Rondje Groningen op een rijwiel
Groningen heeft een stand op te houden. De stad weerde al in 1976 de auto uit het centrum en gaf de fiets een ereplaatsje. Een kennismaking met de stad blijkt per tweewieler heel goed te doen.
Nu ben je in Groningen nooit de enige in het zadel. In het centrum is het een komen en gaan van rijwielen. Alleen al voor het deftige Academiegebouw staan honderden fietsen geparkeerd. Van de 40.000 studenten hebben er waarschijnlijk maar een paar een auto.De grootste fietsenstalling is bij het station. Het liep daar enkele jaren geleden uit de hand met de wild geparkeerde fietsen. Het gemeentebestuur besloot een ondergrondse stalling te bouwen en meende dat rekken voor maximaal 4000 tweewielers wel genoeg waren. Maar binnen enkele maanden was de stalling vol. Waarschijnlijk wordt die uitgebreid tot een capaciteit voor 10.000 fietsen.
Rond de stad liggen maar liefst acht P+R-terreinen, waar je je auto kunt achterlaten en met de bus naar het centrum kunt. Jaarlijks maken tienduizenden bezoekers hier gebruik van.
Gezellig
Fietsgids Cor Glazenburg streeft er niet naar bij zijn bezoekers alle jaartallen in te prenten. Hij kent ze trouwens wel. Maar hij wil overbrengen dat Groningen een mooie en gezellige stad is.
Het ”Rondje Stad”, een fietstochtje van zo’n 10 tot 12 kilometer, voert langs de hoogtepunten van de provinciehoofdstad.
Bij het station is het goed niet alleen stil te staan bij de grote fietsenstalling, maar ook bij het gebouw zelf. Het gebouw bewijst hoe trots de stad eind negentiende eeuw op het spoor was. Bij de restauratie tien jaar geleden was het zoeken naar mensen die het papierstucwerk in de centrale hal in oude staat konden terugbrengen, maar het resultaat is bijzonder fraai te noemen. Zelfs de automatische deuren hebben een oorspronkelijke vormgeving.
Mastroute
Aan de rand van het centrum ligt de Oosterhaven. Een heerlijke plek om grote jachten te zien, evenals de authentieke bruine vloot van oud-Hollandse schepen. Op de meterslange bank aan de Winschoterkade is volop ruimte om rond te kijken.
Grote zeilschepen kruisen via deze ”staandemastroute” vanaf het Eemskanaal de stad Groningen. Een paar scheefgezakte zeemanscafés op de kade wuiven een welkom naar elke varensgast.
De stad Groningen maakt serieus werk van de renovatie van oude volkswijken. Rond 1920 zijn er diverse karakteristieke buurten gebouwd. In het Blauwe Dorp waren bijvoorbeeld toen de boerderettes al gewild. In een huis van rode bakstenen en dito pannen en een wolfseind in het dak woonden toen vier gezinnen. Na de renovatie biedt het huis nog plaats aan twee huishoudens. Vooral starters richten zich op de wijk.
Opvallend zijn de dienstgebouwen (oorspronkelijk meestal scholen) aan de randen van deze volkswijken. Steevast opgetrokken in de stijl van de Amsterdamse School geven ze de buurt stijl en elegantie.
Carillon
Een oud stadscentrum is niet af zonder hofjes. Een van de mooiste in Groningen is het Pepergasthuis. In deze omgeving, die stamt uit de vijftiende eeuw, hoor je behalve de vogeltjes alleen nog maar het carillon van ”d’Olle Grieze”, zoals de Martinitoren hier wordt genoemd. Verder heerst er rust.
De kapel van het gasthuis, waar op zondag ”oecumenische vieringen” zijn, zit doordeweeks dicht. Door de eeuwen heen logeerden hier pelgrims, van wie velen kwamen voor het relikwie van Johannes de Doper in de Martinikerk.
Wie het treft, ontmoet op de trap van het Academiegebouw trotse studenten met bul en bloemen. Een paar straten verder, bij de oude Harmonie, staat een buste ter ere van de eerste vrouwelijke student van de universiteit, Aletta Jacobs. Deze strijdster voor het vrouwenstemrecht meldde zich in 1871 aan de medische faculteit, na speciale toestemming van de regering.
