Franche-Comté: actie in oase van groen
Onbekend maakt onbemind. Dat moet de reden zijn waarom toeristen het noorden van de regio Franche-Comté nog niet massaal hebben ontdekt. Het gebied is een groen lustoord.
Het is alsof er maar één kleur uit de aarde omhoog kan schieten in de Franche-Comté, maar die is dan ook in alle mogelijke schakeringen aanwezig: weidegroen, mosgroen, limoengroen, kaki. Wie in de voorzomer de regio bezoekt, belandt in een omgeving die schittert van leven. Wat wil je, met ruim 700.000 hectare bos.De Franche-Comté ligt tussen de eveneens boomrijke Vogezen en het vlakkere Bourgondië in, maar is veel minder toeristisch dan die twee. Het is een gebied van rustige boerendorpjes te midden van een golvend landschap met rijzige heuvels.
De meeste vakantiegangers die het noorden van de Franche-Comté, de Jura, weten te vinden, zijn blind voor de rust en het groen. Pas als alle kleur bedolven is onder de sneeuw, komen ze in hordes aanrijden. Met name de skigebieden van Les Rousses en de bergketens van de Haut-Jura zijn favoriet onder Fransen en naburige Zwitsers.
’s Zomers herinneren alleen de lege, ontboste hellingen nog aan de wintersport: als kale kruinen liggen ze te blinken in de zon.
Adrenaline
Vooral voor sportievelingen is de Franche-Comté een mooi gebied. Moutainbiken, wandelen, rodelen, kajakken, zeilen, zwemmen: je kunt het zo gek niet bedenken, of de streek biedt er wel mogelijkheden voor. En daarvoor hoef je niet eens een heel goede conditie te hebben.
Wil je mountainbiken, maar zie je ertegen op de steile hellingen te beklimmen? Geen probleem. Met een speciale gondel word je met fiets en al naar boven gebracht. Ver beneden je zie je wandelaars zwoegen op oneffen paden, terwijl je zelf onderuitgezakt door de ramen naar beneden kunt staren.
Vanaf de top kun je je kostelijk naar beneden rijden. Denk je. Maar de ruige Jura laat een al te relaxte houding niet toe. Terwijl het zweet druppel voor druppel van je neus glijdt, moet je al je aandacht richten op de grillige paden vol kuilen en rotsblokken voor je. De adrenaline maakt doof voor de echo’s van tingelende koebellen, blind voor de prachtige vergezichten.
Mountainbiken kan prima bij het plaatsje Métabief, waar in 1993 de wereldkampioenschappen van deze sport plaatsvonden. Uitdaging biedt ook de hoogste berg van de Franche-Comté, de Crêt de la Neige, met een hoogte van 1718 meter. Mits je over een goede conditie beschikt en ervaring hebt met mountainbiken.
Vanaf de berg Mont d’Or, kleiner van stuk maar zeker zo mooi, is zelfs de Mont Blanc te zien, die bijna 40 kilometer verderop ligt.
Duisternis
Voor toeristen die de voorkeur geven aan watersport zijn er riviertjes die tussen het groen doorstromen; soms zachtjes kabbelend, dan weer fris klaterend of beukend tegen rotsblokken, die met groenbemoste toppen net boven het water uitsteken. Met een dikke wetsuit aan, een pak dat beschermt tegen het ijskoude water, kun je je aan een touw de diepte in laten zakken. Springend van hoge rotsen, duikend van watervallen en klauterend door omringende bossen waan je je voor even avonturier. Onder meer de regio rond het plaatsje Les Rousses biedt mogelijkheden voor deze canyoningtochten.
Echte actiezoekers begeven zich met een veiligheidsgordel ín de bergen, waar duisternis, vochtigheid en ongedierte zijn. Waar puntige stalagmieten al jaren geduldig groeien. Waar glibberige rotsen je uitdagen overeind te blijven.
Neem de grot van de Moidons. De plek werd pas in 1966 ontdekt en is sinds een jaar of vijftien open voor publiek. Een ondergrondse zaal van 4000 vierkante meter ziet eruit als een Egyptische schatkamer: stalagmieten steken als scherpe pijlpunten omhoog, onzichtbare kostbaarheden beschermend.
In sommige gevallen is de enige uitweg uit de grot een ravijn. Dat betekent: klimmen. Als een spin hang je aan de steile wand van een berg. Slechts touw en zekering tussen jou en de wand scheiden je van de afgrond. Deelnemers moeten faalangst en hoogtevrees verdringen om voetje voor voetje langs de berg te gaan, achter de gids aan. Af en toe is er de mogelijkheid uit te rusten, wat puur genieten is vanwege het fantastische, groengetinte uitzicht.
Trek gekregen van alle activiteiten? Dan ben je in de Franche-Comté aan het goede adres. De gerechten zijn er meestal goed van kwaliteit, zoals overal in Frankrijk; de kaasplankjes nog beter.
Lachende koe
De Franche-Comté staat bekend om zijn streekkazen. De beste kazen krijgen een AOC-keurmerk, een garantie voor kwaliteit. Een aantal voorbeelden van AOC-kazen uit de Franche-Comté.
Cancoilotte. Een magere smeerkaas, die de specialiteit is van de streek.
Comté. De meest bekende uit de regio, een harde kaas. Er is ongeveer 500 liter melk nodig voor één kaas. Deze melk wordt dagelijks opgehaald bij meer dan 3000 boerderijen. De Comté wordt geproduceerd in 180 kaasmakerijen, ”fruitières” genoemd. Productiegebieden binnen de Franche-Comté: Doubs en Jura.
La Vache qui rit (de lachende koe). Ook deze smeerkaas, die verpakt in kleine driehoekjes ook in Nederlandse supermarkten wordt verkocht, is afkomstig uit de Franche-Comté. De kaas werd in 1920 voor het eerst gemaakt.
Morbier. Harde kaas, herkenbaar aan de zwarte horizontale ader die door een laagje as is ontstaan. Zijn naam komt van het dorp Morbier (Jura). Productiegebieden binnen de Franche-Comté: Doubs en Jura.
Mont-d’Or. Zachte kaas, met gewassen of beschimmelde korst. Het is een seizoensproduct: de kaas wordt van 15 augustus tot 31 maart gemaakt. Als de kaas uit de vorm wordt gehaald, gaat er een ring van dennenhout omheen. Productiegebied binnen de Franche-Comté: Haut-Doubs.
Bleu du Haut-Jura. Blauwe schimmelkaas met zachte kleuren. Productiegebied: Haut-Jura.
Munster. Zachte rauwmelkse kaas van koeienmelk, met gewassen korst. Productiegebied: het noorden van de Franche-Comté.
Emmental Grand Cru, Label Rouge. Harde kaas, te herkennen aan de enorme gaten, die ogen worden genoemd. Productiegebied: Franche-Comté.
Franche-Comté nog maar drie eeuwen Frans
De naam Franche-Comté, ook wel verkort tot Comté, betekent vrij graafschap. De provincie, een van de kleinste regio’s van Frankrijk, heeft 1,1 miljoen inwoners. Het gebied is pas sinds 1678 in Franse handen. Voor die tijd was het Spaans eigendom. Lodewijk XIV eiste het op, omdat hij vond dat het hem toekwam via de erfenis van zijn Spaanse vrouw Maria-Theresia.
De twee bekendste inwoners van de Franche-Comté zijn Louis Pasteur en Gustave Courbet. Pasteur werd geboren in de wijnstad Arbois. Hij bezat daar een experimentele wijngaard en een laboratorium. Zijn onderzoeken rond gisting leidden behalve tot ontdekkingen op het gebied van pasteurisatie ook tot verbeteringen van technieken om wijn te maken.
Courbet was een bekende schilder van de realistische school. In zijn werk is vaak de natuur van de Franche-Comté terug te vinden.