Besparen in de zorg valt niet mee
In mijn vorige bijdrage in deze rubriek schreef ik over de problemen bij het beheersbaar houden van de kosten in de gezondheidszorg. Wat kan er minder en moeten we misschien allemaal wat meer zelf gaan betalen?
Als reactie daarop kreeg ik te horen, dat ik bij mijn bespiegelingen een niet onbelangrijke mogelijkheid voor het terugdringen van de hoge kosten van de medische zorg over het hoofd had gezien: verlaging van de inkomens van de medisch specialisten.Heftig
Met zo’n opmerking word je in een wat lastige positie gedrongen. Als je ermee instemt, dat het best wat minder zou kunnen, geef je toe dat je in het verleden te veel hebt verdiend.
Als alternatief kan ik de opvatting dat de medisch specialist te veel verdient, heftig gaan bestrijden. Je moest eens weten hoe hard we werken en wat een afbreuk dat allemaal doet aan een gezonde balans tussen werk en privé. Dat komt natuurlijk niet geloofwaardig over, omdat ik deel uitmaak van de groep die ter discussie staat. „Je praat jezelf schoon”, zo zullen mijn opponenten me voor de voeten werpen.
Door elkaar
Een discussie met zozeer uiteenlopende standpunten leidt natuurlijk nooit tot een bevredigend einde. Dat komt doordat er twee dingen door elkaar lopen. In de eerste plaats is er de vraag over inkomensverhoudingen in de maatschappij in het algemeen. Hogere inkomens liggen onder vuur. Schandalen over goed gehonoreerde bestuurders van thuiszorginstanties en woningcorporaties halen regelmatig de pers.
Alle politieke partijen hebben hierover hun opvattingen en in het algemeen wordt erkend dat de overheid op dit gebied een regulerende taak heeft. Exorbitante inkomensverschillen worden als, een bron van maatschappelijke onrust, onwenselijk geacht. Dat in een dergelijk klimaat het inkomen van elke bovenmodaal verdienende beroepsgroep kritisch wordt bejegend, ligt dan erg voor de hand.
Het tweede punt in de discussie is de noodzaak tot kostenbeheersing in de gezondheidszorg. Alle aan de zorg bestede kosten worden tegen het licht gehouden en de uitgaven aan de specialistische medische zorg ontkomen daar niet aan. En wat is nu gemakkelijker dan het terugdringen van de kosten door verlaging van de inkomsten van de specialisten?
Zo slaan we twee vliegen in één klap. Het maatschappelijk rechtsgevoel, dat moeite heeft met inkomensverschillen, wordt bevredigd en de kosten van de zorg dalen. Wat wil je nog meer.
Eigenlijk is er niets tegen in te brengen. Toch wil ik daartoe een poging wagen.
Bataljon
Bij de uitgaven aan de medisch specialistische zorg gaat het niet alleen over inkomens van specialisten. Als een chirurg opereert, is daarbij een heel bataljon van andere zorgverleners betrokken; ook is er een operatiekamer met instrumentarium nodig. De uitgaven aan specialistische zorg betreffen zodoende maar voor een beperkt gedeelte het inkomen van de specialist. Maar omdat alle beetjes helpen, hoef je een korting op dat inkomen natuurlijk niet na te laten.
Begin dit jaar kwam minister Klink met het idee om deze gewenste inkomensreductie te verwezenlijken door meer specialisten op te leiden. Als eerste stap daartoe zou de numerus fixus voor de studie geneeskunde afgeschaft kunnen worden. Onderliggende gedachte is dat door een overschot aan specialisten hun inkomens zullen dalen.
Meer vraag
De conclusie dat daardoor automatisch ook de kosten van de zorg zullen dalen, is echter voorbarig. Het is al vele malen aangetoond dat uitbreiding van het aantal beschikbare specialisten leidt tot een parallelle uitbreiding van de vraag naar medische hulp. Ruimer aanbod van specialisten betekent blijkbaar meer zieke mensen, hoe vreemd dat ook klinkt.
Daardoor zal uitbreiding van het aantal specialisten veelal leiden tot toename van de hoeveelheid door hen verricht werk. Eventuele besparingen op de inkomens van de specialisten zullen meer dan teniet worden gedaan door een sterke stijging van de bijkomende kosten.
Het zal duidelijk zijn dat een echte besparing op de kosten niet te realiseren is door beïnvloeding van inkomens van specialisten als niet ook gelijktijdig maatregelen worden genomen om de vraag naar hun diensten te beteugelen. Alleen door rantsoenering van de zorg houd je de kosten in de hand.
Om dat te verwezenlijken, heeft minister Klink vorige week ingrijpende maatregelen aangekondigd die voor veel opschudding hebben gezorgd. Per ziekenhuis wordt de door de specialist te leveren zorg aan een financieel plafond gebonden. Als dat plafond bereikt is, is het op.
Aan de raden van bestuur van de ziekenhuizen wordt een centrale rol toegekend bij het verdelen van deze middelen over de verschillende specialisten en specialismen. Hoe dit in de praktijk gaat uitpakken, is moeilijk te overzien. Wat in ieder geval aannemelijk is, is dat er opnieuw wachtlijsten zullen ontstaan.
Toegang
De conclusie is dat inkomensreductie voor de medische specialist inderdaad kan bijdragen aan terugdringen van de kosten in de zorg, maar alleen als gelijktijdig de toegang tot deze zorg wordt gelimiteerd.
En of de patiënt daar bij gebaat is, is voor mij de vraag.
De auteur is hoogleraar klinische pathologie aan het UMC St Radboud te Nijmegen. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl