Dat is een van de adviezen die ondernemersorganisatie MKB-Nederland dinsdag heeft gepresenteerd voor een betere surseance- en faillissementsregeling. Door het personeel soepeler aan de kant te zetten, moet een noodlijdend bedrijf meer lucht krijgen voor een doorstart.

Surseance en faillissement werken nu ronduit slecht, vindt MKB-Nederland. Bedrijven die in surseance raken, gaan bijna allemaal failliet. Met een andere aanpak zouden meer ondernemingen er weer bovenop komen. „De sfeer moet zijn: hoe is een doorstart mogelijk? Nu gaan bedrijven kapot omdat schuldeisers over elkaar heen buitelen om nog gauw hun vorderingen te innen”, vindt voorzitter H. de Boer van MKB-Nederland.

De organisatie wil dat de rechtbank vaker een economisch deskundige benoemt als bewindvoerder bij een surseance. Nu is dat vaak een jurist, zoals een advocaat. „Ik denk aan een groep van pakweg tweehonderd oud-ondernemers die kansen zien”, aldus De Boer.

MKB-Nederland wil bovendien een andere verdeling van de resterende gelden van een failliet bedrijf. Nu gaat dat grotendeels naar de curator zelf, met de fiscus als goede tweede. Gewone schuldeisers krijgen doorgaans 1 á 2 procent van hun vordering uitgekeerd, aldus CBS-cijfers.

De organisatie komt met het advies omdat het kabinet aan voorstellen werkt voor een andere Faillissementswet. Bovendien stijgt het aantal faillissementen. Het aantal groeide van 3500 in 2000 tot 5000 in 2002, aldus het CBS. MKB-Nederland verwacht in 2003 circa 6000 faillissementen.

Voorzitter H. van der Kolk van vakbond FNV Bondgenoten vindt het idee om personeel soepeler te ontslaan wat te makkelijk. „De last wordt wel erg doorgeschoven naar het personeel”, vindt hij. „Ik kan me er alleen iets bij voorstellen als de werkgever zelf een andere baan vindt voor de werknemers. In het midden- en kleinbedrijf zijn daarvoor best arrangementen denkbaar.”

Ook vindt de vakbondsvoorman het geen goed idee als kwakkelende bedrijven gemakkelijker werktijdverkorting mogen aanvragen. Het loon zou dan aangevuld worden door de WW-fondsen. „De WW is daar niet voor. De premie zou onaanvaardbaar hoog worden.”