Boeiend én vermoeiend

SGP-voorman Bas van der Vlies begint maandag aan zijn laatste vergaderweek in de Tweede Kamer. Na bijna 29 jaar Kamerlidmaatschap trekt hij de deur van zijn werkkamer op het Binnenhof definitief achter zich dicht. Tijd om terug te blikken en vooruit te kijken.

12 May 2010 19:43Gewijzigd op 14 November 2020 10:31
Ik ben Bas. Foto RD, Anton Dommerholt
Ik ben Bas. Foto RD, Anton Dommerholt

Volgende week vergadert de Tweede Kamer voor het laatst voor de verkiezingen. Na 9 juni komt de ‘oude’ Kamer nog eenmaal bij elkaar voor een afscheid. En daarna is het afgelopen voor de nestor van de Tweede Kamer, ingenieur in betonconstructies, Bastiaan Johannis van der Vlies.

Wat doet het afscheid met u?

„Laat ik maar eerlijk zijn: dat is wennen geblazen. Ik mocht dit bijna 29 jaar doen. Ik zal het werk gaan missen. Als ik alleen op mezelf zou afgaan, zou ik doorgaan, maar het partijbelang is doorslaggevend. Het is tijd om plaats te maken voor de jongere generatie.”

Hoe komt het dat u moeite hebt om het Haagse los te laten?

„Ik doe het politieke handwerk gewoon heel graag. Ik ben ermee vergroeid. Het is een heel groot stuk van mijn leven geweest.”

Moet u afkicken na 9 juni?

„Dat woord neem ik niet zo gemakkelijk in de mond. Het werk in de Kamer is boeiend én vermoeiend. Ik ben er nu nog erg druk mee. Alles overziende mag ik zeggen dat de dankbaarheid overheerst voor alles wat ik heb mogen doen.”

U hebt straks veel vrije tijd. Wat gaat u allemaal doen?

„Ik krijg in toenemende mate zorgen over de vraag of ik wel vrije tijd krijg. Diverse organisaties hebben mij al gepolst. Maar ik houd ze het eerste halfjaar allemaal af.

Vaststaat dat ik meer tijd aan mijn gezin wil besteden. Verder heb ik toegezegd het scribaat van onze kerkelijke gemeente weer op me te nemen. Samen met classis, synode en huisbezoeken in de gemeente zal dat de nodige tijd vragen.

Dan heb ik nog een postzegelverzameling, mogelijk dat ik die weer van zolder ga halen. Wellicht ga ik ook nog mijn herinneringen boekstaven.”

Bent u beschikbaar voor de Senaat? Ds. Abma, een van uw voorgangers, maakte ook de overstap van de Tweede naar de Eerste Kamer.

„We hebben twee prima senatoren, G. Holdijk en G. van den Berg. Ik heb nog niet vernomen dat ze willen stoppen. Verder is de nummer drie van de huidige lijst, P. Schalk, ook bekwaam. Maar als de partij, om welke reden dan ook, een beroep op mij doet, wil ik dat wel serieus overwegen.”

Voor welke hedendaagse politicus hebt u veel bewondering?

„Ik zit niet zo in elkaar dat ik bepaalde politici bewonder. Ik besef dat iedereen –en ik voorop– behept is met zonden en gebreken. Maar als ik dan toch iemand moet noemen, kom ik uit bij mijn opvolger, Van der Staaij. Hij staat te boek als een betrouwbaar staatkundig gereformeerd politicus met een goede dossierkennis en een gezond stuk humor. Ook is hij scherp in het debat.

Als ik buiten mijn partij of in het buitenland iemand moet aanwijzen, dan wordt het zoeken geblazen. Nee, ik zou eigenlijk niemand weten.”

En als u het verleden erbij mag betrekken?

„Dan hoef ik niet lang na te denken. Dat is Groen van Prinsterer.”

De vroege of de late Groen?

„De hele Groen. Hij heeft inderdaad een ontwikkeling doorgemaakt. Nadat hij de schoolstrijd had verloren, bepleitte hij een zekere neutraliteit van de staat. Maar dat was niet zijn ideaal. Dat is duidelijk gebleken uit zijn allerlaatste artikelen. Groen van Prinsterer was een staatsman en een Evangeliebelijder.”

Welke theoloog heeft u gevormd?

