Een parlementaire enquête, waarvan het grondwettelijk recht bestaat sinds 1848, is het zwaarste onderzoeksinstrument dat de Eerste en Tweede Kamer kunnen instellen om een zaak tot de bodem uit te zoeken.Een onderzoekscommissie, bestaande uit Kamerleden, beschikt over de mogelijkheid om getuigen te dagvaarden, onder ede te verhoren en kan in voorkomende gevallen zelfs onwillige personen laten gijzelen. Sinds 1977 kunnen ook ministers en ambtenaren onder ede worden gehoord.

Tot dusver zijn er zeventien parlementaire enquêtes door de Tweede Kamer gehouden. De Eerste Kamer heeft nog nooit een enquête ingesteld. Hieronder een overzicht.

Accijns op zout (1852–1853)

Landwinning en vaarwater Zwolsche Diep (1855–1856)

Toestand Maas en Zuid–Willemsvaart (1858–1859)

Omtrent de zeemacht (1861–1862)

Nederlandse koopvaardij (1873–1874)

Longziekte onder rundvee (1876–1877)

Exploitatie Nederlandsche Spoorwegen (1880–1881)

Toestand fabrieken en werkplaatsen (1886–1887)

Regeringsbeleid in Tweede Wereldoorlog (1947–1948)

Rijn–Schelde–Verolme (1982–1983)

Bouwsubsidies (1986–1988)

Fraudebestendig paspoort (1987–1988)

Uitvoering sociale verzekeringswetten (1992–1993)

Opsporingsmethoden justitie en politie (1994–1996)

Bijlmerramp (1998–1999)

Bouwfraude (2002–2003)

Srebrenica (2002–2003)