar vervoer.
Daarbij hoopt de FNV op steun van het publiek. „Reizigers hebben een gedeeld belang met de werknemers. Bij aanbesteding zie je vaak dat de kwaliteit achteruitgaat”, aldus Jongbloed. Ze is niet bang dat reizigers geen zin hebben om meer te betalen voor een kaartje in ruil voor een schonere trein. „Uiteindelijk wil niemand de tweedeling die je in veel landen ziet.”