„Mijn vader leerde me om te gaan staan op de schouders van grote theologen, zoals Calvijn en Kohlbrugge. Dan kun je ver zien. Ik ben nog steeds dankbaar voor dat advies. In de vorige eeuw was het vooral ds. Zandt die veel voor mij betekende. Binnen het hervormde gezin waarin ik op mocht groeien, was hij een van de boegbeelden.”

Wie heeft veel betekend voor uw persoonlijke ontwikkeling?

„Mijn ouders. Zij hielden mij voor dat Godsvrees noodzakelijk is. Verder ben ik gevormd door de studentenvereniging CSFR. Dat was een leerzame tijd; we discussieerden op het scherp van de snede. Verder denk ik natuurlijk aan mijn echtgenote. Als het nodig is, trekt ze aan de rem.”

Is de SGP milder geworden onder Van der Vlies?

„Laat anderen maar antwoord geven op die vraag.”

Er wordt bijvoorbeeld niet meer zo gewaarschuwd voor staatssocialisme en papisme als enkele decennia geleden.

„Op zich is dat juist, maar we leven ook in een andere tijd. De SGP is niet zozeer veranderd als wel de tijd waarin we leven. In de jaren waarin ds. Zandt waarschuwde voor staatssocialisme, waren de meeste Nederlanders ingeschreven bij een kerk. Dat is –helaas– niet meer zo. Als het vangnet van de kerk er niet meer is, dan is toch de overheid –als schild van de zwakken– gehouden een minimum aan sociale voorzieningen in stand te houden?

En ds. Kersten waarschuwde als geen ander voor de Rooms-Katholieke Kerk. Die was sinds het herstel van de bisschoppelijke structuur in ons land, halverwege de negentiende eeuw, bezig met een opmars die zijn weerga niet kende. De secularisatie heeft dat proces stopgezet.

Anno 2010 is het de islamisering die de samenleving bedreigt en daar richten zich onze pijlen nu onder meer op. En vooral ook op het secularisme dat in samenleving en politiek een meerderheid heeft en steeds minder religie in het openbaar duldt.

Ik houd de stelling staande dat de SGP in haar kern dezelfde is gebleven. Vraag het desnoods aan andere Kamerleden. Er is geen enkel misverstand over de vraag waar de SGP voor staat op ethisch gevoelige thema’s.”

In dit verband stelt de scheidende SGP-fractievoorzitter nog wel iets vast, aangaande de Landelijke Stichting ter bevordering van de Staatkundig Gereformeerde beginselen. Deze fungeerde altijd als horzel in de pels van de partij en wees met gedrevenheid punten aan waarin de huidige SGP verschilde met die in het verleden: „Als er sprake is van meer mildheid, dan zeker bij de stichting. Deze is veel genuanceerder en speelt minder op de persoon dan vroeger. Daar ben ik erkentelijk voor.”

Wat was voor u een hoogtepunt in de afgelopen 29 jaar?

„De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er niet zo veel hoogtepunten waren. Ik denk nog wel altijd met dankbaarheid terug aan de verkiezingen van 1998. Toen kreeg de partij alsnog een derde zetel. We hebben dat gezien als een gebedsverhoring.

Verder heb ik het altijd als bijzonder ervaren als bijdragen van de SGP enig beslag legden bij mede-Kamerleden. Dat gebeurde onder meer bij een debat over de varkenspest. Ik sprak toen over een gesel die ons land ten goede wil tuchtigen. Daarover ontstond toen een interruptiedebat. Dat waren bijzondere momenten.”

Waren er ook dieptepunten?

„Helaas vele. Op het gebied van de medische ethiek is er een omslag gekomen. Verder denk ik aan de instelling van het zogeheten homohuwelijk en de opheffing van het bordeelverbod. Als er na aanvaarding van deze wetten op de bankjes wordt geroffeld of wordt geapplaudisseerd, dan snijd je dat door je ziel.

De debatten rond de invoering van de Algemene wet gelijke behandeling heb ik ook als pijnlijk ervaren. De toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Dales, verklaarde toen met zoveel woorden de orthodoxe bijbeluitleg over (homo)seksualiteit buiten de orde van het debat. Dat trof me heel diep.”

Hoe lang blijft de SGP nog vertegenwoordigd in raden, staten en Kamers?

