Getekend door sterfgevallen
Titel:
”Gustav Mahler. Een leven in tien symfonieën”
Auteur: Eveline Nikkels
Uitgeverij: Brilliant Classics, Bluestone Publishers, Leeuwarden, 2003
ISBN 90 77091 14 9
Pagina’s: 222
Prijs: € 3,59; alleen verkrijgbaar bij het Kruidvat. Na het succesvolle boek van Clemens Romijn over Haydn verscheen het tweede deel in de reeks Grote Componisten van Brilliant Classics: een beknopte Mahler-biografie. Eveline Nikkels beschrijft daarin het leven van deze componist en biedt een overzicht van het ontstaan en de inhoud van Mahlers tien symfonieën.
Onlangs hoorde ik iemand zeggen dat niet de twintigste, maar de negentiende eeuw de eeuw van de secularisatie was. Wanneer je de culturele ontwikkelingen na 1800 in ogenschouw neemt, is deze opmerking volstrekt juist. Het is nu eenmaal zo dat filosofie en kunst niet zozeer nieuwe ontwikkelingen in gang zetten, als wel deze zien aankomen en daarop anticiperen.
Hoewel in de eeuw van de Romantiek -zo wordt de negentiende eeuw nog altijd aangeduid- het christelijk geloof nog steeds in sterke mate normen en waarden bepaalde, kom je op het terrein van de literatuur, beeldende kunst en muziek steeds meer figuren tegen die al dan niet onder invloed van de ideeën van de Franse Revolutie vraagtekens zetten bij de geldigheid van de bijbelse boodschap. Voor Berlioz, Schumann, Brahms, Wagner en Wolf was het Godsbestaan geen vanzelfsprekendheid meer, laat staan dat Jezus Christus in hun leven nog een rol speelde.
Bij Gustav Mahler (1860-1911) lag dit wat gecompliceerder. Vaststaat wel dat ook hij, misschien dan wel overtuigd van een onzichtbare macht die hij God noemde, toch ook geen raad wist met een Verlosser. Wat hem echter wel aansprak, was de christelijke liefde zoals Jezus die had gepredikt en voorgeleefd.
Mahler was sterk beïnvloed door Nietzsche. Typerend is dat leven en dood de overheersende thema’s in zijn werk zijn. Mahler stelt niet het Godsbestaan, maar wel Gods aanwezigheid in zijn eigen leven ter discussie. Hij was namelijk een individualistisch kunstenaar. Herhaaldelijk heeft hij gezegd dat zijn symfonieën een weerslag van zijn eigen leven vormen. Niet zozeer in autobiografische opzicht, maar wel in de zin van denken en voelen.
Schuldgevoelens
Eveline Nikkels, die eerder promoveerde op Mahler, heeft zich grondig verdiept in al die thema’s van Mahlers leven. Daarbij verstaat zij de kunst de soms meerdere bewustzijnslagen van Mahlers muziek op een eenvoudige manier helder te maken. Dit boekje is bedoeld voor een breed publiek en beantwoordt wat dit betreft geheel aan zijn doel.
Het biografische deel legt de wortels bloot van de schuldgevoelens die Mahler als oudste van een gezin altijd heeft gehad tegenover zijn moeder, zijn jong overleden broertje Ernst en zijn zussen. Dat hij zich vooral aangetrokken voelde tot de wereld van ”Des Knaben Wunderhorn” en de gedichten van Friedrich Rückert wordt begrijpelijk gemaakt doordat de auteur ook hier verwijst naar Mahlers jeugd. De thematiek van Rückert -die zelf twee kinderen tegelijk verloor- was Mahler bekend uit zijn eigen jeugd, waarin de kleine lijkkistjes van zusjes en broertjes die het eerst levensjaar niet haalden een regelmatig terugkerende beeld waren.
Ook het soldatenmotief is uit zijn kinderjaren afkomstig, stelt de schrijfster. Ze geeft als verklaring de diepe indruk die de terugtrekkende Oostenrijkse soldaten na de verloren slag bij Köninggratz in 1866 op de jonge Gustav maakten.
Smeekbeden
Hoewel zijn Joodse afkomst Mahlers studie en carrière aanvankelijk ongunstig beïnvloedde, kan niet gezegd worden dat dit gegeven in zijn werk een rol van betekenis speelt. Hij bekeerde zich tot het katholicisme, minder uit overtuiging dan wel om zijn maatschappelijke mogelijkheden te vergroten.
Een belangrijk aspect van het boekje is dat de auteur -hoewel een groot bewonderaar van zijn werk- Mahler als mens niet idealiseert. Zijn handigheid om zich desnoods ten koste van anderen omhoog te werken, zijn grenzeloos egocentrisme, en soms ook egoïsme, worden niet verhuld. Hoe de 40-jarige Mahler zijn 21 jaar jongere vrouw tijdens de eerste jaren van hun huwelijk behandelde, was ronduit verbijsterend.
Ook na de zogenaamde crisis, waarbij Mahler zijn heil zocht bij de psychoanalyticus Freud, bleef de verhouding tot Alma merkwaardig. Mahler toont zich een soort aanbidder die om haar gunsten bedelt en doet dat nogal ongegeneerd. In de marges van zijn manuscripten zijn diverse uitroepen, smeekbeden en dergelijke weliswaar aan haar gericht, maar via de uitgever in de openbaarheid gekomen. Bewust? Je zou het haast denken, want anders vervang je zo’n pagina of probeer je dit soort intimiteiten toch uit te wissen?
Overigens viel het mij op dat Nikkels Alma als bron vrijwel kritiekloos citeert. Dat is wel eens anders geweest. Alma heeft na de dood van haar man het een en ander over hem verteld dat door de kenners met een korreltje zout werd genomen.
Volksverhalenboek
In het tweede deel beschrijft de auteur de tien symfonieën. Ze schenkt ook aandacht aan Mahlers liederencycli, voor zover er een verband is met de symfonieën. Nikkels gaat uit van de programma’s die Mahler zelf bij zijn symfonieën gaf, maar later weer heeft ingetrokken. Op zich merkwaardig, maar gezien zijn ontwikkeling wel te begrijpen. Duidelijk wordt aangetoond dat de eerste vier symfonieën als het ware in elkaar overlopen. Frappant is bijvoorbeeld dat de componist het oorspronkelijk laatste deel van de derde symfonie eruit haalt en vervolgens toevoegt aan de vierde.
De wereld van de Wunderhorn, een soort volksverhalenboek, is de sleutel tot de populariteit van Mahler, stelt Nikkels. Het majeur element krijgt als positief signaal van een betere wereld altijd weer een plaats en dat meestal aan het eind. Dat klopt, maar daarmee is de geliefdheid van de symfonieën vijf tot en met tien nog niet verklaard, want deze zijn aanmerkelijk harder en pessimistischer van karakter. Echter, dat mensen iets herkennen in deze muziek is ontegenzeggelijk waar.
Hoewel ik veel bewondering heb voor de manier waarop de schrijfster de diverse onderdelen van Mahlers oeuvre van een betekenis voorziet, blijf ik huiverig wanneer deze duiding al te biografisch wordt, zoals bij de vijfde symfonie, die helemaal zou gaan over de liefde tussen Gustav en Alma. Ik vind het gevaarlijk om muziek terug te voeren op bepaalde momenten uit het leven van de componist. Dat er buitenmuzikale thema’s bij Mahler een rol spelen, lijkt me buiten kijf, maar als duiding van particuliere gebeurtenissen is zijn muziek te universeel.
Tegelijk met het boek zette Kruidvat een cd-box met opnamen van Mahlers tien symfonieën in de schappen.