De Prinsentuin is een lusthof voor bruidsfotografen. De doolhof van haagbeuk is in de late lente en zomer helemaal groen. Het creatieve snoeiwerk –zoals de ‘vensters’ in de hagen– biedt legio mogelijkheden voor creatieve opstellingen.
Weggehaald
Het eerste gedeelte van de Folkingestraat heette vroeger het Jodenstraatje. Men kan hier van de fiets stappen om de subtiele herinneringen aan de verdwijning van 3000 Groningse Joden te zien. Voor de oorlog bestond de Joodse gemeenschap uit 3500 leden, na 1945 waren er van hen maar 500 over.
In de bestrating ligt een reeks halve manen met midden in een volle maan. Samen symboliseren ze een oog „dat heeft gezien wat er is gebeurd”, naar het woord van een Joodse kunstenaar.
In een smal zijsteegje heeft iemand het woord ”weggehaald” in de gevel- stenen gefreesd. En aan het eind van de straat hangt tegenover de synagoge een bronzen deur zonder klink aan de gevel. Die zegt: Het verleden is geweest, een nieuwe tijd is aangebroken.
Kerk & synagoge
De Martinikerk is de monumentaalste kerk van Groningen. Haar 97 meter hoge toren is een van de hoogste van het land. Maar ooit was hij veel hoger, namelijk 127 meter.
Om de geschiedenis van kerk en stad beter te belichten, is er voor scholen een spel ontwikkeld. Leerlingen gaan op ontdekkingstocht naar sporen in de kerk, zoals grafstenen, familiewapens in glas-in-loodramen en gewelfversieringen.
Bij dit spel komt ook het orgel tot klinken. Orgelliefhebbers weten dat de Martinikerk een beroemd instrument van de bouwer Arp Schnitger herbergt.
De kerk (www.martinikerk.nl) is in de maanden juli en augustus van maandag tot en met zaterdag open, van 11.00 tot 17.00 uur. In mei, juni en september opent de kerk pas op dinsdag en blijft het gebouw tot 12.00 uur dicht.
De andere grote kerken hebben heel diverse openingstijden. De Der Aa-kerk bijvoorbeeld (te vinden aan het A-Kerkhof, achter de Vismarkt), kent geen openingstijden. Maar wie aanbelt, heeft grote kans te worden toegelaten. Ook deze kerk heeft trouwens een beroemd Schnitgerorgel (www.aakerk.nl).
Alle mogelijkheden voor bezichtiging van kerken en mogelijke rondleidingen zijn het best te raadplegen via de internetpagina’s van de betreffende kerken.
Dit geldt ook voor de synagoge van Groningen. Behalve op sabbat ontvangt de joodse gemeente graag bezoekers om het gebouw te bekijken. Wel graag vooraf een afspraak (www.synagogegroningen.nl).
Triptips
De stad Groningen telt enkele vrij unieke musea. Op de eerste plaats staat natuurlijk het Groninger Museum, dat met zijn kunsttentoonstellingen bezoekers van over de hele wereld trekt. Tot december wordt dit museum echter verbouwd. De collectie is tijdelijk ondergebracht aan Praediniussingel 59.
www.groningermuseum.nl
Deze tijdelijke locatie ligt in het zogenaamde Museumkwartier van de stad. In dit gebied tussen de Wester- en de Noorderhaven bevindt zich het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Dat laat de ontwikkeling zien van de scheepsbouw van de middeleeuwen tot vandaag de dag. In het Scheepvaartmuseum huist ook het Niemeyer Tabaksmuseum.
www.noordelijkscheepvaartmuseum.nl
In het Museumkwartier zijn diverse prestigieuze kunsthandels en galerieën. CBK Groningen doet er aan kunstuitleen.
Een heel andere invalshoek kent het Nederlands Stripmuseum. Daar loopt men kans zowel Donald Duck als Ollie B. Bommel tegen het lijf te lopen.
www.stripmuseumgroningen.nl