TEST_Israël vervreemt van de natuur
Volgens de Joodse traditie hebben mensen de taak de aarde te bewerken én er zorg voor te dragen. De overheid treedt binnen Israël als scheidsrechter op. Ze tracht enerzijds aan de vraag naar landgebruik te voldoen en anderzijds de natuur te beschermen.
In het Jodendom bestaat een lange traditie om de natuur te respecteren. Een van de doelen van de sabbat is de mens af te laten dalen van de positie als meester van de schepping naar deelnemer aan de schepping. Op de zevende dag mogen de mensen geen verandering aanbrengen in de natuur.
In de Joodse traditie bestaat ook het idee dat de mens rekening dient te houden met volgende generaties. Een rabbijn zei eens dat hij een boom plantte om de mensen die over zeventig jaar leven van de vruchten te kunnen laten genieten.
Nationaalreligieuzen
Dr. Jeffrey Woolf, rabbijn en hoogleraar Joodse geschiedenis aan de Bar Ilanuniversiteit in Ramat Gan, zegt dat in kringen van nationaalreligieuze Joden het bewustzijn over het belang van de natuur en milieu is toegenomen. „Er zijn Joodse religieuze scholen en andere hogescholen waar ecologie een belangrijk studieonderdeel is. Onder de mensen die betrokken zijn bij natuurbehoud bestaat een opleving van gebruik van Joodse bronnen om de claims van de Groenen meer support te geven.”
Maar dat de traditie Joden oproept zorgvuldig om te gaan met de natuur wil niet zeggen dat milieuactivisten religieus zijn. Zij komen voor over het hele politieke en levensbeschouwelijke spectrum, van links tot rechts en van religieus tot atheïst.
Onder de ultraorthodoxe Joden blijft het milieubewustzijn gering. In hun steden en wijken wordt weinig gedaan om ze groen te maken. Ecoloog dr. Amir Perelberg van de Israëlische Natuurbescherming zegt dat ”vervreemding” van de natuur onder religieuzen een probleem is. In de ultraorthodoxe kringen moet volgens hem actie worden ondernomen om het milieubewustzijn te vergroten. Enkele belangrijke ultraorthodoxe rabbijnen zijn zich van het probleem bewust.
Perelberg zegt dat Israël ”gespleten” is als het gaat om natuurbehoud. Aan de ene kant is het land klein en bestaat er druk om ”elke vierkante kilometer” te gebruiken voor huizenbouw, de aanleg van infrastructuur en faciliteiten voor toeristen. Aan de andere kant bestaat er de behoefte de natuur te beschermen, al wordt daar niet altijd veel prioriteit aan gegeven.
Drie continenten
Het land ligt op de grens van drie continenten en kent een rijke verscheidenheid aan flora en fauna en klimaatsoorten, variërend van Europees op de Golanhoogte tot savanne en woestijn in de Arava – de laagvlakte ten zuiden van de Dode Zee tussen Israël en Jordanië. Mooie natuurgebieden liggen vaak in nationale parken. De dienst voor parkbeheer kampt echter met budgetproblemen en is gedwongen intreegeld te vragen. Daar staat dan tegenover dat hij faciliteiten aanlegt, die weer ten koste gaan van de natuur. Verder gebruikt het leger grote gebieden als oefenterrein en voor militaire bases.
Perelberg wijst erop dat een derde deel van Israël beschermd gebied is. Een probleem is dat dit niet noodzakelijk de gebieden zijn die voor natuur van het grootste belang zijn, maar dat de overheid ze nergens anders voor kan gebruiken. Een ander probleem is volgens hem dat lokale overheden zich niet altijd houden aan het zogeheten ”nationale plan 35”. Daarin staat welke gebieden belangrijk zijn voor natuurbehoud, en welke minder, en waar gebouwd mag worden. Lokale overheden leggen bijvoorbeeld nieuwe woonwijken aan, in plaats van te bouwen op de open ruimtes binnen de bebouwde kom. Vooral in het midden van het land is het belangrijk dat gebieden worden bewaard zoals ze zijn.
Er is een beslissing genomen om niet meer te bouwen langs de kust van de Middellandse Zee en het Meer van Galilea. Maar volgens Perelberg laat de uitvoering van de wet te wensen over door gebrek aan mankracht, de werkwijze van de bureaucratie en de rechtbanken, die geen hoge straffen geven bij overtredingen.
Rommel
Ook onder de gewone mensen laat het milieubewustzijn vaak te wensen over. Tijdens de nationale en Joodse feestdagen bezoeken duizenden Israëliërs de natuurgebieden. Ze laten grote hoeveelheden rommel achter, die door schoonmaakploegen worden opgeruimd. De overheid probeert het publiek oud papier en lege plastic flessen in speciale bakken te laten werpen, die in grote steden staan opgesteld. Een blijvend probleem is ook dat supermarkten gratis plastic zakken geven voor de boodschappen, waardoor het merendeel van de mensen geen moeite neemt boodschappentassen mee naar de winkel te nemen.
Flora en fauna
Israël kent een rijk plantenleven. Er komen meer dan 2800 soorten planten voor. Ter vergelijking: in Nederland en België zijn dat er 1000 minder. Die soortenrijkdom heeft Israël te danken aan het afwisselende landschap, van het hoge, relatief natte Galilea tot de droge Negevwoestijn.
Veel soorten worden in de Bijbel ook al genoemd, zoals bijvoorbeeld de dudaïm (alruin), hysop, kalmoes en vlas. In het voorjaar is het plantenleven op z’n mooist. Er bloeien dan volop wilde bloemen zoals bosanemonen, wilde azalea’s, cyclamen, hyacinten, tulpen of irissen. De zeldzame, purperen iris groeit alleen op de flanken van het Gilboagebergte.
Ook veel in de Bijbel genoemde bomen zijn nog steeds in Israël terug te vinden. Denk alleen al aan de olijfboom, de vijgenboom en de amandelboom. Natuurlijke bossen zijn vooral te vinden in het noorden van Israël. Ze bestaan uit eikenbomen en verschillende soorten naaldbomen. Ook de uit Australië geïmporteerde eucalyptusboom komt veel voor.
Voor vogelspotters is Israël in de maanden maart en oktober een eldorado vanwege overvliegende overwinteraars. Het land ligt precies op de route van vogels die vanuit Europa naar Afrika vliegen om daar te overwinteren. In de omgeving van het meer van Galilea en de Golanhoogte zijn er dan wel meer dan 500 soorten waar te nemen. De viskwekerijen in het gebied zijn bepaald niet blij met die naar vis zoekende vogels.
Israël telt ongeveer honderd inheemse diersoorten. Roofdieren die in de Bijbel worden genoemd, zoals de leeuw en de panter, zijn er praktisch niet meer. Ze hebben plaatsgemaakt voor wolven en vossen. Prachtige en veelvoorkomende dieren zijn de Nubische steenbokken, die vooral in het zuiden veel voorkomen.
Daar in de woestijn is het soms oppassen geblazen voor giftige schorpioenen en slangen. Reptielen zoals hagedissen en kameleons komen ook in Israël voor. Verder telt het land ongeveer 135 verschillende soorten vlinders.