„Hopelijk nog heel lang. De SGP heeft een goed verhaal. Het betaamt alle mensen de Heere te vrezen. Het is moeilijk voorstelbaar dat de oudste partij van ons land, die wortelt in de bestaansgeschiedenis van ons land, geen plaats zou kunnen krijgen in de volksvertegenwoordiging. Het zal toch niet zo zijn dat wij buiten het speelveld komen te staan? Dat zou een onaanvaardbare reductie zijn van hetgeen alle andere partijen voorstaan, namelijk pluriformiteit.

Ik ga ervan uit dat het nieuwe kabinet de partij op enig moment uitnodigt voor een gesprek. Daar wil ik op geen enkele manier op vooruitlopen. Wij hebben ons interne proces.”

Wat bedoelt u met dat laatste?

„Minister Hirsch Ballin van Justitie zei op de dag van de uitspraak van de Hoge Raad, op 9 april 2010, dat de SGP veel moeilijkheden zou kunnen voorkomen door haar standpunt te herzien. Voor bezinning heeft de partij deze minister niet nodig. En dat proces gaat door. Daarbij wil ik onderstrepen wat partijvoorzitter Kolijn na de uitspraak zei, namelijk dat het opstarten van een nieuw debat voor de partij op dit moment funest zou zijn.”

Later dus wel?

„Laten we dat aan de toekomst overlaten. Ik blijf op dit punt naar buiten toe dan maar –zoals mij verweten is– een zekere kleurloosheid uitstralen.”

Waarom?

„Intern steek ik mijn mening niet onder stoelen of banken, maar naar buiten toe heb ik altijd gepoogd om de eenheid van de partij hoog in het vaandel te houden. Dan loop je wel met de muziek mee, maar ook niet te ver vooruit.”

Welke veranderingen hebt u in de afgelopen decennia waargenomen in de politiek?

„Verschillende. De debatten zijn onmiskenbaar oppervlakkiger geworden. Over beginselen wordt nauwelijks gesproken. Verder heeft het populisme de afgelopen jaren sterk aan kracht gewonnen. Dat is een verlies voor het parlementaire debat.

Verder schrijdt de secularisatie onmiskenbaar voort. De paarse kabinetten hebben wat dat betreft hun kansen gegrepen, maar ook nu stopt het proces niet. Kijk naar de trend om het aantal koopzondagen te verruimen. Ik zie ook het SGP-arrest van de Hoge Raad in dit licht. Het gelijkheidsdenken komt als een verstikkende deken over de samenleving te liggen.”

Welke ontwikkelingen voorziet u voor de komende jaren?

„Als de kerken leger raken, zal het effect in de politiek merkbaar zijn. Niettemin zal de oproep moeten blijven richting overheid om zich te richten naar Bijbelse waarden en normen. Maar voordat er echt iets gaat veranderen, is er een reveil nodig.”

Welke ontwikkeling hebt u persoonlijk de afgelopen jaren ondergaan?

„Ik hoop dat ik in de kern dezelfde ben gebleven. Gods Woord en Wet gelden voor iedere burger en voor de overheid. Het meest pregnant is de andere opstelling ten opzichte van de media. Daar was de SGP zeer terughoudend in. Maar omdat het politieke debat steeds vaker via de media wordt gevoerd, was een omslag nodig.”

Welke betekenis speelt het christelijk geloof in uw optreden?

„Dat is het meest wezenlijke. Dat doortrekt mijn leven. Dat is mijn opstaan, mijn werk en mijn afsluiting van de dag. Daar mag je geen ogenblik van los zijn. Alles wat je doet, moet zijn tot Gods eer. En alles wat uit het geloof niet is, is zonde. Dat maakt het leven ernstig.”

In het EO-blad Visie hebt u eens gezegd dat u veel bidt met de pet op.

„Het gebed is iets voor regelmatige tijden. Maar tijdens het werk zijn er veel momenten dat je zoekt naar goede woorden en de juiste wijze van handelen. Dan wil je je hart wel eens uitstorten voor God en je vastklemmen aan Hem. Ik heb de wijsheid ook niet in pacht. Ja, dan bid ik met de pet op.”

U wekt soms de indruk te worstelen met geloofszekerheid.

„Naarmate ik ouder word, val ik mezelf vaker tegen en vallen Gods trouw en goedheid vaker mee.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer