Laatste vijand steeds vaker verwelkomd als goede vriend
Een godloze cultuur is een doodscultuur, schrijven Wim van Duijn en Diederik van Dijk naar aanleiding van het initiatief Uit Vrije Wil voor stervenshulp bij een ”voltooid leven”.
Het hellend vlak is zich aan het bewijzen. De visie op de dood en het kunnen doodmaken maakt al jarenlang een gestuurde en gedreven ontwikkeling door. De crimineel klinkende aanduiding ”zelfmoord” is al jaren geleden veranderd in het meer neutrale ”zelfdoding”. Bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden is het inmiddels bij wet mogelijk dat een arts euthanasie toepast. Nu moet stervenshulp bij een ”voltooid leven” mogelijk worden.Meer dan 116.000 handtekeningen heeft de initiatiefgroep Uit Vrije Wil deze week aangeboden aan voorzitter Remkes van de commissie voor burgerinitiatieven. Uit Vrije Wil, met bekende namen als Hedy d’Ancona, Frits Bolkestein en Jan Terlouw, wil stervenshulp bij een voltooid leven op de politieke agenda zetten. Zelfbeschikking is het fundament van dit burgerinitiatief: „Aan de vrije mens, die zijn leven als voltooid beschouwt, komt de ruimte toe zelf te bepalen hoe en wanneer hij wil sterven.”
Waar het bij euthanasie gaat om een ongeneeslijke ziekte met uitzichtloos en ondraaglijk lijden, is hier sprake van geen zin meer hebben in het leven. Een dreigende opname in het verpleeghuis, het kwijtraken van regie over je leven of lichamelijke en geestelijke ontluistering kunnen al naar het einde doen verlangen.
De rechtsgeleerde Drion startte deze discussie reeds in 1991. Een eind maken aan het leven kan altijd, vond hij, maar waarom zou de „daad van zelfdoding zo weerzinwekkend” moeten zijn? Moeten ze zich nu echt voor de trein gooien of van een flat springen? Laat er toch een „middel zijn om op een aanvaardbare wijze uit het leven te kunnen stappen”, schreef hij destijds. De ”pil van Drion” werd een gevleugeld begrip.
Betere vriend
Dit initiatief is een doodlopende weg! Ook wij weten van moeite, verdriet en lijden. Die laatste levensfase kan loodzwaar zijn. Verlies van grip op je leven, de aftakeling van je lichaam, eenzaamheid, geen perspectief meer zien op verbetering, moedeloosheid.
Maar moet de dood dan het antwoord zijn? Is de dood een betere vriend dan de naaste? Hebben we in Nederland geen boodschap, geen hart en oog meer voor onze lijdende naaste? Het lijkt er steeds meer op dat men in confrontatie met de lijdende naaste niet zozeer het lijden wil verlichten, maar de naaste wil kunnen doden.
Het verkiezingsprogramma van de SGP, dé partij voor het leven, spreekt in dit opzicht heldere taal: „Goede, kwalitatieve zorg strijdt vóór het leven of voor een natuurlijk, waardig levenseinde. De kwaliteit van een samenleving is af te meten aan de bereidheid van mensen om voor elkaar te zorgen.” Voor een belangrijk deel kan het leed weggenomen worden door kwalitatief hoogwaardige palliatieve zorg, zoals goede pijnbestrijding, psychosociale, pastorale en liefdevolle zorg. De samenleving moet weer het besef gaan krijgen dat we de naaste voor een ander zijn. De ander steunen in zijn moeite en bijstaan in zijn strijd.
Strijd der geesten
Zo’n pil van Drion of stervenshulp bij voltooid leven brengt ook een groot gevaar met zich mee. Want zal zo’n gifpil niet drempelverlagend werken? Als stervenshulp eenvoudig te krijgen is, zullen 70-plussers er dan niet meer en eerder gebruik van maken? Is juist het weerzinwekkende van andere suïcidevormen niet een goede drempel om de uiteindelijke daad toch na te laten? Zal er geen klimaat ontstaan dat ouderen een morele druk gaan ervaren om nu toch maar die pil in te nemen?
Steeds meer wordt in Nederland een strijd der geesten gevoerd. Een God-loze cultuur is een doodscultuur. Steeds vaker wordt de laatste vijand, de dood, als goede vriend verwelkomd. De autonome mens wil zijn leven, maar ook zijn eigen dood, volledig in eigen hand hebben. Als je levenshorizon alleen maar bestaat uit het hier en nu, lijken moeite en lijden geen zin te hebben. Uit angst voor lijden of ontluistering kiezen ze ervoor om in een ”salto mortale” over dat laatste stukje leven de dood in te springen.
Laten we eerbiedig luisteren naar de Schepper van het leven. In de vaste overtuiging dat onze Maker het beste met ons voorheeft. Hij heeft ons geschapen naar Zijn Beeld en ons Zijn levensadem ingeblazen. Onze levenskracht is Zijn eigendom. Hij geeft én neemt het leven op Zijn tijd. Want „mijn tijden zijn in Uw hand” (Ps. 31:16). Ook in tijden van moeite en lijden mogen en kunnen wij ons toevertrouwen aan God. Laten wij ons leven én onze dood in de hand van deze Schepper leggen. Daarvan wil de SGP getuigen, in verkiezingstijd én in de Tweede Kamer.
Drs. W. J. van Duijn is arts en fractievoorzitter van de SGP in Katwijk. Mr. D. J. H. van Dijk is beleidsmedewerker voor de SGP-fractie in de Tweede Kamer. Ze staan respectievelijk op de negende en zesde plaats op de SGP-kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen.