Cultuur & boeken

Liefde, hartstocht en geweld

Titel:

Tjerk de Reus
2 April 2003 10:22Gewijzigd op 14 November 2020 00:14

”Howerda’s kind” door Oek de Jong
Uitgeverij: Augustus, Amsterdam, 2002
ISBN 90 457 0121 9
Pagina’s: 448
Prijs: € 24,95. De roman ”Hokwerda’s kind” van Oek de Jong verscheen afgelopen najaar. Al snel werden de vertaalrechten voor lucratieve bedragen verkocht aan een Duitse en een Franse uitgeverij. De Franse uitgever noemde De Jongs boek „ongetwijfeld de belangrijkste gebeurtenis in de Nederlandse literatuur in 2002.” Maar daarmee is niet gezegd dat het een zinvol boek is.

Het hangt er natuurlijk maar net van af hoe je leest en wat je waardeert in literatuur. Redacteur Jean Matten van de desbetreffende Franse uitgeverij, Gallimard, lichtte zijn enthousiasme over ”Hokwerda’s kind” toe: „Ik heb sinds lange tijd niet zo’n sterke roman gelezen, zo een overtuigende duik in de menselijke ziel, zijn seksualiteit en zijn innerlijke geweld.” Tja, het valt niet te ontkennen dat Oek de Jong (1955) een duik neemt in de menselijke psyche en het menselijke samenleven. Zijn boek toont ook een zekere klasse als het gaat om verteltechniek en stilistische souplesse.

Maar je mag een roman toch ook altijd bevragen op de zin van het verhaal? Waar brengt een roman je? Zijn de vragen of standpunten die naar voren komen relevant in de fundamentele zin des woords? Het is natuurlijk niet altijd duidelijk hoe je dit moet beoordelen bij een specifieke roman, maar dat neemt niet weg dat die basisvraag bij de beoordeling van literatuur richtinggevend kan zijn.

Lin Hokwerda en Henri Kist ontmoeten elkaar bij toeval en bij hun eerste ontmoeting wordt al duidelijk dat er een grote aantrekkingskracht uitgaat van Henri. Dat blijkt meteen de rode draad te zijn van het boek: de dwang die Henri op de een of andere wijze weet uit te oefenen. Hij is slecht voor Lin, laat haar een keer verkrachten door een ander, slaat haar soms. Toch blijft Lin bij hem. Als uiteindelijk haar geduld opraakt, vertrekt Lin bij hem en komt terecht bij de burgerlijke maar zorgzame man Jelmer. Ze heeft het goed bij hem, maar onweerstaanbaar wordt zij teruggezogen naar Henri. Door haar overspel met Henri gaat de relatie met Jelmer kapot, zodat ze alleen Henri overhoudt.

De toenemende spanningen in het verhaal geven je als lezer al het gevoel dat de zaak uiteindelijk gaat escaleren. Dat gebeurt ook: het loopt uit op een moord.

Duistere kant
De achterflap van ”Hokwerda’s kind” maakt melding van de „duistere kant van de erotiek.” In de roman wordt duidelijk dat deze duisternis een samengaan inhoudt van liefde, hartstocht en geweld. Lin wordt aangetrokken door een liefde die haar pijn doet. De twee mannen in haar leven -Jelmer en Henri- vertegenwoordigen twee keuzemogelijkheden. Jelmer staat voor het goede leven, Henri voor liefde die zich paart aan vernietigingsdrang. De pointe van dit boek zit daarin dat Lin de levensgrote kans op een goed leven laat liggen. Waarom?

Het antwoord op die vraag, zo zou je kunnen zeggen, zijn de 450 bladzijden van de roman. Er is aantrekkingskracht in Henri’s verschijning, maar ook is er Lins jeugd, die hard en moeilijk was. Toen zij tien jaar oud was, scheidden haar ouders. Maar die tien eerste levensjaren waren voldoende om ”Hokwerda’s kind” te worden en voorgoed te blijven.

Haar vader had dezelfde neiging tot gewelddadigheid als Henri. Al heel vroeg dus heeft dit patroon zich in haar psyche afgedrukt. Nu ze volwassen is blijkt hoezeer ze bepaald is door haar komaf. Het wordt allemaal nog versterkt door de verhouding tot haar moeder en haar zuster, die gespannen is en zonder betrokkenheid of warmte.

In de beschrijving van de verhouding tussen Lin en Henri en Lin en Jelmer wordt duidelijk hoezeer dit verleden haar bepaalt en waarin deze bepaaldheid zich manifesteert. Lin is vaak heel krampachtig, eist alles op, klampt zich vast. Oek de Jong heeft dit alles vooral zichtbaar willen maken op het vlak van de erotiek, waarop de spanning tussen liefde en doodsdrift zichtbaar wordt. Die keuze heeft geresulteerd in een eindeloze reeks bedscènes, die veelal in dezelfde bewoordingen worden weergegeven. De Jong serveert deze taferelen met de grootste vanzelfsprekendheid, maar lang niet iedere lezer zal het plezierig vinden om steeds aan pornografie grenzende passages te moeten lezen.

Twee polen
Toen ik de essaybundel ”Een man die in de toekomst springt” van Oek de Jong nog eens doorbladerde, trof ik een passage aan die een en ander duidelijk maakt over het eigen karakter van deze nieuwe roman. In de beschouwing ”Monnik aan zee” schrijft De Jong over het werk van de schilder Caspar David Friedrich en over het denken van Francis Bacon. Het verschil tussen hen is fundamenteel; het zijn twee polen waartussen De Jong zich beweegt. Friedrich staat voor de religieuze kunstenaar die gelooft in zingeving, die vertrouwen heeft, een geloof zelfs. Bacon staat voor de moderne, ’eerlijke’ atheïst, voor wie geldt: „Er is geen geborgenheid, er is geen eeuwige structuur, niets om op te vertrouwen dan een sterfelijke vitaliteit, een dierlijk lichaam dat zich werelden schept om te overleven.”

De Jong concludeert: „Friedrich en Bacon zijn voor mij twee tegenpolen, twee uitersten, en ik bevind me ergens tussen die twee krachtenvelden: Friedrichs zucht naar zingeving en symbolen, en Bacons rauwe en illusieloze lichamelijkheid.”

In vorige boeken was er bij De Jong een zekere openheid voor de zeggingskracht van die symbolen en voor de mogelijkheid van zingeving - de pool van Friedrich. In ”Hokwerda’s kind” lijkt vooral Bacon het voor het zeggen te hebben. Reflectie is vrijwel afwezig en al helemaal de diepe, eindeloze hemel die Friedrich steeds schilderde. Het liefdesproces tussen Lin en haar minnaars is tamelijk materialistisch, in de zin van biologisch en psychisch bepaald. De dierlijkheid en lichamelijkheid van het menszijn bepalen het verloop van deze roman, waarbij het noodlotsdenken steeds tussen de regels door aanwezig is.

Terecht is erop gewezen dat dit boek staat in de naturalistische romantraditie. De grote aandacht voor lichamelijkheid spoort hiermee. Hoe fundamentele gegevenheden als menselijke vrijheid en zinervaring recht gedaan kunnen worden, maakt een naturalistische roman als ”Hokwerda’s kind” echter niet duidelijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer