Fictie als brug naar de Bijbel
Eindelijk, staat er op de site van uitgeverij Kok te lezen. Eindelijk is het nieuwste boek van de populaire Amerikaanse schrijfster Francine Rivers er. Het kostte haar drie jaar om ”Mijn moeders hoop” af te ronden: „Een worsteling.”
Ze heeft het niet zo op belangstelling, de 62-jarige Rivers. Voor de tweede keer in haar carrière is ze in Nederland om boeken te signeren en interviews te geven. Prima, vindt ze, maar voor haar hoeft het niet per se.De vlotte Amerikaanse schrijft al ruim dertig jaar boeken. Eerst voor de algemene markt; nadat ze tot geloof kwam in 1986 voor de christelijke markt. „Ik ging altijd wel naar de kerk, maar kende God niet.”
Gedurende die dertig jaar leverde ze vrijwel elk jaar een boek af. Met twee grote uitzonderingen. De eerste keer was direct na haar bekering. Drie jaar lang lukte het haar niet de pen weer op te nemen. „God liet me zien dat ik te veel waarde hechtte aan mijn schrijverschap. Het was mijn identiteit. Pas toen ik me erbij neergelegd had dat ik nooit meer zou schrijven, kreeg ik inspiratie uit het Bijbelboek Hosea.” Het legde de basis voor haar eerste christelijke roman, ”Bevrijdende liefde”.
De tweede keer dat het haar niet lukte binnen een jaar een boek af te ronden, is recent. Haar pas uitgekomen boek ”Mijn moeders hoop” wilde niet vlotten. Voor het eerst in haar leven overschreed ze de deadline die haar uitgever had gesteld, met maar liefst twee jaar.
”Mijn moeders hoop” gaat over de relatie tussen moeders en dochters. „Het is mijn langste project ooit”, zegt ze daarover. „Ik wilde een verhaal maken dat schipperde tussen heden en verleden, maar dat lukte niet. Ook hield ik me te strak aan het verhaal van mijn eigen moeder en grootmoeder, die weinig contact hadden door een conflict.”
Ondanks de stress die dat opleverde, is Rivers blij dat ze het boek geschreven heeft. Het thema is voor veel lezers herkenbaar, denkt ze. Haar vriendinnen kwamen meteen met verhalen toen ze het thema van de roman noemde. De relatie tussen moeders en dochters is vaak een moeilijke, denkt Rivers. „Het zijn twee kapiteins op één schip. Daardoor ontstaat onenigheid. Dat is niet eens verkeerd: als er nooit ruzie zou zijn, zouden dochters nooit uit huis gaan.”
Rivers weet waar ze over praat: „Mijn dochter en ik hebben ook moeite gehad met elkaar.” Inmiddels is haar dochter uit huis, evenals haar twee andere kinderen. Haar man is gepensioneerd en ze wil het zelf ook wat rustiger aan doen. „Ik zal niet meer jaarlijks een boek afleveren.”
Wanneer bent u begonnen met schrijven?
„Ongeveer 34 jaar geleden. Ik was zwanger van mijn eerste kind. Zolang als ik me kan herinneren, wil ik al schrijfster worden. Ik wist alleen niet wat ik wilde schrijven, want ik hield niet van lezen. Niet van de non-fictie die mijn ouders lazen in elk geval.
Via mijn mans familie kwam ik in aanraking met romans. Soms dacht ik: dit kan ik beter. Toen ik dat tegen mijn man zei, antwoordde hij: „Doe het dan.”
Wekenlang heb ik geschreven aan mijn verhaal; een mix van mysterie, geschiedenis en liefde. Tot mijn man op een dag thuiskwam en mij niet achter de typemachine zag zitten. Hij vroeg: „Ben je gestopt?” Ik zei: „Nee, het is klaar.” „Waar is het dan?”, vroeg hij. „In de kast”, zei ik. Hij moest lachen en zei: „En nu denk je dat er iemand hier op de deur gaat kloppen om te vragen of er een roman te koop ligt?”
Op aandringen van haar man stuurde Rivers haar verhaal naar een uitgeverij, die het meteen publiceerde. Daarna volgden andere verhalen. Ze werden stuk voor stuk goed verkocht. Met sarcasme: „Ze waren sexy.”
Toen Rivers in 1985 tot geloof kwam, nam ze definitief afscheid van het zwoele genre boeken. Geen ervan wordt meer verkocht. Haar christelijke romans lopen echter goed. „Ik denk dat ik dat te danken heb aan het feit dat er onder mensen een enorme spirituele honger is. Ik schrijf mijn boeken als brug naar de Bijbel, naar God. Ik hoop dat ze mensen hongerig en dorstig maken naar Hem.”
Maakt uw succes u trots?
„Trots is een probleem bij elk mens. Daarom lees ik geen recensies. Ze maken je verwaand of ze richten je te gronde. En dat wil ik allebei niet. Verkoopcijfers bekijk ik ook niet, die zitten me alleen maar in de weg. Ik schrijf niet voor een markt, maar om vragen te beantwoorden in mijn eigen leven. Het is voor mij een manier om God te eren.”
Uw christelijke romans hebben inmiddels veel navolging gekregen, met name in Amerika. Is het genre inmiddels niet uitgekauwd?
„Ik lees niet zo veel andere romans om daar het antwoord op te weten. Ik vind het wel logisch dat er veel van dit soort romans zijn: schrijvers ontdekken steeds meer dat fictie een krachtige taal is om het Evangelie te verkondigen. Veel mensen willen niet horen van de naam van Jezus, ze openen de Bijbel niet, maar ze lezen wel romans. Ik ben eigenlijk blij dat de markt van christelijke boeken zo groeit. Dat laat zien dat mensen die boodschap nodig hebben. En als het er te veel worden, stopt het vanzelf. Dan is de markt verzadigd.”
Zijn veel christelijke romans niet erg onrealistisch: te blij, te romantisch, te optimistisch?
„Misschien maken wij schrijvers ons er inderdaad te makkelijk van af. Al heb je nog zo’n sterk geloof, dat betekent niet dat je geen problemen meer krijgt. Toen ik net tot geloof gekomen was, dacht ik: alles zal nu fantastisch gaan en alle problemen in mijn leven zullen opgelost worden. Dat was het moment dat God mijn schrijverschap van me afnam. God snoeit in ons leven. Dat is een pijnlijk proces. Tegelijkertijd doen moeilijke tijden je geloof wel groeien. En hopelijk laat ik dat ook zien in mijn romans.”
Dus de boodschap is wat u betreft niet: Als je in God gelooft, komt alles goed?
„Nee, de boodschap is: Ga naar God en laat Hem je leven leiden. Zie wat er dan gebeurt. Misschien wordt het geen comfortabel leven, maar het is in elk geval een veel boeiender leven dan zonder God.”
Veelkleurig verhaal
Elke dochter, hoe oud ook, verlangt bewust of onbewust naar de onvoorwaardelijke liefde en bevestiging van haar moeder. Maar wat als de moeder een andere liefdestaal spreekt dan de dochter? Voelt de dochter zich dan geliefd en aanvaard of afgewezen en miskend, ondanks de liefde van haar moeder? Dit spanningsveld is een van de thema’s in het nieuwe boek van Francine Rivers, ”Mijn moeders hoop”. De jonge Marta verlangt naar de liefde van haar ouders, maar wordt gekleineerd en getiranniseerd. Op tragische wijze verliest ze haar zusje Elise, wat een onbesproken geheim wordt in haar leven. Na een lange reis belandt Marta in Canada, waar ze trouwt en kinderen krijgt. Een van haar dochters is Hildemare, een gevoelig en gedienstig meisje. Hildemare doet Marta zo veel aan haar overleden zusje Elise denken, dat Marta haar hardvochtig en schijnbaar liefdeloos behandelt, om te voorkomen dat ze net zo zal eindigen als Elise. En zo gaan gedragspatronen zich binnen generaties herhalen. Zal Hildemare tot het inzicht komen dat Marta’s diepste drijfveer enkel liefde geweest is? En zal Marta aanvaarden dat de twee belangrijkste dingen die ze voor haar dochter kan doen, dienen en bidden zijn? Een veelkleurig verhaal, dat uitloopt op de erkenning van Marta dat ze haar dochter weer voor zich zal winnen met Gods hulp en genade. Er komt een nieuw begin in hun relatie, dat gestalte krijgt in deel 2: ”Mijn dochters droom.” De vragen achter in het boek geven de lezers ongetwijfeld huiswerk en gebedsstof.
Mijn moeders hoop, Francine Rivers; uitgeverij Voorhoeve, Kampen, 2010; ISBN 978 90 297 1900 1; 560 blz.; € 22,50.