Boer in het nauw op de zorgboerderij
BARNEVELD (ANP) - Het beheren van een zorgboerderij is razend populair in Nederland. De zorgboerderijen schieten als paddenstoelen uit de grond. Voor de meest uiteenlopende doelgroepen is er wel opvang op het platteland.
Er komen ook steeds meer mbo-opleidingen voor hulpverleners op de zorgboerderij. En daar maken de oorspronkelijke zorgboeren zich zorgen over: blijft de echte zorgboerderij wel bestaan of is er straks sprake van ’kleinschalige hulpverlening op plattelandsadressen’.„Die vraag leeft enorm onder de zorgboeren en daarom is het ook een thema van onze bijeenkomst in Arnhem dinsdag”, zegt Louise van Huet, projectleidster van de Dag van de Zorglandbouw. De dag gaat vooraf aan de Maand van de Zorglandbouw in juni. De hele maand zijn er op allerlei adressen, die op www.zorgboeren.nl te vinden zijn, open dagen en andere activiteiten.
Van Huet: „De zorgboerderij is ruim tien jaar geleden ontstaan doordat sommige agrariërs plaats over hadden op hun bedrijf en een extra bron van inkomsten zochten. Het bleek dat dementerende plattelandsouderen heel gelukkig werden van rondscharrelen en meehelpen op zo’n bedrijf. Er is een financiële regeling gekomen en twee jaar geleden ook een keurmerk, en nu zijn er al ruim duizend erkende zorgboerderijen. De laatste drie jaar is het aanbod met 300 procent toegenomen. Desondanks is er bij een behoorlijk aantal adressen een wachtlijst”.
De zorgboerderij is allang niet meer alleen voor dementerende ouderen en jongeren met het syndroom van Down. Er zijn adressen voor gehandicapten, voor ex-verslaafden, voor overspannen werknemers, voor „mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt”, zoals de stichting Verenigde Zorgboeren het omschrijft, en voor ex-delinquenten. Voor al die groepen geldt dat zij structuur in hun leven kunnen aanbrengen door te werken, terwijl daarnaast het gemoedelijke tempo en het contact met de natuur en de seizoenen zorgt voor innerlijke rust en hernieuwd zelfvertrouwen.
„Maar voor een aantal doelgroepen is inderdaad meer nodig”, Van Huet. „Die kan je niet meer alleen begeleiden met een hoop goede wil, wat bijscholing en veel ruimte. Daarvoor heb je gekwalificeerde hulpverleners nodig, die weten wat ze moeten doen als iemand flipt of ontspoort”. Op sommige plekken werken daarom al erkende hulpverleners naast de boer.
„Waar de zorgboeren bang voor zijn, is dat straks alleen nog mensen met een opleiding in de hulpverlening een zorgboerderij mogen opzetten. Dat zou de boeren economisch gezien hard raken. Maar wat ze nog erger vinden, is dat er nu al bedrijven zijn waar het boeren nauwelijks meer aan bod komt. Je moet de agrarische bedrijfsvoering wel kennen om boer te kunnen zijn. Het is iets anders dan een moestuin bijhouden”, aldus de projectleidster. „De vraag voor de nabije toekomst is of zorgen en boeren op zijn minst even belangrijk blijven”.