„Elk draaiorgel heeft eigen klankkleur en uniek geluid”
In de Hooglandse Kerk in Leiden wordt zaterdag de gewijde klank van het De Swart/Van Hagerbeerorgel overstemd door het vrolijke geluid van een dertigtal draaiorgels. Alle Leidse orgeldraaiers tonen hun instrument en vaardigheden op de twaalfde Leidse Draaiorgeldag.
Doel van de draaiorgeldag is het behoud van dit culturele erfgoed, vertelt Frank van Leeuwen, de organisator die elk jaar het evenement weer aanzwengelt. „Het is jammer dat steeds meer draaiorgels naar het buitenland dreigen te verdwijnen. In Amerika en Japan zijn ze zeer geliefd. We moeten ze dus binnen de landsgrenzen zien te houden.”Van Leeuwen wil met de jaarlijkse dag ook bereiken dat de orgels onderdeel van het Nederlandse straatbeeld blijven. „Veel draaiorgels worden alleen nog gebruikt op feesten en partijen. Ze zijn er juist om extra cachet te geven aan de winkelstraat.”
De dag vindt plaats in Leiden omdat in deze stad de meeste draaiorgeleigenaren wonen. Er zijn maar liefst tien orgeldraaiers die hun brood weten te verdienen met het ”mansen” (collecteren bij het orgel). De andere twintig hebben het orgel voor de liefhebberij. Ook bevindt zich in het hartje van de stad een draaiorgelboekenwinkel. Van Leeuwen: „De draaiorgeldag luidt vanaf het begin ook het zomerseizoen in waarin de Hooglandse Kerk geopend is. Het is een bekend evenement geworden doordat we het ieder jaar weer organiseren.”
Om de vijf jaar wordt het draaiorgelfeest grootser aangepakt. Dan zijn niet alleen Leidse orgeldraaiers welkom, maar is er ook plaats voor andere Nederlanders, Britten en Belgen. „Duitsers mogen ook komen, maar bij onze oosterburen zijn niet zo veel draaiorgels”, weet de organisator.
In 2008, op de tiende draaiorgeldag, stonden er 82 orgels in en om de kerk. Klokslag twaalf uur zetten alle draaiorgels ”Lang zal ze leven” in. Deze actie kreeg een vermelding in het Guinness Book of Records.
Gaat het nog wel om muziek bij het veroorzaken van zo’n kakofonie? Van Leeuwen: „Nee. We willen dat draaiorgels blijven en aandacht krijgen. Dat lukt op zo’n manier.” Overigens is er, om al te veel lawaai te voorkomen, gewoonlijk een marktmeester actief die beslist welk orgel aan de beurt is om te spelen.
Aan een draaiorgel mogen niet de eisen gesteld worden die er zijn voor een muziekinstrument, meent Van Leeuwen. „Beschouw het als een synthesizer. Elk draaiorgel heeft een eigen klankkleur en een uniek geluid. De orgels rollen niet van de lopende band, maar zijn origineel handwerk.” Bovendien zijn er volgens hem weinig instrumenten waar eigenaren zo’n band mee hebben als het draaiorgel. „Ze beschouwen het als hun eigen kindje.”
Het repertoire van de orgeldraaiers is vandaag wel anders dan op andere dagen. „Normaal worden er veel populaire smartlappen gedraaid, zoals ”Witte rozen” en ”Heb je even voor mij”. We vragen de draaiers om op de draaiorgeldag hun bijzondere en wat oudere muziek mee te nemen.”