Hulp aan derde wereld geen weggegooid geld
Er kan stevig worden bezuinigd op hulp aan de derde wereld, vinden veel Nederlanders. Tijd voor een tegengeluid, vindt Hans van de Weerd: hulp is een noodzakelijke voorwaarde voor een betere wereld.
Maar liefst 53 procent van de Nederlanders twijfelt aan het nut van hulp aan derdewereldlanden, zo blijkt uit onderzoek dat Artsen zonder Grenzen liet uitvoeren door Maurice de Hond. Een opiniepeiling uitgevoerd in opdracht van het televisieprogramma NOVA lijkt die stelling te bevestigen. In een tijd van voorgestelde bezuinigingen vinden Nederlanders dat er vooral op hulp en de kunstsector bezuinigd kan worden.Opmerkelijk is dat zowel in de samenleving en de politiek niet alle vormen van hulpverlening in gelijke mate ter discussie staan. Voor acute noodhulp bestaat gelukkig nog steeds een groot draagvlak. Het is onmogelijk om de ravage en het verderf bij rampen als de aardbeving in Haïti te negeren.
Dat betekent overigens niet dat noodhulp buiten de kritiek valt. Ook aan de noodhulpsector worden soms terecht kritische vragen gesteld. Worden met hulp niet vooral corrupte en misdadige schurkenstaten in stand gehouden? Zijn directeuren van hulporganisaties geen zakkenvullers in plaats van idealisten?
Hulporganisaties doen er veel aan om het effect van hun inspanningen zichtbaar te maken en zich de kritiek ter harte te nemen. Ongetwijfeld kan daarin nog veel verbeteren. Maar er worden soms ook absurde beschuldigingen geuit of onrealistische verwachtingen gesteld aan wat hulp kan bewerkstelligen.
Artsen zonder Grenzen heeft de discussies in de samenleving met toenemende verbazing en zorg gevolgd. Als hulporganisatie die niet afhankelijk is van overheidsgelden vinden wij het tijd voor een stevig tegengeluid. De discussie over hulpverlening is uit balans geraakt. Rechtvaardigheid, zorg voor de medemens, solidariteit, belangrijke grondvesten in iedere samenleving, lijken niet langer onderdeel van het debat.
Het is immers zo dat de noden in de derde wereld onlosmakelijk verbonden zijn met ons lot in een geglobaliseerde samenleving. Immigranten uit landen als Somalië, de Democratische Republiek Congo of Afghanistan ontvluchten hun land omdat het er te onveilig is, omdat er geen kans is op werk, omdat er geen medische zorg is voor vrouwen en kinderen. Dat zien wij iedere dag. Daarom vinden wij dat noodhulp noodzakelijk blijft. Omdat alleen gezonde mensen voor hun kinderen en hun ouders kunnen zorgen, een zelfstandig bestaan kunnen opbouwen en werken aan het herstel van hun land.
Medische noodhulp
Misschien is het daarom dat in het onderzoek van Maurice de Hond liefst 82 procent van de Nederlanders zich uitspreekt voor het belang van medische noodhulp. Goed nieuws voor een noodhulporganisatie, zou je zeggen. Een kanttekening is echter op haar plaats; in veel –met name vergeten– conflictgebieden is het niet duidelijk waar noodhulp eindigt en structurele hulp begint. Het lukte zelfs de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in zijn rapport over een moderner ontwikkelingsbeleid niet om daar duidelijkheid over te verschaffen. Noodhulp mag echter niet het lapmiddel worden voor het ontbreken van structurele vormen van hulp.
Als de meest urgente noden afnemen, als een land de eerste passen kan zetten op weg naar vrede, of bij herstel na een natuurramp, is er behoefte aan medische zorg, onderwijs, het opbouwen van een maatschappelijk middenveld, aan structurele vormen van hulp. In onze ogen is hulp aan de derde wereld geen weggegooid geld, maar een noodzakelijke voorwaarde voor een betere wereld.
Mede daarom willen wij ons als noodhulporganisatie inspannen om het vertrouwen in het nut van hulp terug te winnen, door eerlijk te communiceren, door zelf kritisch te zijn bij wie onze hulp terechtkomt, door met nieuwe oplossingen te komen voor oude problemen en op verantwoorde wijze met de ons toevertrouwde middelen om te gaan.
Via de campagne ikhelp.nl roepen wij mensen op om meer betrokken te zijn bij ons werk en de noden in de wereld. Uit ons onderzoek blijkt dat bijna de helft van de Nederlanders (46 procent) meer wil doen dan geld geven alleen. Dat stemt ons hoopvol, want wij vinden dat mensen in nood recht blijven houden op onze steun, in welke vorm dan ook.
De auteur is directeur van Artsen zonder Grenzen.