Boosaardig beest & toonbeeld van trouw
Aandachtig luistert Nipper naar het geluid dat uit de grammofoon komt. De kop scheef, het oor dicht bij de glimmende toeter. Zijn baas mag dan gestorven zijn, diens stem blijft voortleven - dankzij de grammofoon(platen)maatschappij. Zo althans poogde fabrikant ”His Master’s Voice” begin twintigste eeuw zijn product te verkopen, daarbij gebruikmakend van de hond als toonbeeld van trouw. Voordien was er overigens wel eens anders tegen het dier aangekeken. Dat blijkt op de uitgebreide exposities Hond & Baas die zaterdag in Den Haag en Haarlem van start gaan.
Er wonen ruim 1,5 miljoen honden in Nederland. En de organisatie die hun belangen behartigt -de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied- viert haar honderdste verjaardag. Reden om het populaire huisdier door middel van tentoonstellingen en de publicatie van een rijkgeïllustreerd boek aandacht te geven.
Wie de historie van de hond volgt, belandt in een wonderlijke wereld van verhalen. Over Sint-Dominicus bijvoorbeeld, wiens moeder kort voordat hij -in 1170- ter wereld kwam, droomde dat zij het leven schonk aan een zwart-wit gevlekte hond. In de bek van het dier zag ze een fakkel, waarmee hij de wereld in vuur en vlam zette. De droom kondigde kennelijk aan dat de zoon die zij verwachtte als zendeling door het leven zou gaan. Dominicus -zijn naam, Domini canis, betekent Hond van de Heer- zwierf jarenlang door Zuid-Frankrijk om zijn geloof te verspreiden en stichtte de kloosterorde der dominicanen.
In het Historisch Museum in Den Haag is de monnik tot eind oktober in het zilver te zien. Daar ligt namelijk een missaalband waarop zijn verhaal staat afgebeeld. Bovendien wordt er een reliekhouder van hem met een hondje tentoongesteld.
Een andere zogeheten heilige in de hondengeschiedenis is Sint-Hubertus, die je in het museum op twee pelgrimsinsignes van lood en tin tegenkomt. Toen Sint-Hubertus nog geen Sint heette, moet de edelman tijdens een jachtpartij een kruis hebben zien verrijzen op de kop van een hert. Hubertus spaarde het dier. Het was Goede Vrijdag.
Nadat de jager overleden was, werd zijn gebeente naar een klooster in de Ardennen gebracht, dat vervolgens zijn naam kreeg. Volgens de overlevering fokten de monniken van dit klooster jachthonden die ze voortaan ook naar Sint-Hubertus vernoemden. In Nederland is de kynologische naam voor de ”chien de St.-Hubert” echter ”bloedhond”.
Een sprekend schilderij met heilige, hert en honden van Abraham Hondius en een gravure van Albrecht Dürer lijken deze geschiedenis eveneens te verbeelden, maar hier betreft het Sint-Eustatius, aan wie het bekende Hubertus-verhaal ontleend is. Eustatius was een Romeinse veldheer uit de tweede eeuw die aanvankelijk Placidus heette. Hij zou zich tot het christendom bekeerd hebben nadat hij een kruisdragend hert gezien had.
Informatiebron
Op deze manier komen tal van sagen, mythen en legenden naar voren op de tentoonstellingen Hond & Baas. Wat het Haagse gedeelte betreft, is gastconservator mevrouw dr. J. M. Zijlmans initiatiefnemer daarvan. Jori Zijlmans -„sinds mijn geboorte ben ik omringd door honden”- promoveerde op het onderwerp ”Vriendenkring in de zeventiende eeuw”. Alles wat zij bij haar onderzoek echter over honden tegenkwam, sloeg ze eveneens op. De hond is namelijk een belangrijke informatiebron, stelt de historica na tien jaar verzamelen. „Hij vertelt heel veel over de mens.”
Het moment om al het gevonden materiaal aan het publiek te tonen, is vandaag aangebroken. Terwijl het Haagse museum zich daarop voorbereidde, bleek dat het Teylers Museum in Haarlem soortgelijke plannen had. Daar wilde men het honderdjarig bestaan van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied met een hondententoonstelling vieren. De handen zijn ineengeslagen. Het resultaat is een natuurhistorische tentoonstelling in het Teylers, waar de ontwikkeling van de hond van harde werker tot gezelschapsdier aandacht krijgt. En een abstractere tentoonstelling over de visie van de mens op de hond in het Haags Historisch Museum.
Die visie blijkt overigens door de tijden heen heel concreet aanschouwelijk gemaakt te zijn. In de eerste van de vier zalen in Den Haag kun je dat direct al zien. Op het grote schilderij dat B. te Gempt rond 1900 schilderde, zit een groep honden te vergaderen. Hun houding, de manier waarop zij kennelijk converseren, zal voor veel bezoekers herkenbaar zijn. De schilder -die bijvoorbeeld ook een briefschrijvende hond op het doek zette- staat erom bekend elk ras een eigen (menselijk) imago te geven.
Statussymbool
In het verre verleden had de hond overigens een slechte naam. Zijlmans: „Dat komt onder meer doordat de hond in de Bijbel nogal eens genoemd wordt als onrein dier. In het volksgeloof kon hij een slechte geest zijn. De plotselinge verschijning van een zwarte hond was een voorbode van naderend onheil. Zijn langdurig gehuil tegen de maan zou iemands dood aankondigen. De klassieken stelden hem als bewaker van de onderwereld voor.”
Diverse gebeurtenissen veranderden deze houding. De adel raakte op honden gesteld en introduceerde ze als statussymbool. Het mopshondje dat Willem van Oranje bij een nachtelijke verrassingsaanval net op tijd wekte, vijzelde met die daad zijn imago en dat van zijn soortgenoten nog verder op. En toen aan het einde van de negentiende eeuw het vaccin tegen hondsdolheid werd uitgevonden, was het gevaar van levensgevaarlijk bijtende beesten ook geweken.
Meer en meer verdween de sfeer van woestheid, luiheid en wellust rond de viervoeter. Voor veel mensen vormt de hond inmiddels zelfs het toonbeeld van huiselijkheid, kameraadschap en trouw. Vandaar dat het Historisch Museum een huiskamer inrichtte, compleet met een grote speelgoedkast vol hondenboeken en hondenknuffels. Ook een grammofoon van His Master’s Voice staat hier. Op die manier zijn de organisatoren erin geslaagd het thema dicht bij de grote én de kleine bezoeker te brengen. Voor die laatste is er tevens een natteneuzensnuffelspeurtocht. Voor volwassenen is zowel het verhaal van de hond als menig tentoongesteld object de moeite waard om naar Den Haag te reizen.
De expositie Hond & Baas is tot 27 oktober te zien in het Haags Historisch Museum, Korte Vijverberg 7, Den Haag en in het Teylers Museum, Spaarne 16, Haarlem. Op vertoon van het toegangskaartje van het ene museum krijgen bezoekers in het andere 25 procent korting.